
Wat is er toch gebeurd met de dreiging van de millenniumbug?
Op 11 november 1998 schreef de Volkskrant in een alarmerend artikel: ‘Het koor van de doemdenkers groeit. Het is te laat om in alle systemen in Europa en Amerika de millenniumbom onschadelijk te maken.’ Aan het woord was vicepresident G. Unwin van Europa’s grootste automatiseringsbedrijf Cap Gemini.
De teneur van het stuk was duidelijk: over iets meer dan een jaar zou de hele wereld de millenniumwisseling meemaken, terwijl de privécomputers, maar ook wereldwijd de vitale systemen daar niet klaar voor waren. Massale uitval met als gevolg een digitaal armageddon en een totaal ontwrichte samenleving zouden ons te wachten staan. Tenminste, als de wereld niet snel in actie zou komen om het onheil af te wenden.
De krant had navraag gedaan bij het door de regering ingestelde Nederlandse Millennium Platform, onder leiding van oud-Philipstopman Jan Timmer bij welke energiecentrale, ziekenhuis, uitkeringsinstantie of brandweerkorps de systemen dreigden uit te vallen als het eenmaal zover was. Maar de journalist van de krant kreeg geen bevredigend antwoord op zijn vraag. En hij concludeerde: Nederland is niet klaar voor de millenniumwisseling.
Angst
Wat was nou, die millenniumbom of millenniumbug, waar de wereld zich eind jaren negentig van de vorige eeuw zich zo druk over maakte? De achtergrond van de angst was dat computers in de twintigste eeuw bij het opslaan van de datum alleen de laatste twee cijfers van het jaar gebruikten. Zo werd 29 december 1981 bijvoorbeeld opgeslagen als 29-12-81.
Computers hadden in de beginperiode van het digitale tijdperk niet al te veel geheugenruimte, die bovendien nogal duur was. Dus in plaats van het hele jaartal te noemen gebruikten programmeurs alleen de laatste twee cijfers. De grote angst was dat in de eerste seconde van het jaar 2000 de computertijd zou terugspringen naar 01-01-1900 met alle funeste gevolgen van dien, omdat de machines en systemen die digitaal werden bestuurd dan in de war zouden raken.
Dat dit probleem zich kon voordoen was ook in andere, eerdere gevallen bekend waarbij in geautomatiseerde administratieve bestanden alleen de laatste cijfers van een jaartal werden gebruikt. Het was wel eens voorgekomen dat 100-plussers een oproep kregen voor de leerplicht of voor een medische keuring van kinderen. Maar nu zou het niet bij zoiets onschuldigs blijven. Als er niets werd gedaan, zou de hele wereld plat gaan.
Instorten
Veel mensen haalden hun schouders op voor het probleem. De wereld was lang niet zo gedigitaliseerd als nu. Er was nog in de verste verte geen smartphone of hanteerbare laptop of tablet te bekennen. En niemand had eigenlijk verstand van computers. Maar als deskundig beschouwde mensen roerden de trom.
Bijvoorbeeld de Canadese computerpionier Peter de Jager reisde sinds 1991 de wereld rond om het bedrijfsleven te waarschuwen voor de millenniumbom. Volgens hem zou de techniek ons in de steek laten. Veel bedrijven gaan failliet en nu nog goed werkende voorzieningen zullen instorten, was zijn boodschap. Het merkwaardige aan de millenniumgekte was dat gedurende de jaren negentig het probleem al lang door deskundigen was onderzocht. De conclusie: er is niets aan de hand. Maar in 1998 sloeg die stemming zonder aanwijsbare reden om.
Opeens circuleerden er verhalen over uitvallende elektriciteit en ontploffende kerncentrales en ander groot onheil als het jaar 2000 aan zou breken. De spanning liep steeds verder op. Zo verscheen in de weken naar de eeuwwisseling toe in Nederland zelfbenoemd informaticadeskundige en opiniepeiler Maurice de Hond veelvuldig op tv. De Hond, toch al niet bekend om zijn goed overwogen en genuanceerde oordelen, waarschuwde de Nederlanders op hoge toon. We mochten er niet op vertrouwen dat het goed zou gaan. We moesten zelfs water inslaan en voorraden opbouwen.
Millenniumproof
Van tevoren waren overheden al begonnen om zich voor te bereiden op de millenniumbom, maar dat ging traag en was duur. Grote informaticaprojecten waren toen, net als nu, vaak tot ellende gedoemd. Om de verwachte problemen te voorkomen, moesten overal ter wereld vele tienduizenden programma’s gecontroleerd worden en werden veel systemen voorzien van versies van software waarvan bekend was dat ze zogenoemd ‘millenniumproof’ waren. Computerbedrijven en programmaschrijvers hebben hieraan wereldwijd miljarden verdiend. In Nederland gaf de overheid twee miljard gulden uit.
Makkelijker Maar het kon veel makkelijker. In enkele gevallen werden gewoon de klokken van systemen teruggezet, bijvoorbeeld. De hele wereld haalde op 1 januari 2000 opgelucht adem. Er was helemaal niets gebeurd. Een paar storingen werden gemeld. Maar hun aantal week niet af van andere tijdens welke jaarwisseling dan ook.
Gek laten maken
In de eerste dagen van het jaar 2000 ontstond al snel een discussie. Hadden we ons gek laten maken of kwam het door de genomen maatregelen dat er niets was gebeurd? Waarschijnlijk het eerste. Er waren miljarden uitgegeven voor een verondersteld probleem dat niet bestond. Ook in de ontwikkelde economieën van Azië waren uitgebreide maatregelen getroffen. Niet alleen aan het zogenaamd millenniumbestendig maken van de computers.
Zo sloeg de centrale bank van Zuid-Korea miljarden aan cash op in de kelders van het gebouw om de eerste nood te kunnen lenigen als de bankensystemen het zouden laten afweten. China en India deden relatief weinig en daar liep alles ook gewoon als vanouds door.
Naast opluchting zijn er ook gevoelens van deceptie opgetekend: wat jammer dat er niets gebeurde. We hadden ons er nog wel zó goed op voorbereid.
Deze serie gaat over zaken waarover mensen zich ooit veel zorgen maakten, maar waar je nu weinig van hoort. Bepaalde klimaatdreigingen, ziekten, atoombommen. Waar zijn die problemen gebleven? Dit is de vijfde aflevering: de millenniumbug.