Zo ziet eenzaamheid eruit
Eens per maand, op vrijdagavond, maak ik rond acht uur ’s avonds mijn opwachting bij meneer E. Ik beklim de trap naar zijn portiekwoning, druk op de deurbel en wacht.
Na verloop van tijd hoor ik schuifelende voeten in de gang en de vraag van meneer E.: “Meneer van Dam, bent u daar?” Na mijn bevestigende antwoord gaat de deur voorzichtig open en treed ik binnen.
Meneer E. is dik in de tachtig, en woont al vele jaren alleen. Hij woont in zijn ouderlijk huis dat hij na het overlijden van zijn ouders gekocht heeft.
Ik denk dat er sindsdien weinig aan de indeling is gedaan: schilderijen uit lang vervlogen tijden hangen aan de muur, het bankstel is tot op de draad versleten en het vloerkleed is weggebrand op de plek waar meneer E. op de bank zit. Dankzij zijn sigaren en pijp. Het enige nieuwe element in de kamer is een levensgrote televisie.
Eerst vond hij mijn bezoek wat vreemd. Wat ik kwam doen? En waarom?
Meneer E. gaat drie maal per week met het wijkbusje naar een verzorgingstehuis om warm te eten en er worden boodschappen voor hem gehaald. Door een aardige thuishulp die precies twee minuten heeft voor sociaal contact. Meneer E. zit meestal voor zijn televisie sigaren te roken, dag in dag uit. En vaak ook de nachten, want hij is een slechte slaper.
Eerst vond hij mijn bezoek wat vreemd. Wat ik kwam doen? En waarom? Ik begon dapper aan mijn uitleg over het ouderenpastoraat dat gevraagd had of ik bezoekjes wilden afleggen. Maar echt landen deed die boodschap niet.
Tot ik de naam noemde van de dominee, als was het een codewoord. Als ik door haar gestuurd was, dan moest het wel goed zijn. Of ik koffie wilde?
Inmiddels bezoek ik hem iedere maand. Aan het einde van mijn bezoek trekt hij zijn agenda om een nieuwe datum te prikken, ook al kom ik steevast de derde vrijdag van de maand.
Ik doe dit ook om me te realiseren dat dit bestaat. Bij mij in de stad, een paar straten verderop
We spreken tijdens dat uur altijd over dezelfde onderwerpen: zijn loopbaan, zijn vrijgezellenbestaan, zijn ouders, over zijn broer ver weg. Een heel enkele keer heeft hij een biertje in de aanbieding en één keer kreeg ik een sigaar aangeboden. Maar verder is elk gesprek een kopie van het vorige.
Waarom doe ik dit? Waarom ga ik na een lange werkweek op vrijdagavond koffie drinken bij een man die me altijd hetzelfde verhaal vertelt? Koffie die niet lekker is, maar die ik wel opdrink. Die sigaren rookt waar ik bij zit?
Ik doe dat om alle voor de hand liggende redenen. Maar ik doe het ook om me te realiseren dat dit bestaat. Bij mij in de stad, een paar straten verderop, in deze moderne tijd. Dag in, dag uit. Op de bank zittend, sigaren rokend, wachtend op het einde.
Chris van Dam is lid van de Tweede Kamer voor het CDA
"De grootste pijn die armoede veroorzaakt, is isolement."
Helpen met geld is een belangrijke taak van de diaconie. Maar om sociale uitsluiting tegen te gaan, moet de kerk zich in de marge bevinden. Misschien komt een krimpende kerk daar vanzelf terecht, maar anders zal ze de marge zelf moeten opzoeken. Een interview met de nieuwe hoogleraar Diaconaat Thijs Tromp.