
Psychiaters zijn onze nieuwe voorgangers
Op verschillende plekken in zijn recente boek De kunst van het ongelukkig zijn houdt Dirk de Wachter zijn lezers voor dat zijn boodschap niet nieuw is. Dat is toch een opmerkelijke relativering. Je schrijft immers een boek als je meent dat je de wereld iets nieuws hebt te vertellen. Bovendien: als je met een verouderde boodschap komt, wil een uitgever je boek niet uitgeven.
Die uitgever heeft zich door deze ‘waarschuwing’ van De Wachter echter niet laten weerhouden om zijn betoog in een compact boek uit te geven. Net zo min hebben de Nederlandse media de kanttekening opgemerkt, want zij besteedden afgelopen najaar massaal aandacht aan het - naar eigen zeggen - oude nieuws dat hij verkondigt. De Vlaamse psychiater, wetenschapper en publicist mocht op radio, televisie, youtube, krant en tijdschrift over zijn nieuwste boek vertellen. Wat maakt zijn boodschap - tegen wil en dank - toch zo bijzonder?
Dirk de Wachter stelt dat wij in de Westerse samenleving zijn verleerd om met tegenslag om te gaan. We willen koste wat kost gelukkig zijn en we geloven er heilig in dat we onszelf gelukkig kunnen maken. De Wachter verzet zich hevig tegen deze misvatting: ‘Als we het kleine ongeluk niet aanvaarden als normaal, wordt het groot en onoverkomelijk’, stelt hij. ‘De kunst van het leven is volgens mij accepteren dat lastigheden en tekorten bij het leven horen.’ (p. 26)
Op de sofa
Ondertussen leidt de opvatting dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons geluk tot ernstige misstanden. Het heeft ongelukkig zijn tot een ziekte gemaakt waar wat aan moet worden gedaan. En zo belanden wij en masse op de sofa bij De Wachter en zijn vakgenoten met als gevolg dat zij de vraag naar therapeutische hulp niet meer aan kunnen. Diezelfde De Wachter stelt dat als we weer wat meer naar elkaar zouden omkijken, de toeloop naar de psychiater niet zo'n vlucht zou nemen.
Een ander negatief neveneffect is dat de onderlinge solidariteit onder druk komt te staan: wil je een naaste nog helpen als je ten diepste gelooft dat haar pech en tegenslag haar zelf is aan te rekenen?
Over de effecten van de illusie dat we onszelf gelukkig kunnen maken lezen we ook regelmatig in de krant: tieners en twintigers ervaren een enorme druk. Ze moeten succesvol zijn in hun studie en daarna in hun werk, bloeiende vriendschappen onderhouden, een geweldige relatie hebben en er natuurlijk goed uitzien en dus minstens twee keer per week intensief sporten. Op Insta zien ze dat hun netwerk dit ook allemaal tegelijk volhoudt, dus je mag niet achterblijven. Niet verrassend dat zoveel jonge mensen zichzelf in hun streven om het in deze wereld te maken volledig kwijt en vervolgens burn-out raken.
Schaamte is niet nodig
De Wachter stelt hier enkele alternatieve inzichten tegenover. In de eerste plaats: ongeluk en verdriet horen bij het leven en zijn volstrekt normaal. Schaamte is niet nodig en daarom moeten we er gewoon met elkaar over praten. Dan kan verdriet een louterende en verrijkende ervaring blijken, omdat we verbinding met een ander ervaren.
De Wachter schrijft: ‘Op ongelukkige momenten hebben we elkaar broodnodig. Als de ander er dán is, is dat onvergetelijk. Daarom zijn verdriet en ongeluk, hoe lastig en moeilijk bespreekbaar ook, toch waardevol. Ze geven aanleiding tot nabijheid, en nabijheid werkt gelukkig makend.’ (p.29)
Een ander alternatief idee dat De Wachter aanreikt is: een mens moet niet streven naar geluk, maar op zoek naar zin. Ieder mens heeft betekenis nodig, zoekt de zin van het bestaan. Als bijproduct van een zingevende ervaring kunnen wij mensen ons soms gelukkig voelen, maar dat moet we niet tot ons doel maken.
Kansel
De psychotherapeut kan met deze boodschap zo de kansel op. En dat bedoel ik - met nadruk - in geen enkel opzicht ironisch. Iemand met enig gevoel voor of kennis van de bijbel herkent in het verhaal van de Wachter een door en door christelijke boodschap. De schrijver doet daar totaal niet krampachtig over en erkent dat volmondig.
Het verklaart meteen ook de overweldigende belangstelling voor zijn predikingen: we hebben ons namelijk van onze christelijke traditie vervreemd en herkennen het dus niet als een bekend en oud verhaal. ‘Met het teloorgaan van de christelijke traditie bestaat de kans dat we tegelijk ook mystiek, spiritualiteit en zingeving wegspoelen. Omdat we een diepmenselijke behoefte aan zingeving hebben, dreigen we in een vacuüm achter te blijven.’ (p. 61)
Vanuit een andere oorsprong vertelt De Wachter een eeuwenoude boodschap. Simpelweg gebaseerd op de vele conversaties met mensen in zijn spreekkamer en het onderzoek dat hij op de universiteit doet. Hij heeft de vele individuele verhalen van ongeluk en tegenslag opgeteld naar een rake analyse van onze samenleving. De Wachters betoog is niets minder dan een maatschappijkritisch tegengeluid. En hij heeft het toegankelijk, herkenbaar en meeslepend opgeschreven.
Nieuwe voorgangers
Daarin staat hij niet alleen, er lijkt inmiddels sprake van een heuse Vlaamse psychotherapeutische traditie. Eerder stak zijn collega Paul Verhaeghe met zijn drieluik Identiteit (2012), Autoriteit (2015) en Intimiteit (2018) de thermometer in de Vlaamse en Nederlandse samenleving. En de eveneens Vlaamse psycholoog en seksuoloog Esther Perel mocht vorig jaar drie uur schitteren in het televisieprogramma Zomergasten met haar visie op de staat van ons samenleven. Vrij Nederland kopte bij het verschijnen van De Wachters boek niet voor niets dat psychotherapeuten onze nieuwe voorgangers zijn.
De Wachter houdt daarmee niet alleen de samenleving een spiegel voor. Indirect confronteert hij ook de kerken met hun onvermogen om hun boodschap voor het voetlicht te krijgen, terwijl hij tegelijk laat zien dat die onverminderd actueel is. Dat zouden de kerken zich moeten aantrekken. De samenleving smacht naar een betekenisvol verhaal over zingeving, omzien naar elkaar en het levensbelang van onderlinge verbondenheid.
In zijn boek lees ik dat De Wachter het niet erg vindt als het in zijn spreekkamer wat rustiger wordt en als hij zich in zijn boeken niet hoeft te verontschuldigen dat hij een bekend verhaal vertelt. Kom op kerken, spring in het gat dat De Wachter heeft aangewezen.
Dirk de Wachter, De kunst van het ongelukkig zijn, Tielt: Lannoo Campus, 2019.