Internationale Vrouwendag op 8 maart staat in het teken van ‘invloed met impact’. Die impact heeft microkrediet ook omdat vrouwen daarmee de mogelijkheid krijgen zélf uit de armoede te komen.
Armoede in Afrika, Azië en Latijns-Amerika treft vooral vrouwen. Zij hebben minder kans gehad om onderwijs te volgen en hebben vaak geen eigendommen zoals een huis of een stuk land, wat als onderpand kan dienen om een lening aan te vragen. En dat terwijl uit onderzoeken blijkt dat vrouwen hun verdiende geld eerder uitgeven aan hun gezin, gezonde voeding en aan onderwijs voor hun kinderen. Dat zijn belangrijke investeringen om armoede voor toekomstige generaties te bestrijden.
Ik voel me schuldig, want ik ben ondankbaar. De regering heeft mijn sector 8,5 miljard euro cadeau gedaan. Achteneenhalf miljard! Voor het onderwijs! En toch ben ik er niet blij mee.
Ik had er hoge verwachtingen van: het Nationaal Programma Onderwijs. De titel suggereerde een grootse visie. Ik hoopte dat de coronacrisis een aanleiding zou kunnen zijn om het systeem eens onder de loep te nemen. Misschien konden we stoppen met spreken over ‘achterstanden’. Misschien konden we eens stilstaan bij de grotere vraag wat onderwijs eigenlijk zou moeten zijn. Misschien zou het afrekenen op resultaten wat worden losgelaten.
De coronacrisis is een wereldcrisis, maar hij is ook persoonlijk omdat hij onze eigen gezondheid aangaat. De kerk kan uitnodigen om na te denken over hoe je daar christelijk mee kunt omgaan.
Het woord ‘crisis’ is in het oorspronkelijke Grieks een medische vakterm, die het beslissende stadium van een ziekte aangeeft. Stellen dat de huidige pandemie een gezondheidscrisis is, is dus eigenlijk een pleonasme, zoiets als zeggen dat sneeuw wit is en water nat.
Wetenschappelijk onderzoek levert niet altijd meteen resultaat op. Soms hebben wetenschappers zelfs geen idee waar hun ontdekking toe kan leiden. Toch is dat type onderzoek onmisbaar, bleek tijdens de bestrijding van corona.
In Ondernemen voor Brede Welvaart, de nieuwe visie van VNO-NCW, staat dat ‘kennis onze enige grondstof is’. Hoe waar en belangrijk dat is, hebben we het afgelopen coronajaar ervaren. Hoewel we dit virus nog maar een jaar kennen, beschikken we momenteel al over meerdere goedgekeurde vaccins. Een proces dat vroeger jaren duurde.
De rente op spaargeld is laag, virtueel geld lijkt veel meer op te brengen. Toch is het oppassen met bitcoins. Wie op het verkeerde moment instapt, kan veel geld verliezen.
Er is de laatste tijd veel te doen over bitcoins en andere cryptomunten. Niet gek, vanwege de voortdurende lage rente op spaargeld en vanwege het feit dat veel Nederlanders het afgelopen jaar flink hebben gespaard. Afgelopen jaar zetten we in totaal 42 miljard euro opzij, twee keer zoveel als in andere jaren.
Het leenstelsel voor studenten wordt afgeschaft, en er wordt weer geld geïnvesteerd in een fatsoenlijke studiefinanciering, is het idee. Maar wie de plannen van de politieke partijen bestudeert, ziet daar niets van terug.
In het nieuwe boek van Pieter Omtzigt Een nieuw sociaal contractgaat hij de strijd aan met de planmodellen. Voor elke verkiezingen laten politieke partijen hun programma’s doorrekenen door de planbureau’s, die ze toetsen op haalbaarheid en betaalbaarheid. Deze modellen geven nuttige inzichten, maar de partijen presenteren hun programma’s dusdanig dat ze zo goed mogelijk uit de modellen komen, terwijl de praktijk vaak weerbarstiger is.
Er doen maar liefst 35 partijen mee met de komende verkiezingen. Stemwijzers kunnen helpen met kiezen, en dat is mooi. Maar waar blijft de kandidatenstemwijzer?
Stemwijzers heb ik niet nodig. Ik ben al 40 jaar lid van het CDA. Elke keer als ik denk dat het gras elders groener is, blijf ik na uitvoerig onderzoek toch maar bij het CDA. Eenmaal lid, altijd lid, is ook een hulpmiddel om mezelf onder controle te houden.
De Tweede Kamer heeft de neiging om heel veel en heel snel dingen te willen regelen, zonder de uitvoeringsproblemen in kaart te brengen. Achteraf is er dan onderzoek of een parlementaire enquête nodig, zoals bij de toeslagenaffaire.
Het begrip overbelaste democratie werd in 1988 door Ruud Lubbers als minister-president gebruikt. Het ging hem daarbij om de steeds maar uitbreidende bescherming van de burger tegen de overheid. Op zichzelf is bescherming van de burger hoofdtaak van wetgeving en bestuur, van de overheid. Maar het kan gepaard gaan met vergroting van de werklast van de wetgever, de bestuurder en de rechter. Overbelasting dreigt.
Het aantal partijen in het parlement staat nu op dertien, en dat kan na de verkiezingen zomaar vijftien zijn. Dat betekent veel debatten en minder tijd om het eigenlijke werk van de Tweede Kamer te doen: wetten maken en de regering controleren.
In het stemhokje zie ik als kiezer een panoramische lijst van 37 partijen en honderden kandidaten. De kieswijzer geeft een vergelijkend inzicht in de programma’s en de planbureaus rekenen door wat voor effecten de programma’s hebben op economie en leefomgeving.
Corona en Covid-19 raken iedereen op de wereld: in elk land kunnen mensen meepraten over lockdowns, onzekerheid of mondkapjes. Daarmee is deze pandemie misschien wel de eerste echte globale gebeurtenis ooit.
De Servisch-Amerikaanse econoom Branko Milanovic blikte in december op de site van Social Europe terug op het voorbij jaar, in een essay met de volgende opvallende openingszin: ‘De huidige pandemie is waarschijnlijk het eerste globale verschijnsel in de geschiedenis van de mensheid.’
In sommige kringen lijkt het of nog maar één maatschappelijk thema werkelijk van belang is en dat is diversiteit. Maar op de achtergrond spelen zich sociaaleconomische problemen af. En die zijn lastiger op te lossen.
In de politiek maar ook op radio en tv is diversiteit een steeds terugkerend onderwerp. Discriminatie en achterstelling van vrouwen, van mensen met een donkere huidskleur of met een andere dan heteroseksuele geaardheid is inderdaad een probleem, zegt sociaaldemograaf Josse de Voogd. Maar de grote aandacht daarvoor ontneemt het zicht op een achterliggend probleem: de samenleving groeit uit elkaar, vooral op sociaaleconomisch gebied.
Het lijkt een prachtige vrijetijdsbesteding: een paar weken helpen in een weeshuis aan de andere kant van de wereld. Maar doe het toch maar niet, zeggen drie christelijke politieke jongerenorganisaties.
Zo’n tienduizend jongeren reizen elk jaar af naar kindertehuizen in het buitenland, om daar een paar weken te helpen. Het klinkt mooi, maar is het dat wel? Drie christelijke politieke jongerenclubs vinden dat het tijd is daarmee te stoppen. Weeshuizen zijn in Nederland voor het grootste deel opgeheven omdat ze niet goed zijn voor kinderen. Waarom zou je ze in het buitenland in stand houden?