Schreeuwende stenen
Hij nadert de heilige stad. De mensen op het pluche worden zenuwachtig. ‘Laat die hossende meute om je heen ophouden met die gekkigheid,’ zeggen ze tegen hem. Dan antwoordt hij: ‘Ik zeg je: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’
Maar is het fantasie? Ik heb een onooglijk steentje in mijn zak. Meegenomen van een kiezelstrand op het heilige eiland Iona voor de Schotse westkust. Het zegt elke dag wat tegen me. Dat stenen kunnen schreeuwen als meeuwen en kunnen zingen dat het een lieve lust is, heb ik daar geleerd. De oceaan helpt ze een handje. Zelf weer geholpen door de wind.
Het is een plek waar je er als mens niet bovenuit hoeft te komen. Ja, je mag er schreeuwen en zingen. Maar dan wel in koor met de stenen, met de oceaan en met de wind. ‘Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft,’ zingt een Bijbelse psalm, ‘laat juichen de wereld met haar bewoners. Laat de rivieren in de handen klappen en samen met de bergen jubelen voor de Ene, want hij is in aantocht.’
Bij ons volle verstand hebben we rivieren en zeeën vergiftigd en de aarde uitgeput. Bij ons volle verstand zagen we de tak af waar we zelf op zitten. Nog eventjes.. Met de ene steen gooien we de glazen van de schepping in, met andere bouwen we muren die mensen afgrenzen van elkaar en die dieren gevangen zetten om er mee te doen wat je wilt. Bij ons volle verstand.
Maar een beetje fantasie kan ons al leren dat wij deel van een geheel zijn en niet boven de schepping staan. Dat wordt ons deze dagen hardhandig duidelijk gemaakt door een virus, dat alles ontregelt en ondermijnt. Een virus zonder hersens dat weet wat mensen maar moeilijk tussen de oren krijgen: dat wij deel van het geheel zijn.
Ik kan mij vergissen, maar ik ontwaar, naast de dikke ellende die deze crisis teweeg brengt, ook veel creativiteit en verbeeldingskracht. Een begin van een nieuw weten. Het steentje in mijn broekzak fluistert: Volhouden!
Evert Jan Veldman is predikant in Groningen