Thuisonderwijs voor groep 3+8
In deze tijd maak ik van twee kanten mee wat het betekent dat de scholen nu al weer weken gesloten zijn. Allereerst ben ik op dit moment betrokken bij een wat kleiner schoolbestuur dat tweemaal per week ‘crisisberaad’ houdt om met de directie te overleggen hoe het gaat.
Hoe houd je contact met de leerlingen, hoe informeer je de ouders, welke huiswerkopdrachten geef je de kinderen, gaat dat digitaal of geef je de werkboeken en schriften mee, hoe ga je om met de onzekerheid van leerkrachten als het om hun eigen gezondheid of die van hun familieleden gaat?
Legio vragen, die anders nooit gesteld worden en die veel energie vergen van de school. Ik bewonder zonder meer de inzet van de directie en de leerkrachten.
Hoe houd je contact met de leerlingen, hoe informeer je de ouders, welke huisopdrachten geef je de kinderen mee en hoe doe je dat dan? Legio vragen, die anders nooit gesteld worden en die veel energie vergen van de school
De andere kant is, dat ik nu al bijna vier weken elke ochtend met mijn kleinkinderen in een wonderlijke combinatiegroep 3+8 elke dag urenlang aan de slag ben om het thuisonderwijs vorm te geven. In de eerste anderhalve week kostte het digitaal op dezelfde lijn komen met de school veel tijd en mails. De school was een soort ict-helpdesk en dat viel echt niet altijd mee.
Maar uiteindelijk lukte het me om alle wachtwoorden en inlogcodes voor twee leerlingen in verschillende groepen op Sharepoint, Basispoort, Squla, Social Schools en zo meer onder de knie te krijgen. En maak ik elke dag een stel foto’s van het gemaakte werk, sla ze op in een PDF en upload ze weer netjes naar de website van de school. Als ik de weektaak op maandagochtend vroeg open, ga ik al zweten van de enorme hoeveelheid werk die er weer gemaakt moet worden.
En toch is het prachtig. We hebben een schoolbel, hebben voor de ‘thuis-school’ een naam bedacht en deze voor het keukenraam opgehangen.
Als ik de weektaak op maandagochtend vroeg open, ga ik al zweten van de enorme hoeveelheid werk die er weer gemaakt moet worden
Iedere ochtend start ik met een dagopening om niet gelijk met rekenen of spelling te beginnen. Het levert mooie gesprekjes op met mijn kleinkinderen, die ik anders niet zo snel zou hebben.
Vorige week lazen we op een van de dagen over het laatste avondmaal. Ik zocht het beroemde schilderij van Leonardo da Vinci op en we bekeken de non-verbale reacties van de discipelen van Jezus, toen hij zei dat iemand Hem zou verraden: Een opgestoken vinger (‘Ben ik het?’) of twee afwijzende handen (‘Ik echt niet!’).
We hebben een schoolbel, hebben voor de 'thuis-school' een naam bedacht en deze voor het keukenraam opgehangen
Een dag daarna is The Passion op televisie. Halverwege krijg ik van mijn groep 8-kleinzoon een appje: ‘Als u de passion kijkt, zag ik net dat de discipelen zeiden: Ben ik het en dat zagen we ook op het schilderij, waar u het over had!’
Ik vergat spontaan al die inlogcodes en wist het weer: wat een prachtvak is dat toch, leraar-zijn!
Dick den Bakker is gespecialiseerd in de identiteit van het christelijk onderwijs