Leren van het Trumpisme
Gelukkig, de overwinning kan Biden niet meer ontgaan. Je hoort bijna een zucht een verlichting door de West-Europese straten gaan. De gedachte is kennelijk: na vier donkere Trump-jaren gloort er eindelijk licht, we kunnen weer ‘back to normal’, streep eronder en door.
Zou het? Al heeft Biden gewonnen, Trump heeft niet verloren. Trumps machtsbasis is opnieuw zo groot gebleken, dat hij voorlopig een factor van betekenis zal blijven. En Biden zal dan een beminnelijke, maar machteloze president blijken te zijn.
Want waar Biden is, daar zal Trump zijn. Hij zal de liefdesband met zijn aanhang verstevigen, hij zal rally’s houden en hij zal zich blijvend bemoeien met het beleid van zijn opvolger, onophoudelijk en gevoed door wraakzucht.
Lees ook: Waarom kozen Amerikaanse christenen voor Trump?
De Joods-Amerikaanse filosoof Hannah Arendt wijst er in haar boek Totalitarisme op dat er voor antidemocratische politiek een paar zaken nodig zijn: ressentiment onder een massa burgers over sociale of economische problemen, een pakkend propagandaverhaal met duidelijk aanwijsbare zondebokken en voldoende steun van een rijke, machtige elite.
Vul de naam van Trump in en je ziet het gebeuren. En anders staat er na hem wel een Trump-Junior klaar. Ooit gold de Amerikaanse democratie als een baken van politieke stabiliteit, gestoeld op de fundamentele rechtsprincipes orde, gerechtigheid en vrijheid. De Trump-dynastie rekent er mee af, verpakt in rancuneuze celebrity-politiek.
De belangrijkste les: populisme moet niet als een scheldterm worden gebruikt
Voor Nederland en andere Europese landen zijn er verschillende lessen te trekken. De belangrijkste les: populisme moet niet als een scheldterm worden gebruikt. Veel zinvoller is het te zoeken naar het ‘ja’ achter het ‘nee’ van populistische partijen.
Als hun aanhangers hun woede over de politiek uiten, is dat een teken van betrokkenheid. Zij zijn niet de tegenstanders die wij zo snel mogelijk moeten vergeten; zij kunnen ons leren wat gevestigde partijen misschien wel vergeten zijn.
Populisme is ten diepste de uitdrukking van het verlangen naar een cultuur van gemeenschap en geborgenheid. In een herijking van ‘gemeenschap’ ligt de sleutel voor een nieuwe betrokkenheid van burgers bij de publieke zaak.
Een tweede les: investeer in democratisch burgerschap. Er wordt al lang gesproken over de vraag wat het bezielde verband is van de samenleving. Is dat de zogeheten joods-christelijke cultuur of toch iets anders? Misschien is het behulpzamer om dat verband te zoeken in iets als een rechtscultuur.
Lees ook: Niet elke volksmenner is een populist
Een rechtsstaat kan immers niet zonder rechtsgemeenschap. En dan kunnen we het hebben over de democratische cultuur, waarin democratie niet alleen een kwestie is van de meerderheid telt, maar ook betekent dat rekening gehouden moet worden met minderheden.
We kunnen het dan ook hebben over de grondwettelijke godsdienstvrijheid. Godsdienstvrijheid veronderstelt ook een godsdienst van vrijheid: een religie die de vrijheid van ieder mens eerbiedigt en uitdraagt.
Ten slotte: investeer in vitale instituties van de democratische rechtsstaat. Op allerlei niveaus wordt vervreemding ervaren: vervreemding van de eigen leefomgeving soms, maar vooral ook van organisaties en de overheid. In een onbestendige wereld kunnen instituties dragers van ethiek zijn.
Hoe kunnen instituties krachtig zijn en hoe kunnen ze tegelijk van burgers zijn? Het is een morele opdracht om te blijven zoeken naar het antwoord.
Pieter Jan Dijkman is directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA
De versplintering van een wereldmacht
Wat is er toch aan de hand met de Verenigde Staten? Het land lijkt in opperste staat van verwarring met een losgeslagen president, steeds meer geweld en een lamgelegde democratie. En dan zijn er ook nog verkiezingen in november. Het lijkt alsof het land langzaam implodeert. Wat is er typisch Amerikaans aan de problemen en wat is de rol van Trump? Een interview met politicoloog en Amerikanist Koen Petersen.