
Slavernijverleden is een complex probleem
Het wel of niet aanbieden van excuses over het slavernijverleden ligt heel gevoelig. Vorig jaar nog deed de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb tevergeefs een oproep aan het kabinet excuses te maken. De eerder uitgesproken woorden van ,,diepe spijt en berouw” die het voorgaande kabinet uitsprak blijven gelden, was de reactie van de regering. Hier speelt op de achtergrond de angst mee voor financiële claims, zodra officiële excuses worden gemaakt.
Het is de vraag waarom een gemeente en haar inwoners die part noch deel hebben aan de slavernij excuses zou moeten aanbieden voor zaken die in het verleden zijn gebeurd. Amsterdam is niet groot en rijk geworden van de slavenhandel, maar van de zogenoemde moedernegotie, de graanhandel in de gebieden bij de Oostzee.
Deze week werd bekend dat slavernij niet zo’n marginaal verschijnsel was als wel wordt beweerd. In de tweede helft van de achttiende eeuw was slavernij (niet de mensenhandel, maar met name door de productie op plantages) goed voor ongeveer 5 procent van de Nederlandse economie. Een aanzienlijk deel, maar het betekent ook dat 95 procent van het nationaal inkomen op een andere manier werd verdiend. Dit houdt overigens niet in dat slavernij niet verwerpelijk is en blijft.
Slavernij is historisch gezien een ingewikkeld probleem. Het is niet alleen een Amsterdamse of Nederlandse zaak. Het speelt in vrijwel alle landen en culturen in de wereld. Zo werden bijvoorbeeld Nederlandse zeevaarders tot slaaf gemaakt door Barbarijse kapers. Moeten Marokko en Tunesië daarvoor nu excuses aanbieden aan Nederland?
Ook het Ottomaanse rijk was berucht om zijn slavernijpraktijken, net als de Arabische wereld, waar deze geschiedenis nog steeds een groot taboe is. Moeten Turkije en Saudi-Arabië daarvoor excuses aanbieden; aan wie? En hoe zit het met al die Afrikaanse landen die door stammenoorlogen aan slaven kwamen om die ze konden verkopen.
Misschien zou de gemeente Amsterdam zich meer zorgen moeten maken over moderne vormen van slavernij en mensenhandel die massaal plaatsvinden in de wereld van de prostitutie. Die is in ons land weliswaar in theorie netjes gelegaliseerd, maar wordt in de praktijk geregeerd door grote netwerken van mensenhandelaren. Meer daadkracht en bekommernis met het vreselijke lot van deze gedwongen, zogenoemde sekswerkers zou de gemeente niet misstaan.