Koester je identiteit
Het was voor mij toch wel een onthutsende vraag van die bestuurder, werkzaam geweest in het openbaar onderwijs en sinds enige tijd in het christelijk onderwijs. Het verraste hem dat er zo weinig prioriteit op zijn scholen wordt gegeven aan de christelijke identiteit en aan de professionele reflectie daarop. Is dat herkenbaar, vroeg hij mij.
Ik moest even nadenken over deze vraag en als ik heel eerlijk ben, herken ik het door hem geschetste beeld wel: er bestaat verlegenheid over de vraag hoe de christelijke identiteit ter sprake kan worden gebracht. Vaak is die fase van verlegenheid een gevolg van een al te grote vanzelfsprekendheid die lang in de school heeft bestaan.
‘Zo doen we dat hier al jaren’, of ‘Ik wil me inzetten om onze identiteit te bewaken’, of ‘Dat doe je toch niet op een christelijke school?’. Zomaar wat uitspraken, waardoor het gesprek op zo’n school niet gevoerd kan worden en daarom lang is veronachtzaamd. Daarnaast durfden leraren steeds minder te zeggen wat ze echt denken, bang om ‘door de mand te vallen’ of gelovig te licht bevonden te worden.
‘Hoeveel van onze kinderen zitten zondags nog in de kerk?’, is ook zo’n vraag die verlammend werkt
Naast verlegenheid zie je ook wel verzet tegen de christelijke roots. ‘Dat is toch niet meer van deze tijd’, hoor je dan. En ‘hoeveel van onze kinderen zitten zondags nog in de kerk?’, is ook zo’n vraag die verlammend werkt.
Ja, ze zijn er nog wel: christelijke scholen voor christelijke kinderen. Toch is dat niet het kenmerk van het grootste deel. Steeds minder zitten daar kinderen op die gewend zijn naar een kerk te gaan of thuis Bijbelverhalen te horen. Heel vaak bezoeken kinderen met een islamitische of andere levensbeschouwelijke of culturele achtergrond de school.
Het doet me denken aan die christelijke school in Nijverdal, die ruim honderdvijftig jaar geleden werd opgericht door een sociaal bewogen iemand. Deze man wilde de kinderen van de arbeiders van de textielfabriek - ze groeiden op zonder god of gebod en vaak met een dronken vader - een betere toekomst geven. De Bijbelverhalen werden verteld, naastenliefde in daden omgezet.
Zou je hiermee niet de verlegenheid, het verzet en de verlamming te boven kunnen komen? Namelijk door na te gaan wat de school kinderen mee wil geven. Opdat ze zelf nu en later goede keuzes leren maken en om volwassen in het leven te kunnen staan, bijdragend aan het vreedzaam samenleven van al die verschillende mensen.
Zou je de verlegenheid, het verzet en de verlamming te boven kunnen komen door na te gaan wat de school kinderen mee wil geven?
Dan is niet de vraag ‘hoe christelijk je nog bent’, maar wat het christelijk geloof en de christelijke traditie aan waardevols kunnen bieden om kinderen mee te geven in het (school)leven van alledag. En hoe je dit inspireert met rituelen, gebruiken en verhalen.
Om op deze vragen antwoorden te kunnen vinden, dienen christelijke scholen niet te beducht zijn om over die vragen professioneel en met persoonlijke betrokkenheid na te denken. Want alleen dan laat je, met het oog op de persoonsvorming van kinderen, het goud dat je in handen hebt niet ongebruikt liggen.
Dick den Bakker is onderwijsadviseur