
Tussen globetrotters en buurtbewoners
De Britten zijn eruit. Eindelijk. Frans Timmermans schreef een plechtige afscheidsbrief en Eurominnaren aan beide zijden van de Noordzee plengen tranen en hopen op inkeer.
Ik heb het Britse drama ademloos gevolgd en heb mij mateloos gestoord aan de retoriek van de Brexiteers. Ik ben namelijk een fan van Europa. Europeanen hebben elkaar eeuwenlang te vuur en te zwaard bestreden en hebben elkaar de geschiedenis door het leven zo zuur mogelijk gemaakt.
Het Europese project heeft iets heel nieuws in gang gezet: Europeanen slaan elkaar niet langer de hersens in, maar werken samen. Na twee wereldoorlogen is het gelukt een project op poten te zetten dat voorkomt dat landen elkaar over grondstoffen opnieuw in de haren vliegen.
Het Europees project heeft iets heel nieuws in gang gezet: Europeanen slaan elkaar niet langer de hersens in, maar werken samen
Het is maar de vraag of landen als Portugal, Griekenland en Spanje zich zonder Europa tot volwaardige democratieën zouden hebben ontwikkeld. Ik kan mij de tijd nog heugen dat we onze nekken ongeveer verdraaiden als we een auto uit het Oostblok zagen. Europa heeft heel veel mensen heel veel goeds gebracht: een ongekend lange periode van vrede en een ongekend welvaartsniveau voor grote groepen mensen.
Willekeurige grenzen
Als historicus weet ik bovendien hoe willekeurig nationale grenzen zijn. Het gemekker dat Europa onze nationale staat ondergraaft, geeft blijk van een gebrek aan historisch besef. De nationale staat is nog jong. Ons nationale gevoel danken we aan de negentiende eeuw.
In de negentiende eeuw gingen naties op zoek naar zichzelf, creëerden hun eigen nationale identiteit met hun eigen nationale geschiedenis, hun eigen eenheidstaal. Verhalen over nationale helden en over het Nederlands bloed dat fier door de aderen stroomt, dateren veelal uit die tijd. Pas vanaf toen werd het mogelijk duidelijk te definiëren wie Nederlander was en wie niet, wie erbij hoorde en wie niet.
Het gemekker dat Europa onze nationale staat ondergraaft, geeft blijk van een gebrek aan historisch besef. De nationale staat is nog jong
Vreemdelingenwetten zijn een moderne uitvinding. Tot de negentiende eeuw bestond er geen eenduidige definitie van vreemdeling en ingezetene. Afbakenen werd pas mogelijk toen er duidelijke grenzen waren.
De nationale staat is dus geen natuurgegeven en mensen blijken prima te kunnen leven zonder de grenzen van de nationale staat. Er pleit dus veel voor een relativering van nationale grenzen.
Glorierijk verleden
De kritiek op Europa gaat bovendien vaak hand in hand met een misplaatste hang naar een glorierijk verleden. Britten verlangen terug naar de tijd dat het verenigd koninkrijk de wereld regeerde, Nederlanders verlangen terug naar de tijd dat reinheid, rust en regelmaat nog in de moerasdelta aan de Noordzee heersten.
Voor het gemak gaan deze criticasters voorbij aan de minder mooie kanten van dit verleden, en vergeten ze bovendien dat het vergaan van oude glorie niet zo gek veel met het gezamenlijke Europese project heeft te maken.
De kritiek op Europa gaat vaak hand in hand met een misplaatste hang naar een glorierijk verleden
En toch denk ik dat het Eurominnend deel van de mensheid wat kritischer zou kunnen kijken naar het grote Europese project. Het Europese project maakt deel uit van de grotere trend naar globalisering.
Hoewel ik een warm voorstander ben van Europese samenwerking, houd ik ook van mijn buurt. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat sommige problemen alleen zijn aan te pakken in Europees verband, houd ik in eerste instantie van de streek waar ik ben groot geworden en waar ik woon.
Zelfkritiek
Ergens snap ik de eilandbewoners wel die met gevoel voor pathos roepen dat ze hun land terug willen. Te makkelijk gaan globetrottende Europarlementariërs ervan uit dat iedereen hun enthousiasme voor de nieuwe mondiale wereldorde volgt.
Ik denk dat de meeste mensen het nog steeds makkelijker vinden solidair te zijn met hun buren dan met mede-Europeanen in een ver vreemd land: ik ben zelf net zo. Het antwoord op de Brexit is niet meer Europa maar een zelf-kritischer Europa.
Juist de voorstanders van het Europese project zouden er kritisch naar moeten kijken en zorgen van mensen over een nieuwe wereldorde serieus moeten nemen.
Mirjam van Veen is hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam