Wantrouwen krijg je altijd terug
Ooit hoorde ik een citaat dat mij erg aansprak: ‘Vertrouwen wordt zelden beschaamd, maar wantrouwen krijg je altijd terug.’
Toch werd ik vaak meewarig aangekeken als ik deze uitspraak citeerde. ‘Ach ja, jij komt uit het basisonderwijs’, kreeg ik eens te horen. ‘Dáár kun je zo denken, maar in het echte leven werkt het anders!’
Tja, dat echte leven. Dat hebben we inderdaad leren kennen aan de hand van de toeslagenaffaire. Ik ben echt niet deskundig op dat gebied, maar onthutsend mag het structurele wantrouwen dat naar boven is gekomen toch wel genoemd worden. Vaak ook nog ingegeven door de culturele achtergrond van mensen en door algoritmen in computerprogramma’s. Wantrouwen dat mensen trof die alleen maar gebruik maakten van de hen gegeven mogelijkheden tot het verkrijgen van kinderopvangtoeslag.
Dit wantrouwen in burgers bleef niet beperkt tot het ministerie van Sociale Zaken of de Belastingdienst. Ook in het onderwijs heeft dit wantrouwen bijvoorbeeld lang het inspectietoezicht gekleurd. Wantrouwen in de deskundigheid van scholen. Met als gevolg dat de inspectie objectieve toetsen hanteert om de onzekerheid, die elk menselijk handelen nu eenmaal kenmerkt, tegen te gaan.
Zelf ken ik eigenlijk alleen maar onderwijsbestuurders die zich met hart en ziel inzetten voor goed onderwijs
En ook nu merk je - nog steeds - wantrouwen in onderwijsbestuurders, die onvoldoende transparant zouden zijn in de manier waarop zij het onderwijs aansturen en financiële middelen inzetten. Zelf ken ik eigenlijk alleen maar onderwijsbestuurders die zich met hart en ziel inzetten voor goed onderwijs aan de leerlingen en studenten op hun scholen.
Ik hoop dat er door de les van de toeslagenaffaire - ‘wantrouwen krijgt je altijd terug’ - een andere beweging op gang komt. Namelijk dat we weer uitgaan van vertrouwen dat mensen in overgrote mate hun beste beentje willen voorzetten en hun werk met passie en professionaliteit uitvoeren.
Waarom doen ze dat? Om als burger verantwoordelijkheid te nemen voor een vreedzame samenleving. Om dankbaar en eerlijk gebruik te maken van de mogelijkheden en de ruimte die een vrije en democratische maatschappij hen biedt. Kortom: ik hoop dat medemenselijkheid en de menselijke maat ons handelen weer gaan bepalen.
En ja, dat kan soms teleurstelling geven, want je vertrouwen kan beschaamd worden. Dat vergt natuurlijk een goed gesprek of de inzet van sancties. Maar het mag niet leiden tot het gevoel dat niemand te vertrouwen is en daarop je handelen baseren.
Juist dan, als het moeilijk wordt, is het van belang te laten zien dat het vertrouwen in je medemens de basis is van je moreel kompas. Omdat je uiteindelijk graag zelf vanuit dat vertrouwen benaderd wilt worden, wil je zo ook anderen behandelen.
Dick den Bakker is onderwijsadviseur.