Twijfel over de anderhalve meter helpt niemand
Het begon zo goed. Bij de aanvang van de coronacrisis was de spelverdeling tussen de wetenschap en de politiek vrij overzichtelijk. De wetenschap, samen gebracht in het Outbreak Management Team (OMT), hield zich bezig met de waardering van de feiten, het duiden van de situatie, het formuleren van adviezen.
En de politiek beperkte zich tot overnemen van de adviezen, het treffen van de voorgestelde maatregelen, het zorgen voor de middelen en de randvoorwaarden. En daar hadden zowel de wetenschap als de politiek ieder hun handen vol aan.
Zo stonden in de beginweken van de crisis wetenschap en politiek broederlijk naast elkaar op de zeepkist hun verhaal te doen. En voorafgaand aan de Kamerdebatten was er telkens een technische briefing, verzorgd door Jaap van Dissel, de voorman van het OMT. Hij bleef kunstig weg bij een politieke duiding van de situatie, het kabinet bleef kunstig weg bij het plaatsen van vraagtekens bij de wetenschappelijke inhoud. Ieder z’n vak.
Maar naarmate de tijd vorderde en de druk wat van de ketel ging, meldden zich andere deskundigen. Vaak ook wetenschappers. Uit de medische hoek, maar ook uit andere disciplines. Statistici, demografen, sociale wetenschappers, economen. You name it.
Ze vonden niet direct het oor van het kabinet, maar wel het oor van de kijkers van onze praatprogramma’s. Avond aan avond verkondigden zij via de televisie hun eigen, vaak andere kijk. Anderhalve meter? Onzin!
Met effect. De wetenschappelijke twijfels sijpelden door naar het publieke debat, naar het politieke debat. Klopt het wel wat Van Dissel zei? Ook ik, als politicus, werd benaderd door deze ‘andere’ wetenschappers. En er zijn heel wat burgers die zich stevig lieten beïnvloeden: Malievelden vol!
De media deden er uiteraard fors aan mee. Ook als 99,9% van de wetenschappers van mening was dat 1,5 meter wetenschappelijk gezien de beste papieren had, dan nog was het voor een programma interessant die wetenschappelijke tegenstander (0,1%) aan tafel te krijgen. Want de beste brandstof voor dit soort programma’s is de tegenstelling van standpunten.
Ik zou al die wetenschappers willen aanraden dat wetenschappelijke debat primair binnen de muren van de wetenschap te voeren
Het wetenschappelijke oordeel kenmerkt zich door een nooit 100% zeker weten of het 100% tevreden zijn met een standpunt. Er is en blijft altijd discussie. Dat is een wezenskenmerk van de permanente wetenschappelijke zoektocht naar de best denkbare kennis.
Maar ik zou al die wetenschappers toch willen aanraden dat wetenschappelijke debat primair binnen de muren van de wetenschap te voeren, dan wel duidelijk te maken welke waardering en support een specifiek standpunt binnen de wetenschappelijke wereld ten deel valt.
De samenleving opschepen met twijfel helpt niemand. En het debiteren van ‘wetenschappelijke inzichten’ die door collega-wetenschappers nauwelijks gedeeld worden, niet of nauwelijks getoetst zijn, slechts beleden worden door een perifere groep, daar help je al helemaal niemand mee. En zeker niet deze politicus.
Chris van Dam is lid van de Tweede Kamer voor het CDA