Vrijheid van meningsuiting werkt twee kanten op
Het klinkt zo gewoon. Iedereen in Nederland heeft het recht te zeggen wat hij vindt en denkt.
Demonstreren is een grondrecht. En dus mag je, als je het oneens bent met de coronamaatregelen, voor het parlement gaan staan met een groot spandoek met daarop de tekst: ‘de overheid heeft schijt aan onze vrijheid’. Een spotprent in de media wordt door een politicus meestal opgevat als bewijs dat hij of zij er kennelijk toe doet.
De afschuwelijke moord op de Franse leraar maatschappijleer Samuel Paty heeft snoeihard duidelijk gemaakt dat het met die vrijheid van meningsuiting lang niet overal zo goed gesteld is.
Paty had als roeping om, conform het principe van laïcité - de Franse vorm van scheiding van kerk en staat -, zijn middelbare schoolleerlingen voor te bereiden op een pluriforme samenleving. Hij wilde hen leren begrijpen dat wat voor de één een doodgewone grap is, voor de ander een heel andere lading kan hebben.
Lees ook de column van Ruth Peetoom over de vrijheid van meningsuiting
Voor moslims is het afbeelden van de profeet Mohammed, zeker wanneer dat met een granaat in zijn tulband is, geen leuke grap, maar iets dat hen intens pijn doet. Niet iedereen weet dat, maar Samuel Paty wist het wel.
Juist vanwege het grote goed dat vrijheid van meningsuiting heet, moet je rekening houden met elkaar. En dat betekent ook dat je soms moet accepteren dat de ander leuk vindt wat jou pijn doet. Daarom vond Paty het goed dat je bij de bespreking van zo’n soort onderwerp even de klas uit ging. Wel onder de voorwaarde dat je terugkwam, weer aan het gesprek deelnam en uitlegde wat jou zo dwarszat.
Helaas bestaan er ook extremistische groepen die, al dan niet religieus gemotiveerd, deze grondbeginselen weigeren te accepteren. Zij willen geen rekening houden met anderen, maar hun eigen opvattingen opleggen. Discussie is ongewenst en overbodig. Angst zaaien en met grof geweld dreigen, zien zij als een legitiem middel tegen degenen die zich niet aan hun principes wensen te houden.
‘Wanneer iemand een ziel doodt, dan is het alsof hij alle mensen heeft gedood’
De plicht om die mensen te doden, is een perverse uitleg van de Koran. Die uitleg staat volstrekt in strijd met een soera die letterlijk in de Koran staat: ‘Wanneer iemand een ziel doodt, dan is het alsof hij alle mensen heeft gedood en wanneer iemand een ander laat leven dan is het alsof hij alle mensen laat leven.’ Een tekst van dezelfde strekking staat in de Talmoed: ‘Iemand die een leven redt, redt de hele wereld.’
De perverse interpretatie van de Koran, die het moorden rechtvaardigt, wordt gelukkig door de overgrote meerderheid van de Nederlandse moslims afgewezen. Slechts een klein aantal laat zich leiden door extremisten die onze grondwettelijke principes weigeren te aanvaarden en zich - al dan niet in het openbaar - inspannen om onze democratische samenleving te ontwrichten.
Het is daarom goed dat het OJCM - het overlegorgaan van joden, christenen en moslims - heeft uiteengezet dat wij schouder aan schouder staan in onze keuze voor een democratisch Nederland. Geïnspireerd door onze religieuze tradities staan wij voor een sterke maatschappelijke samenleving die gebaseerd is op vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en bescherming van de rechtsstaat.
Hanneke Gelderblom-Lankhout was D66 twaalf jaar gemeenteraadslid voor D66 in Den Haag en dertien jaar lid van de Eerste Kamer, waarvan vijf jaar ook lid van de Raad van Europa