
Zonder vrijheid en rechtsstaat zijn mensen rechteloos
Het is een heel eervolle taak een bijdrage te mogen leveren aan het herdenken en vieren van de vrijheid in ons land, zegt Marianne Hirsch Ballin, bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Een grote verantwoordelijkheid en is het ook, want het blijft een permanente uitdaging 4 en 5 mei er te laten zijn voor de hele Nederlandse samenleving.
“Mijn persoonlijke motivatie ligt in het grote belang dat ik hecht aan het stilstaan bij de verschrikkingen die hebben plaatsgevonden in de Tweede Wereldoorlog. Een geschiedenis die ook sterk verweven is met mijn eigen familiegeschiedenis. En daarbij hoort ook dat we de koppeling maken met onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de toekomst.
Het is een permanente opdracht voor ons allemaal om de vrijheid en de rechtsstaat goed te laten functioneren en te verstevigen. Die zijn immers sterk verweven met het waarborgen van de mensenrechten. Dat is niet alleen iets van toen, ook nu gebeuren er zoveel dingen die ons moeten doordringen van het grote belang van een stevige verankering in de multilaterale rechtsorde. Die moeten we koesteren.”
IJkpunt
De gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog hebben een enorme impact gehad, tot op de dag van vandaag, stelt Hirsch Ballin. Ze waren de aanleiding voor het oprichten van de Verenigde Naties, en voor het opstellen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. “We kennen sinds de Franse Revolutie natuurlijk al voorbeelden van mensenrechten, maar dat ze als gezamenlijke verklaring van staten en als bindend instrument tot stand komen, dat is echt iets van de periode na de Tweede Wereldoorlog.”
De Tweede Wereldoorlog is het ijkpunt geworden van ons nationale geweten. “We hebben daarna met elkaar gezegd ‘dit mag nooit meer gebeuren’. Ook voor Europa had dat zijn uitwerking, bijvoorbeeld in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en de totstandkoming van de voorlopers van wat nu de Europese Unie is. Die inbedding in die multilaterale rechtsorde functioneert als een schild tegen herhaling van de geschiedenis. Dat is juist omdat de erkenning van de democratische rechtsstaat en de mensenrechten daar deel van uitmaken. Door deze afspraken zijn democratie en rechtsstaat onlosmakelijk met elkaar verbonden. De meerderheidsopinie kan niet zomaar over de meningen van de minderheid heersen.”
Vrijheid heeft alles te maken met respect voor de menselijke waardigheid, vindt Hirsch Ballin. Dat is het ankerpunt voor de grondrechten en fundamentele vrijheden, dat is een randvoorwaarde voor het leven in vrede en veiligheid.
Er zijn nog maar weinig mensen die de oorlog bewust hebben meegemaakt. Is het gevaarlijk als die actieve herinnering verdwijnt?
“Die eerste generatie is er nu nog, al worden ze steeds ouder en steeds kleiner in getal. Hun verhalen zijn nu ook familieverhalen die ik tegenkom, waarin de Tweede Wereldoorlog nog steeds een belangrijke rol speelt. Dat is ook de insteek van het Nationaal Comité van de laatste vijf jaar met de visie ‘Kom vanavond met verhalen…’. Het doorgeven van die familieverhalen aan de nieuwe generatie en het breder delen daarvan, is van groot belang. Soms ook vertellen grootouders makkelijker aan hun kleinkinderen wat ze toen hebben meegemaakt, dan aan hun kinderen. Daarom is het goed dat kleinkinderen daarnaar vragen. Dat zijn mooie dingen.
“Soms vertellen grootouders makkelijker aan hun kleinkinderen wat ze toen hebben meegemaakt, dan aan hun kinderen”
Een ander belangrijk punt is dat je met die verhalen van vroeger de verbinding kunt leggen met verhalen van bijvoorbeeld mensen met een migratie-achtergrond, die verhalen hebben die soms ook verschrikkelijk zijn. Dat geeft een gevoel van saamhorigheid en herkenning: ik begrijp waarover je vertelt, want het lijkt op wat ik heb meegemaakt in bijvoorbeeld Syrië of in Bosnië. Zo werken de gebeurtenissen van toen door op de recente ervaringen van mensen nu.”
Uitgerekend in 75e herdenkingsjaar is er corona. Wat heeft dat allemaal in de war geschopt?
“In maart kwam de intelligente lockdown en het was al gauw duidelijk dat die in mei ook nog steeds zou gelden. Maar zowel het Nationaal Comité als, zo denk ik, het merendeel van de samenleving voelde aan: herdenken en vieren van vrijheid stopt nooit, dat kan niet.
