
Schrijvers kunnen helpen geloofsbegrippen weer te begrijpen
Waar vind je woorden voor je geloof als in de wereld om je heen religieuze taal lijkt te zijn verdwenen? Begrippen die eeuwenlang dienst hebben gedaan om godsdienstige vragen, ervaringen, twijfels en verwachtingen uit te drukken, worden soms nauwelijks meer gebruikt. Of ze blijken opeens niet meer aan te spreken.
Wat doen wij vandaag nog met grote woorden als schepping, plaatsvervanging, vergeving, opstanding, om maar een paar te noemen? En misschien nog belangrijker: zijn die woorden nog in staat iets met ons te doen? Hebben zij nog zeggingskracht of behoren ze tot een wereld en een taal die definitief voorbij zijn?
Denkers en dichters
Dat zijn de vragen waar de theoloog Martien Brinkman mee bezig is in zijn jongste boek Grote Woorden. Met dank aan denkers en dichters (Uitgeverij: KokBoekencentrum).
Brinkman gaat te rade bij schrijvers, dichters en filosofen. Hij doet dat vanuit het besef dat alle mensen in hun leven met vragen worden geconfronteerd waarmee zij in het reine moeten zien te komen. Vragen over de dood, over het menselijk tekortschieten, over liefde en geluk, over het kwaad in zijn verschillende vormen en over de zoektocht naar inzicht en wijsheid omtrent dit alles.
Schrijvers en dichters blijken te kunnen helpen om de grote woorden van de traditie te herontdekken. Zij laten die woorden op verrassende wijze spreken en dan blijkt oude taal nog steeds betekenisvol te kunnen zijn.
Ida Gerhardt
Een van de voorbeelden die Brinkman bespreekt is dichteres Ida Gerhardt. Zij verwoordt in haar gedichten verhalen van de Bijbel op zo’n persoonlijke wijze dat die verhalen als het ware haar eigen levensverhaal worden.
In haar poëtische verwerking krijgen de verhalen een nieuwe lading en tegelijk ontvangt het levensverhaal van de dichteres daardoor een nieuw perspectief. Brinkman bespreekt haar gedicht Pasen als prachtig en vooral ontroerend voorbeeld hiervan.
Vrijheid en vergeving
Dichters als Pieter Boskma, Martinus Nijhoff en Willem-Jan Otten helpen Brinkman om het begrip vrijheid opnieuw uit te leggen. Hij ziet vrijheid dan niet slechts als individuele zelfverwerkelijking, zoals het vaak begrepen wordt, maar als een relatiebegrip.
In het gedicht Christus aan het kruis van de Argentijnse dichter J.L. Borges komt de oude ‘leer van de vergeving’ tot leven. Onvermijdelijk verbind je Borges’ vers met de omstandigheden in Argentinië in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Vergeving als het ongedaan maken van het verleden was tijdens en na de militaire dictatuur een aangrijpend en controversieel thema.
Genade
Schrijvers als Fjodor Dostojevski en J.M. Coetzee laten in hun werk zien dat een mens pas kan veranderen als hij eerst zelf genade heeft ontvangen. Dankzij hen komt ook het begrip plaatsvervanging in een ander licht te staan.
In die context wijst Brinkman op de waarde van de vroegere liturgie in protestantse kerkdiensten. Na een moment van verootmoediging waarin de gemeente haar schuld beleed, volgde elke zondag weer de genadeverkondiging. De betekenis van zowel schuldbelijdenis als genadeverkondiging weet Brinkman weer naar boven te halen met behulp van de genoemde schrijvers.
En om te besluiten met niet het minste onderwerp: Brinkman belicht het scheppingsgeloof als leven in vertrouwen aan de hand van de dagboeken van Anne Frank en Etty Hillesum.
Theologie na Kuitert
Met dit boek legt Brinkman verantwoording af van de wijze waarop hij jarenlang theologie heeft bedreven. Centraal daarin staat de overtuiging dat schrijvers en dichters, christelijk of niet, dankzij hun intuïtie soms een nieuw licht kunnen werpen op traditionele geloofsbegrippen en ook op menselijke ervaringen.
In dat opzicht wil Brinkman anders te werk gaan dan theoloog Harry Kuitert. Hij noemt zijn benadering dan ook een theologie na Kuitert. Meer en meer zag Kuitert de gelovige verbeelding als een louter subjectieve menselijke activiteit, niet gedragen door ervaringen met of gebeurtenissen in de omringende werkelijkheid.
Brinkman daarentegen kan de werkelijkheid volop waarderen als uitgangspunt voor gelovige verbeelding. Dat geeft hem een grotere openheid voor de stemmen van allerlei denkers en dichters.
Gespreksgroepen
Met Grote Woorden heeft Brinkman een mooi boek geschreven voor een breed geïnteresseerd publiek. Hij brengt de lezer op het spoor van betekenisvolle gedichten en romans. Het is de moeite waard om dat alles voor het eerst of opnieuw te lezen en daarbij de accenten die Brinkman legt te overdenken. Het boek lijkt me dan ook zeer geschikt voor gespreksgroepen.
Slechts één puntje van kritiek kan ik niet ongenoemd laten: anders dan Brinkman beweert, heeft J.L. Borges helaas nooit de Nobelprijs voor literatuur gekregen.
Henk Vijver is gepromoveerd theoloog. Hij was onder andere studentenpredikant in Buenos Aires, gemeentepredikant in Oss en docent in Colombia