Vakbeweging op een kruispunt
In het recente debat over pensioenen bleek dat de vakbeweging nauwelijks mandaat had om te bewegen - uiteindelijk net genoeg. Vakbonden zetten zich versterkt in voor ouderen. Dit is misschien wel logisch met het oog op het ledenbestand, toekomstgericht is het niet. En werfkracht richting jongeren heeft zo'n houding al helemaal niet. Om in de 21ste eeuw een relevante speler te zijn, moet er meer gebeuren.
De vakbeweging staat op een kruispunt. Een weg terug is er niet. Grofweg geschetst kan de vakbeweging drie kanten op. 'Linksaf' is de weg naar radicalisering: lak aan gevestigde instituties, gericht op het verkrijgen van een maximaal aandeel in de economische koek en van de macht in bedrijven. Deze koers vindt steun in categorale bonden van bijvoorbeeld de piloten en ook in delen van de FNV.
Voor dit scenario is nogal wat power nodig. Die is er alleen als veel mensen hetzelfde werk doen en met stakingen de werkgever flink kunnen schaden. Dit is steeds minder de realiteit in bedrijven. Bovendien: werknemers zijn niet gebaat bij alleen poen. Sociale systemen en scholing zijn belangrijk om de werknemers zekerheid en flexibiliteit te bieden. Hervormingen zijn nodig om deze stelsels dienstbaar te maken voor de werknemer van nu en later.
'Rechtsaf' is de koers die buigt richting werkgevers, om in pais en vree het beste eruit te halen. Van deze koers is vakbond De Unie exponent. Individuele ondersteuning, geen geworstel met nationale thema’s. De vakbond als (commercieel) service-instituut.
Wat is dan 'recht vooruit'? Allereerst de moed om zich in het maatschappelijk debat in te zetten voor eerlijke arbeidsverhoudingen en sociale stelsels. Noem dit profilering, of branding. Een voorbeeld: permanente zelfstandigenaftrek is een oneigenlijk fiscaal voordeel en het is volkomen terecht dat de nieuwe CNV-voorzitter Piet Fortuin hiertegen stelling neemt.
Een tweede element op de weg vooruit is scholing en toerusting, bedoeld om werkenden in hun ontwikkeling bij te staan en weerbaar te maken in de economie en arbeidsmarkt van de toekomst. Moderne middelen bieden geweldige kansen voor bijvoorbeeld blended learning (zowel online als offline). Noem dit het 'product' van de vakbond.
Een derde element is interne reorganisatie. Binnen zowel CNV als FNV is dit een slepend proces, dat snel moet worden afgerond om de energie weer op volle kracht naar buiten te richten. Bonden en vakcentrales moeten in één organisatie samenkomen en alle mensen en middelen bundelen. CAO’s, acties en communicatie kunnen in divisies georganiseerd worden. Noem dit 'slagkracht'.
De vakbeweging staat op een kruispunt. Met moed om te profileren, een goed eigentijds product en voldoende slagkracht, verdienen CNV en FNV meer leden en worden zij ook in de 21ste eeuw bepalende en gerespecteerde spelers voor sociaaleconomische verhoudingen.
Aart Jan de Geus is bestuursvoorzitter van de Bertelsmann Stiftung, een onafhankelijke denktank in Duitsland.