De herdenking op 4 mei is dit jaar dan ook een heel indrukwekkend geweest, de stilte kwam des te meer binnen. Want hoe pijnlijk het ook was dat de oorlogsslachtoffers, nabestaanden en de veteranen de plechtigheden niet ter plekke konden meemaken, de keerzijde was dat de herdenking door heel veel mensen vanuit huis is bekeken en hen echt heeft bereikt.
Voor 5 mei was dat natuurlijk moeilijker. Bevrijdingsfestivals konden natuurlijk niet doorgaan. Tegelijkertijd bracht de situatie des te meer op de voorgrond dat het vieren van feest om onze vrijheid onlosmakelijk verbonden is met het besef dat vrijheid geen vanzelfsprekendheid is. Het gaat om veel meer dan alleen het vieren van een feest: op 5 mei staan we stil bij de waarde van het leven in vrede en vrijheid, bij thema’s als respect en verdraagzaamheid. En we staan stil bij de verantwoordelijkheid voor ons allen die democratische rechtsstaat waarin we in vrijheid kunnen leven te onderhouden en te koesteren.”
Hoe vind je een balans tussen vrijheid en veiligheid?
“Vrijheid en veiligheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en komen samen in de term ‘human security’. Veiligheid houdt in dat je beschermd bent tegen criminaliteit en bedreigingen, maar ook dat je jezelf kunt zijn, dat je je kunt ontplooien en je eigen keuzes kunt maken. Over vrijheid en veiligheid wordt vaak gesproken alsof dat tegenstellingen zijn, maar human security omvat juist dat volledige plaatje. In de manier waarop terrorisme en criminaliteit bestreden worden, moet daarmee altijd rekening worden gehouden. Soms moet je dan wat van je privacy opgeven, maar het mag nooit weggecijferd worden.”
Een actueel voorbeeld is de corona-app. Goed voor de bestrijding van het virus wellicht, maar hij is niet verplicht gesteld. Vindt u dat terecht?
“Dat is precies zo’n afweging. Niet van het een tegenover het ander, maar de afweging hoe we die twee kanten van veiligheid met elkaar kunnen verenigen: beschermd zijn tegen de ernstige bedreigingen van een pandemie, en de waarborging van het fundamentele recht van privacy. Het is vanuit dat oogpunt goed voorstelbaar dat gekozen is voor een niet-verplichtend karakter van die app, maar te vragen om expliciete toestemming.
Tegelijkertijd kan een dergelijke discussie niet los worden gezien van onze eigen verantwoordelijkheden in relatie tot het leven in veiligheid in die bredere zin. En dus de verantwoordelijkheid ons te houden aan dringende adviezen en regels die die veiligheid moeten waarborgen, zoals afstand houden en een mondkapje dragen en dus ook het installeren van die app op je telefoon.”
Zijn onze grondrechtelijke vrijheden in gevaar? Dat wordt geroepen door mensen die vinden dat de coronamaatregelen onze grondrechten aantasten.
“We moeten ons voortdurend bewust zijn van dat gevaar, maar we moeten ook het gevaar voor de gezondheid van kwetsbare mensen serieus nemen. En dat betekent dat we bij elke nieuwe vraag die op ons afkomt, bij nieuwe wetgeving waarbij nieuwe bevoegdheden worden gegeven aan de overheid, ons altijd moeten afvragen wat dat betekent voor onze grondrechten. Op die manier waarborgen we dat niet te diep wordt ingegrepen in onze grondrechten. Dergelijke ingrepen worden dan beperkt tot het noodzakelijke, gelet op de belangen die ermee worden gediend, zoals de bestrijding van een pandemie.”
“Het hebben van een mening heeft een andere dimensie, een andere lading dan het hebben van een levensovertuiging. Dat laatste is heel erg verweven met de identiteit van mensen”
Het recht op vrijheid van godsdienst staat steeds meer onder druk, nu ook weer naar aanleiding van de kerkdienst in Staphorst. Is een apart artikel daarvoor van belang? Zou je dat recht niet net zo goed kunnen laten vallen onder het recht op vrijheid van meningsuiting?
“Nee, het gaat om wezenlijk andere zaken. Het hebben van een mening heeft een andere dimensie, een andere lading dan het hebben van een levensovertuiging. Dat laatste is heel erg verweven met en een apart aspect van de identiteit van mensen, daarom is het ook nauw verbonden met het erkennen van de menselijke waardigheid, waar we het al eerder over hadden. Grondrechten zijn nooit absoluut, er kunnen altijd omstandigheden zijn die het beperken ervan noodzakelijk maken. Je moet daar wel goed over nadenken: is het echt noodzakelijk, hoe lang duurt dat dan, en onder welke voorwaarden?”

