Pessimisme of hoop
Een vroegere collega, Sandro, dronk zijn koffie zwart. Niet gewoon zwart, maar inktzwart. Vroeg je hoe het ging, dan antwoordde hij: ,,Slecht, en het zal alleen maar slechter worden.” Ex-collega Sandro verbeeldt het prototype van de pessimist. Hij leefde in een wereld die elke dag duurder, slechter en hopelozer werd.
Net als de meeste pessimisten beschouwde hij zichzelf niet als een zwartkijker, maar als een realist. De anderen waren de naïevelingen. Pessimisme is trouwens niet iets voor oude zuurpruimen. Een salonfähige variant is het cultuurpessimisme dat zelfs onder tieners hot is.
De 11-jarige Greta Thunberg etaleerde een stevig staaltje op de VN-klimaatconferentie in New York. ,,Mensen lijden. Mensen gaan dood”, siste ze de wereldtop toe. ,,Hele ecosystemen zijn aan het instorten. We staan aan het begin van een massale uitsterving!" Die boodschap bevat onmiskenbaar realisme, maar met de jeugdige dromen van Greta is het over en uit.
Apocalyptische ideeën zijn van alle tijden. Maar sinds het postmodernisme is het pessimisme aan zichzelf overgeleverd. Het werd losgekoppeld van elk hoopgevend of overkoepelend perspectief. Het enige dat rest is de constatering dat het crisis is.
In zijn boek Het seculiere experiment verzet Hans Boutellier zich tegen dat crisisgevoel. De secularisering behoort tot de grootste experimenten in de wereldgeschiedenis, stelt de VU-hoogleraar vast.
Met de ontkerkelijking nam de westerse samenleving afscheid van haar 2000 jaar oude fundament. Nu de christelijke erfenis niet langer het cement tussen de stenen is, zijn de effecten hyperindividualisme en een doorgeslagen veiligheidscultuur. Veel mensen voelen zich stuurloos, vandaar de verrechtsing, populisme en de gele hesjes.
Toch is de wereld geen zooitje geworden, stelt Boutellier vast. De strubbelingen die we ervaren, tekenen het afscheid van wat was. Het zijn de barensweeën van een nieuw tijdperk dat bezig is te ontstaan.
De snel veranderende maatschappij stelt ons niet alleen voor uitdagingen, maar ook voor nieuwe mogelijkheden. Terug in de tijd kan niet meer. Politici die proberen het joods-christelijke cultuurchristendom te doen herrijzen, stevenen hooguit af op een dictatuur.
Zwartkijkerij kan verleidelijk zijn, zeker met 2020 in het vooruitzicht. Weer een jaar voorbijgevlogen, waar zijn die goede tijden toch gebleven? Velen focussen zich zo op de donkere wolken dat ze de zon niet meer zien.
Maar juist in veranderende tijden kan de hoop een houvast zijn. Toch fijn dat Boutellier de lezers daar aan herinnert. Hij ziet hoop in een terugtocht naar het gezamenlijke, naar wat bindt. En niet onbelangrijk, in hoop op de toekomst, dat er ondanks alles iets nieuws aan het ontstaan is. En omdat God de wereld niet loslaat.