Pubers met klachten
Wanneer je in de puberteit raakt, verander je. Niet alleen lichamelijk maar ook sociaal en emotioneel. Er komt veel op je af, en dat kan best lastig zijn. Met enige regelmaat zien wij jongeren die onduidelijke klachten hebben die we niet kunnen thuisbrengen. Deze klachten kunnen variëren van buikpijn, hoofdpijn en vermoeidheid tot het plots niet meer kunnen bewegen van ledematen.
Wanneer ook na onderzoek lichamelijk geen diagnose gesteld kan worden, bespreken we met ouders en jongeren dat we een zogenoemd ‘tweesporenbeleid’ inzetten, ook het psychische gedeelte wordt dan meegenomen. Hoewel veel patiënten en hun ouders eerst steigeren - "Er mankeert mijn kind niets psychisch" en "Gemakkelijk om te denken dat dit door stress komt" - wordt vaak ingestemd met het beleid. Want waar de klachten ook vandaan komen, ouders en kind willen dat dit verandert. Want als deze jongeren op de afdeling komen, speelt het probleem meestal al enige tijd.
Wanneer je in de puberteit raakt, verander je. Niet alleen lichamelijk maar ook sociaal en emotioneel. Er komt veel op je af, en dat kan best lastig zijn. Met enige regelmaat zien wij jongeren die onduidelijke klachten hebben die we niet kunnen thuisbrengen. Deze klachten kunnen variëren van buikpijn, hoofdpijn en vermoeidheid tot het plots niet meer kunnen bewegen van ledematen.
Wanneer ook na onderzoek lichamelijk geen diagnose gesteld kan worden, bespreken we met ouders en jongeren dat we een zogenoemd ‘tweesporenbeleid’ inzetten, ook het psychische gedeelte wordt dan meegenomen. Hoewel veel patiënten en hun ouders eerst steigeren - "Er mankeert mijn kind niets psychisch" en "Gemakkelijk om te denken dat dit door stress komt" - wordt vaak ingestemd met het beleid. Want waar de klachten ook vandaan komen, ouders en kind willen dat dit verandert. Want als deze jongeren op de afdeling komen, speelt het probleem meestal al enige tijd.
Een voordeel van de leeftijd van deze patiënten is dat je met ze kunt praten over waar ze precies last van hebben. Nadeel is... dat je met deze patiënten kunt praten over waar ze precies last van hebben.
Voor deze jongeren speelt dit probleem namelijk meestal al enige tijd, waardoor het probleem zich ook helemaal op de voorgrond bevindt. Dus zelfs wanneer wij de klachten even niet waarnemen, zullen zij altijd aangeven hiervan wel last te hebben. Wanneer wij merken dat er door afleiding minder pijn is, is dit iets wat met veel tact besproken moet worden als de jongere toch aangeeft gebukt te gaan onder pijn. Wie zijn wij om te zeggen dat dit niet zo is.
Dankzij zo’n tweesporenbeleid komen we meestal toch tot een oorzaak, dan wel lichamelijk dan wel toch psychisch. Dit laatste kan betekenen dat het ‘even te veel’ is voor een jongere en zijn of haar lichaam op deze wijze om aandacht vraagt. En het rare is dat dit onbewust gebeurt.
Vaak wordt gedacht dat deze jongeren doen alsof, en deze klachten kunnen sturen. Maar niets is minder waar. Ergens in hun onderbewuste begint dit balletje te rollen en dan is er ook voor hen geen houden meer aan. In samenspraak met jongeren en ouders wordt met de juiste behandeling begonnen.
Mirte van der Veen is kinderverpleegkundige