Weer lekker aan de slag
De blik kan weer vooruit. Op het moment van schrijven zijn de middelbare scholen zich aan het voorbereiden op heropening. Er zijn allerlei protocollen en bijzondere maatregelen bedacht om te zorgen dat het ‘echte’ onderwijs in afgeslankte vorm weer hervat kan worden.
Het maakt allerlei gevoelens los. Vreugde om de leerlingen weer te zien, want contact met de leerlingen is per slot van rekening voor velen van ons de voornaamste motivatie om dit werk te doen. Zorgen over de risico’s, want niemand kan precies zeggen wat het besmettingsgevaar zal zijn voor deze groep leerlingen en voor de docenten.
En bedenkingen over achterstanden, want leerlingen hebben waarschijnlijk minder kunnen doen dan in een normale schoolsituatie.
Vreugde om de leerlingen weer te zien, want contact met de leerlingen is per slot van rekening voor velen van ons de voornaamste motivatie om dit werk te doen
Dat woord ‘achterstand’ zit me een beetje dwars. Wanneer een wielrenner het peloton niet kan bijhouden en later over de eindstreep komt dan de grote groep, dán is er een achterstand. En natuurlijk zal het voorkomen dat een individuele leerling minder heeft kunnen doen dan haar klasgenoten, bijvoorbeeld door een thuissituatie die het moeilijk maakt om al het schoolwerk thuis te doen.
Dat kan lastig zijn, want als docent wil je dan de draad oppakken waar je denkt dat de klas gemiddeld is, terwijl deze leerling nog niet zo ver is. Dat zal individuele aandacht van de docent vragen.
Maar wanneer je als docent niet alles hebt kunnen doen wat je gewend bent, omdat je tijd nodig had om het thuisonderwijs uit te denken, of omdat je eigen thuissituatie het moeilijk maakte om zo veel te doen als je had gewild, of omdat jouw onderwijs zich minder goed leent voor werken op afstand - dan is er dus geen achterstand.
Misschien heb je nu minder stof behandeld dan vorig jaar rond deze tijd. Misschien krijg je het boek voor dit leerjaar niet uit. Misschien moet je volgend jaar iets sneller werken of bepaalde onderdelen herhalen. Nou en?
Dat we collectief minder leesstof hebben behandeld dan anders, dat is echt niet erg. Dat vangen we volgend schooljaar wel op
Ik vind dus dat we niet te veel ophef moeten maken over die ‘achterstanden’. Individuele leerlingen moeten we natuurlijk helpen als ze niet meer bij hun klas kunnen aanhaken. Maar dat we collectief minder lesstof hebben behandeld dan anders, dat is echt niet erg. Dat vangen we volgend schooljaar wel op. Het liefst met alle leerlingen ook daadwerkelijk in een hogere klas, want ook daar zullen we flexibeler moeten zijn dan onder normale omstandigheden.
Het is interessant dat veel scholen het ‘blijven zitten’ dit jaar afschaffen. Wie weet is deze denkwijze iets om na de coronacrisis vast te houden? In elk geval sta ik te springen om de leerlingen weer te zien, met hen samen te kijken waar ze nu staan en ze verder te helpen. In een echte les.
Adriaan Kegel is leraar klassieke talen in Groningen