
Syrsiche christenen: Liever de kerk herstellen dan een huis herbouwen
“Het beeld in Nederland is dat Syrië in puin ligt en iedereen elkaar vermoordt,” zegt Rob van Ooijen. “Toen ik vanuit Beiroet Syrië inreed met de auto, samen met een vertegenwoordiger van de Raad van Kerken in het Midden-Oosten, zagen we een prachtig groen landschap in de lente. Damascus is een heel mooie stad, met oude poorten, muren en markten.”
In eerste instantie merk je er niet zoveel van dat er een oorlog is geweest, vertelt Van Ooijen. “Vertegenwoordigers van de Orthodoxe Kerk namen ons mee naar een buitenwijk waar voor de oorlog 400.000 mensen woonden en nu een bevolking van twee miljoen leeft, vanwege de vele vluchtelingen die er een veilig heenkomen hebben gezocht. Ze zitten opeengepakt in appartementen en op straat zie je overal vuil.”
Veerkracht
De kerk heeft diverse projecten opgezet om deze mensen aan werk te helpen, onder meer door ze afval te laten verzamelen tegen een kleine vergoeding. Er is ook een textielfabriek waar vrouwen kunnen werken. Onderweg naar Daraa, een kleinere stad onder Damascus, zag Van Ooijen een kerk die helemaal in puin lag. Van de 500 families die ertoe behoorden is er nog een over, die het gebouw wil herbouwen zodat de andere families terug kunnen keren.
“Deze veerkracht trof ik in Damascus ook aan. In de Orthodoxe Kerk was een grote groep jongeren aan het zingen in een koor, of ze volgden een evangelisatiecursus waarvan ze leren hoe ze anderen over Jezus kunnen vertellen. Juist in deze tijd, waarin er zoveel haat is, hebben mensen in Syrië behoefte aan de Bijbelse boodschap van liefde.”
De volgende dag reisden Van Ooijen naar Homs en Aleppo. Deze belangrijke steden liggen vrijwel helemaal in puin, net als de twaalf kerken die we in Aleppo hebben bezocht. “Om deze aanblik heb ik weleens een traantje gelaten. De Grieks-Orthodoxe Kerk in Homs, de kerk van Pater Frans, is gelukkig al hersteld. 'God wil ons hier hebben en zal ons helpen' is het credo van de christenen in Homs.”
In verhouding tot andere bevolkingsgroepen in Syrië, zoals moslims, alawieten en druzen, zijn relatief veel christenen naar het buitenland vertrokken, omdat ze vaak hoger opgeleid zijn, hun talen spreken en dus gemakkelijker weg konden komen.
“Syrische kerkleiders willen graag dat ze terugkeren. Ze vormen al een kleine minderheid van slechts 5 procent, bovendien is het christendom in Syrië ontstaan. En de boodschap van Jezus moet overal verkondigd worden, ook in Syrië. Christenen horen hier thuis.”
Herstel
Nu de grootste oorlog voorbij is - al is het nog niet overal veilig - is er vooral behoefte aan werk en goed onderwijs. Ambtenaren verdienen nu zo'n 100 dollar per maand, terwijl ze 400 dollar per maand aan kosten hebben. Het is dus bijvoorbeeld moeilijk om een winkel te openen, omdat er onvoldoende klanten zijn. Dit zijn redenen voor veel Syrische vluchtelingen om nog niet terug te komen.
“Het herstel van de kerken vinden ze in Syrië overigens belangrijker dan het herbouwen van hun huizen. Met een nieuwe kerk helpen we de hele gemeenschap, is het idee. Een teken van hoop,” aldus Van Ooijen. “De kerkelijke gemeenschap is daar ook veel hechter dan in Nederland. De kerken in Syrië bieden hulp aan iedereen, niet alleen aan christenen. Ze helpen zelfs mensen door wie ze tijdens de oorlog beschoten werden. Antwoorden met liefde, net als Jezus deed.”
Welke rol speelt Kerk in Actie bij de herbouw van kerken in Syrië?
“In september van dit jaar start een campagne om geld te werven voor herstel van kerken in Syrië, die de komende drie jaar zal duren. Er zal naar schatting zo'n 200-300 miljoen euro nodig zijn om alle kerken en kloosters te herbouwen. Daarnaast gaan we door met de acties die we al voor Syrië hebben lopen, waarmee onder meer ouderen worden geholpen en onderwijsprojecten worden gesteund. De uitvoering zal in alle gevallen via de lokale kerken gaan.”
Hoe is de situatie van de kerken nu in Syrië?
“De kerken worden, net als voor de oorlog, gehoord en gerespecteerd door de Syrische regering van president Assad. In Syrië hebben de mensen over het algemeen veel respect voor elkaars geloof. Zowel christenen als de meeste moslims zetten zich af tegen al het geweld. Van bijltjesdag-gevoelens heb ik dan ook niets gemerkt. Vooral jongeren denken meestal toekomstgericht. De meeste Syriërs hebben een groot hart voor hun land en willen graag mee helpen opbouwen, ook al laten ze soms een welvarend bestaan in hun (Westerse) gastland achter.”