Zonder verbeeldingskracht gaat de samenleving slaapwandelen
Toen mijn broer uit de auto stapte, hebben we elkaar innig omhelsd. We hadden elkaar een Corona-tijd lang niet gezien. De anderhalve meter moest even wijken. Er zijn momenten dat iets anders belangrijker is. Dat vonden de supporters van Willem II natuurlijk ook, toen ze in Tilburg de terugkeer vierden op het Europese voetbaltoneel. Maar onze omhelzing is beter te verkopen.
Mijn broer is muziek en hij leeft van de muziek. Het zijn barre tijden voor podiumkunstenaars. Niet alleen financieel. Hoewel dat al ingrijpend genoeg is. Ze kunnen niet meer tot de verbeelding van anderen spreken. Door de maatregelen die nodig zijn om het virus in te dammen, wordt hen het zwijgen opgelegd.
Een samenleving heeft kunstenaars nodig. Dat herinnert ze zich op de momenten dat hun stemmen klinken, als wat we normaal noemen wordt opgeschud en opengebroken. Maar weet ze het ook nog als een lange tijd die stemmen niet kunnen klinken?
Mijn broer had gelezen dat het zesenzestig dagen duurt om vaste patronen af te leren en nieuwe aan te meten in een veranderde wereld. Ik dacht toen even: ‘Zo weinig tijd is er dus maar nodig om tot de conclusie te komen dat je prima zonder kerkgang kunt.’
De podiumkunstenaar en de dominee weten allebei in al hun vezels dat het niet is zoals het is. Zonder verbeeldingskracht wordt een samenleving in slaap gesust
Mijn broer en ik hebben meer gemeen met elkaar dan dat we uit hetzelfde nest komen. De podiumkunstenaar en de dominee weten allebei in al hun vezels dat het niet is zoals het is. Zonder verbeeldingskracht wordt een samenleving in slaap gesust. Ze verliest het vermogen om buiten bestaande kaders te denken en te doen. De een is voor, de ander tegen. Zo slaapwandelt ze verder, nergens heen.
Een beetje humor kan geen kwaad aan het eind van deze column. Even samen met mijn broer Sam en Moos zijn: Sam en Moos zitten in zwaar weer. Moos is werkloos. Op een dag ziet Sam Moos op het dak van de synagoge staan. Hij staat op zijn tenen en tuurt in de verte. ‘Wat sta jij daar de hele tijd te doen?,’ vraag Sam. ‘Ik ben door de synagoge aangesteld om uit te zien naar de Messias,’ zegt Moos, die onderwijl blijft turen. ‘Betaalt het ook een beetje?,’ vraagt Sam. ‘Nee,’ antwoordt Moos, ‘maar het is wel een vaste aanstelling.’
Evert Jan Veldman is predikant in Groningen