Wanneer is iets discriminatie?
Krap drie weken geleden zijn in Amsterdam de ramen van het restaurant Ha Carmel opnieuw ingeslagen, en werd geprobeerd een buitgemaakte vlag in brand te steken. De opgepakte dader is een Syrische asielzoeker die gevlucht is uit Yarmuk, het Palestijnse stadsdeel van Damascus.
Dezelfde man sloeg ook op 7 december 2017 de ramen bij dit restaurant kapot. Als reden voerde hij de woede aan, die hij voelde over het besluit van president Trump om de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem te verplaatsen.
Over discriminatie gaat in ons Wetboek van Strafrecht in hoofdzaak artikel 137:
137 lid c ‘Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft…’
137 lid d ‘Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen een persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging (…) wordt gestraft…’
Strafproces
In het eerste strafproces in juli 2018 denkt het Openbaar Ministerie daar helaas anders over.
In zijn requisitoir stelt van de Officier van Justitie: '...is het discriminatie-artikel 137 uit het Nederlandse wetboek van strafrecht niet ten laste gelegd omdat de antidiscriminatie-artikelen in ons Wetboek van Strafrecht zien op mondelinge of schriftelijke uitingen. Het vernielen van ramen of het stelen van een vlag zijn hándelingen, geen uitingen als bedoeld in de discriminatieartikelen. De term ‘antisemitisme’ komt in ons Wetboek van Strafrecht niet voor, is als zodanig niet apart strafbaar gesteld en kan dus ook niet ten laste worden gelegd.'
De verdachte werd alleen veroordeeld voor brandstichting en vernieling.
Volgens zowel de officier van Justitie als de rechter bepaalt niet de discriminatoire intentie of de handeling de strafmaat maar een mondelinge of schriftelijke uiting. Dus alleen iets zeggen of schrijven, niet iets doen. Ramen ingooien valt juridisch gezien kennelijk niet onder dit artikel, omdat het geen oproep is tot gewelddadig optreden maar het optreden zelf.
Wie dat begrijpt, mag het mij komen uitleggen.
Het hoort uiteraard geen verschil te maken of iemand de ramen ingooit bij een moskee, bij een lesbisch stel of bij een joods restaurant.
Wanneer het - op zich goede - strafwetartikel 137 niet kan leiden tot een forse straf, dient dit aangepast of gewijzigd te worden. En wel zodanig dat bij discriminatie de definitie van uitingen niet alleen woord en geschrift inhouden maar ook handelingen.
Anders blijven alle mooie verhalen in het Parlement over een betere aanpak van antisemitisme, moslimhaat en homohaat voor de bühne. Dan helpt aangifte doen niet. Dan blijven lieden die discrimineren en mensen tegen elkaar opzetten ongestraft. En dat mag niet zo blijven.
Hanneke Gelderblom-Lankhout was D66 twaalf jaar gemeenteraadslid voor D66 in Den Haag en dertien jaar lid van de Eerste Kamer, waarvan vijf jaar ook lid van de Raad van Europa