‘De hel, dat is de ander’, schreef Jean-Paul Sartre. Hoe zorg je ervoor dat je zelf geen hel voor de ander wordt? Daarvoor kunnen de gedachten van Augustinus goede diensten bewijzen.
In haar vorige column citeerde mijn echtgenote Ingrid de Groen de Franse filosoof Jean Paul Sartre, haar favoriete Franse schrijver op de middelbare school.
'Wees zelf de verandering die je in de wereld wilt zien', zei Mahatma Gandhi en mijn vrouw citeerde hem instemmend in haar column vorige maand. Maar om zelf de verandering te zijn moet je eerst in een confronterende spiegel kijken. Die houden niet alleen echtgenotes, maar ook pausen en psychiaters je voor.
In zijn veelbesproken encycliek Laudato Si bekritiseerde paus Franciscus een paar jaar geleden de verwoestende effecten van het menselijk handelen op het evenwicht van de planeet. Hij schreef over de teloorgang van de biodiversiteit door de vernietiging van tropische bossen en over de verzuring van de oceanen door onze handel en nijverheid in klachten waar die van de profeet Jeremia over de ellende van zijn volk bij verbleken.
Natuurlijk heeft Damiaan Denys gelijk als hij zegt dat de verspreiding van het coronavirus mede te wijten is aan onze grootheidswaan. Theologen hebben daar altijd een remedie tegen gehad: matigheid.
In haar vorige column schreef mijn echtgenote Ingrid de Groen dat het wel leek of het coronavirus tot de versterking van het inzicht leidde dat het leven niet maakbaar blijkt en wij een nieuwe balans moeten zoeken. Ze vroeg zich daarbij ook af ‘of dit nu anders had gekund’. Met als gedachte: ‘Je zou haast zeggen van niet’.
Je kunt alleen iets goeds tot stand brengen als het gebeurt met liefde als basis. Dat geldt ook voor de economie.
Vorige maand schreef mijn echtgenote Ingrid de Groen over de paradox van de vrijheid. Aan de ene kant ervaar je geen vrijheid als je geen liefde kent; vrienden en dierbaren bezorgen je een hoge vorm van vrijheid: namelijk die van het je gewaardeerd en geliefd weten.
Je zou het niet zeggen, maar theologie en econometrie hebben veel met elkaar gemeen.
Volgende week aanvaard ik samen met mijn Tilburgse collega prof. dr. Lans Bovenberg een prachtige leeropdracht aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Dat doen we in een openbare les, een oratie.
De coronapandemie is helemaal geen straf van God. Het is een plaag die we misschien wel over ons zelf hebben afgeroepen, schrijven Carlos de Bourbon de Parme, Sylvester Eijffinger en Paul van Geest in hun boek ‘Wat is wijsheid?’.
Prins Carlos de Bourbon de Parme (zoon van prinses Irene) houdt zich bezig met duurzame veranderingen. Sylvester Eijffinger is emeritus-hoogleraar Financiële Economie aan Tilburg University en gasthoogleraar aan Economics Department van Harvard University. Paul van Geest is onder meer hoogleraar Kerkgeschiedenis en Geschiedenis van de Theologie aan Tilburg University. Dit onverwachte trio schreef samen Wat is wijsheid? Enige gedachten over de natuur, de economie en de zin van het leven na de coronacrisis.
De econoom van de 21ste eeuw kijkt niet alleen naar geld en nut, maar heeft een breder mensbeeld nodig.
Van waarden krijg ik jeuk”, reageerde een promovenda toen ik haar vertelde van de nieuwe leerstoel van Lans Bovenberg aan de Erasmus Universiteit voor Relational Economics, Values and Leadership, en het programma voor waardenbewust leiderschap dat we daar samen ontwikkelen, onder de naam [Re]Value. In haar onderzoek naar het bestuur van organisaties komt ze te veel tegen dat vrome waarden worden beleden terwijl een heel andere, vaak onuitgesproken, dynamiek de besluitvorming bepaalt.
Eindexamenleerlingen van dit jaar sluiten hun schooltijd heel anders af dan gebruikelijk. Maar een goed afscheid van de school waar ze op allerlei manieren zoveel hebben geleerd, is onmisbaar.
Mijn echtgenoot Paul van Geest, sprak in zijn vorige column over de juiste maat voor rust en innerlijk evenwicht. Onze dochter zat in haar eindexamenjaar en rustig is dat niet. Zeker niet in coronatijd, waar een nieuw evenwicht gevonden moet worden met digitaal onderwijs. Dochterlief is vooral "gewoon wel hé-le-maal klaar met school".
Vrijheid is geen ongebondenheid, maar heeft de band met anderen juist nodig.
Daar gaat ze. Dochter Isabel is 18 geworden en heeft de reservesleutels van mijn auto gekregen. We hoeven niet meer naast haar in de auto te zitten, ze rijdt zelfstandig weg. Haar vrijheid tegemoet.
Zeggen dat er racisme is in de PKN gaat misschien te ver. Maar ontkennen dat er soms wel sprake is van racisme, al dan niet onbedoeld, kan helaas ook niet. De PKN is toch vooral een heel witte kerk.
Zijn we in de Protestantse Kerk Nederland (PKN) racistisch? Zeg niet te snel: natuurlijk niet.