Ondermijning
Een serieuze bedreiging van de democratische rechtsstaat is de ondermijning door vermenging van de onderwereld en de bovenwereld, door sluipende bedreiging van het openbaar bestuur, meent Hirsch Ballin. “Het raakt aan de fundamenten van onze democratische rechtsstaat. De burger moet de overheid kunnen vertrouwen, hij moet ervan kunnen uitgaan dat politici en bestuurders er zijn om de rechtsstaat voor ons allen te bewaken. Juist daarom is ondermijning, invloed vanuit de criminele wereld daarop, heel gevaarlijk.”
Deze ontwikkelingen zijn niet alleen zorgwekkend vanwege de ondermijning, maar ook vanwege het extreme geweld waarmee deze criminaliteit, vaak drugscriminaliteit, gepaard gaat. “Die extreme gewelddadigheid doet veel met onze samenleving en is een gevaar voor onze rechtsstaat. Neem de moord op Derk Wiersum, vanwege zijn voor de democratische rechtsstaat wezenlijke beroep als advocaat. Als deze criminelen proberen het functioneren van de rechtsstaat te ondermijnen door middel van moord, dan is dat heel zorgelijk.”
Is er wel voldoende aandacht voor?
“Ons opsporingsapparaat en alle andere instanties die bezig zijn met het voorkomen van criminaliteit doen wat ze kunnen, maar het is wel heel complex. Dit zijn enorme criminele organisaties, die bijna als multinationals opereren, geweld niet schuwen, en mensen intimideren. Zij proberen ook door te dringen tot in de besturen, door omkoping en bedreiging. Ze maken gebruik van moderne technieken om hun activiteiten uit te voeren en hebben heel veel geld tot hun beschikking.
Het is heel lastig daar grip op te krijgen. Investeringen in kennis, kunde en capaciteit bij politie en justitie zijn daarvoor van groot belang. Bezuinigingen in de afgelopen jaren hebben juist dergelijke investeringen vertraagd, al wordt nu een inhaalslag gemaakt.”
Terrorisme kan onze veiligheid en vrijheid ook bedreigen. Lopen wij niet het gevaar dat we zo gehecht zijn aan veiligheid dat we bereid zijn daarvoor onze vrijheid in te leveren? “Ik heb niks te verbergen”, zeggen mensen dan.
“Vele mensen realiseren zich niet wat ze dan precies opgeven. Dan kom je weer bij die human security, de menselijke waardigheid, en de samenhang tussen vrijheid en veiligheid. Veiligheid is breder dan alleen zoveel mogelijk bevoegdheden realiseren voor de overheid om terrorisme tegen te gaan. Dan schiet je jezelf in de voet.
“Veiligheid is breder dan alleen zoveel mogelijk bevoegdheden realiseren voor de overheid om terrorisme tegen te gaan. Dan schiet je jezelf in de voet”
Bestrijding van terrorisme moet je alleen doen op een manier die past in de democratische rechtsstaat. Het gaat er dan bijvoorbeeld om dat mensen alleen in de gaten worden gehouden als daar een op informatie gestoelde concrete aanleiding voor bestaat. En leveren algoritmes inderdaad dusdanig betrouwbare informatie op dat het in de gaten houden van een bepaalde persoon daarmee is gelegitimeerd? In hoeverre is het rechtmatig dat we informatie uit verschillende bronnen met elkaar combineren om zo een profiel van iemand vast te stellen? En hoe betrouwbaar is dat beeld dan?”
Nemen wij de democratische rechtsstaat te veel voor lief?
“Ik denk inderdaad dat je in de afgelopen jaren een verslapping van de aandacht voor het belang van onze democratische rechtsstaat en de verankering in de multilaterale rechtsorde kunt waarnemen. Het vertrouwen in de Europese Unie en in de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en in andere internationale gremia is niet overal even groot.
Mensen lijken wat losgezongen van het besef van het belang van die instellingen. Dat hang natuurlijk samen met kennis van de geschiedenis. En begrip van de redenen waarom een stelsel van checks and balances in een democratie zo belangrijk is: je moet weten hoe erg verkeerd het verkeerd kan gaan wanneer die checks and balances en de instituties niet meer werken.
De aandacht daarvoor verslapt te vaak en daarom is het in het kader van 75 jaar vrijheid ook zo belangrijk dat weer goed op het netvlies te krijgen. Op 24 oktober herdenken we het 75-jarig bestaan van de VN. Dat is ook echt een moment bij deze verworvenheden stil te staan, en om het verleden met de vraagstukken van het heden blijven verbinden.”
Marianne Francisca Henrica Hirsch Ballin (1983) studeerde Nederlands recht in Utrecht, met als specialisatie (internationaal) strafrecht. In 2012 promoveerde ze in Utrecht op het proefschrift Anticipative Criminal Investigation. Theory and Counterterrorism Practice in the Netherlands and the United States. In januari 2018 werd Hirsch Ballin benoemd tot hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Vrije Universiteit. Verder is ze bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, rechter-plaatsvervanger en lid van de Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering.