Weg met hoog- en laagopgeleid
Toen ik van de middelbare school kwam, wilde ik journalist worden. Maar omdat ik vwo had gedaan, was de hogeschool geen optie, ik vond het vanzelfsprekend dat ik naar de universiteit ging.
Een enkele vwo’er ging wel naar het hbo, maar daar keken we stilletjes op neer. We wilden ‘alles eruit halen’ en dat deed je op de universiteit. Nu vraag ik mij af: hoe kwamen we hierbij?
Het aantal studenten dat rondloopt op Nederlandse universiteiten stijgt de laatste jaren sterk. In 2010 waren het er ruim 240.000, vorig collegejaar bijna 300.000. Natuurlijk is het een positieve ontwikkeling dat zoveel jonge mensen academisch onderwijs genieten. Niemand verlangt terug naar de tijd waarin de universiteit was bestemd voor een bevoordeelde klasse.
Maar het systeem piept en kraakt. De universiteiten moeten steeds meer studenten verstouwen. Dankzij verschillende acties en onderzoeken van WOinActie krijgen we langzaam maar zeker een helder beeld van de grote werkdruk op het universitaire personeel. Het onderwijs, en de verschoolsing daarvan om al die studenten naar de eindstreep te begeleiden, slokt steeds meer tijd op.
Er moet extra geld komen voor docenten en ja, natuurlijk, veel wetenschappers hebben een ziekelijke neiging tot werken ontwikkeld. Maar waar komt die enorme toename van het aantal studenten vandaan? Volgens mij is een deel van de verklaring ons denken in ‘hoog- en laag opgeleid’. De universiteit is het ‘hoogst haalbare’, terwijl de mbo’ers ergens onderaan de ladder bungelen. De onvermoeibare Marianne Zwagerman wijst er al langer op: weg met dat idee van hoog en laag. Vervangende termen zijn er al: praktisch en theoretisch onderwijs.
Naar het ‘hoger onderwijs’, dat klinkt scholieren als muziek in de oren. Je telt mee, je maakt je ouders trots. Maar theoretisch? Dat klinkt velen mogelijk minder bevredigend in de oren. Heb je zin om boeken door te ploegen om jezelf te ontwikkelen of zou je veel liever praktisch bezig zijn en mooie dingen maken?
Zo nu en dan geef ik les aan journalistiekstudenten op de Christelijke Hogeschool Ede. Ik raakte onder de indruk van de gedrevenheid van veel studenten om de maatschappij met mooie verhalen te lijf te gaan. Onthullende reportages, ontroerende inkijkjes of perspectieven op zingeving. Denken over hoog en minder hoog ontneemt ons het zicht op de waarde van zulk werk.
Uiteindelijk bleek de universiteit voor mij een prima keuze, dat is het punt niet, maar ik geneer me er wel voor dat ik hbo destijds te min vond.