Van regelzucht naar burgerruimte
Niet alleen de rijksoverheid, ook lokale overheden kunnen gemakkelijk in de greep raken van regelzucht en controledrang, zonder oog te hebben voor de goede bedoelingen van burgers.
Een paar jaar geleden wilden wij als bewoners van een wijk in Den Haag een onooglijk, braakliggend stukje grond, ingeklemd tussen een paar huizen, omtoveren tot een zogeheten vlindertuin. Het moest een kruising worden tussen een siertuin, een veilige speelplek voor kinderen en een ontmoetingsplek voor buren. Wij gingen naar de gemeente met ons nobele bewonersinitiatief.
De gemeente toonde zich aanvankelijk welwillend. De vlindertuin werd vrij snel aangelegd, compleet met speeltoestellen, voorleesstoel en ‘minibieb’. De betrokken bewoners stelden een roulatieschema op voor het sleutelbeheer en het dagelijks openen en sluiten van de tuin.
Er diende de hele dag iemand aanwezig te zijn. want stel je voor, er zou zomaar ‘iets’ kunnen gebeuren
Maar toen begon het gelazer en werd er een rits aanvullende eisen gesteld. Want wacht, we konden natuurlijk niet zomaar ’s ochtends de tuin openen, dan weg gaan en ’s avonds de tuin sluiten. Er diende de hele dag iemand aanwezig te zijn. Want stel je voor, er zou zomaar ‘iets’ kunnen gebeuren, en wie was dan verantwoordelijk? En o ja, wij als zogenaamde ‘toezichthouders’ dienden natuurlijk wel een VOG-verklaring af te geven.
Kortom: ons plan werd afgewezen. Weg bewonersinitiatief. De gemeente vroeg een welzijnsorganisatie als dagelijks aanwezige toezichthouder op te treden. Inmiddels is de tuin slechts twee dagdelen geopend. Druk is het er niet.
Het was een klassieke botsing tussen twee werelden: de systeemwereld van de overheid en de leefwereld van de buurtbewoners. Terwijl de lokale overheid, geregeerd door angst, dacht in termen van procedures, controle, toezicht en beheersing, redeneerden wij burgers vanuit onze alledaagse werkelijkheid: inspiratie, interactie, ontmoeting en betrokkenheid.
Het was een klassieke botsing tussen twee werelden: de systeemwereld van de overheid en de leefwereld van de buurtbewoners
‘De visie die we hebben op de vlindertuin is dat het zoveel mogelijk een tuin voor, door en met de buurt moet worden’, zei de ambtenaar nog bij de opening van de tuin. Maar intussen waren er wel twee dingen gebeurd.
In de eerste plaats was de intrinsieke motivatie van de buurtbewoners verdwenen, het vuur om zich in te zetten voor een vreedzame buurt was gedoofd. Van een inspirerend gemeenschapsgoed was de vlindertuin verworden tot een consumptiegoed. En in de tweede plaats ontstond tussen overheid en bewoners wantrouwen en kille zakelijkheid.
CDA-Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt vindt dat een ‘nieuw sociaal contract’ nodig is. Het is een wat ongelukkige term, maar hij bedoelt waarschijnlijk dit: de macht van de overheid is er om te dienen, niet om wantrouwen te zaaien en elk mogelijk risico uit te sluiten.
Hij heeft gelijk: een bezinning op de manier waarop overheid, burgers en ook het bedrijfsleven zich tot elkaar verhouden, is essentieel voor het behoud van de maatschappelijke vrede. Van regelzucht naar burgerruimte - laat dat dan het motto zijn.
Pieter Jan Dijkman is directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA
Op weg naar een nieuw sociaal contract
Er is onvrede in de samenleving en die lossen we niet op met een paar marginale aanpassingen. Een nieuw sociaal contract is nodig, waarbij de inspraak voor burgers groter is.