
Pensioenkortingen in het zicht van een nieuw stelsel
Als gepensioneerde – sinds afgelopen zomer mag ik mij zo noemen – krijg je meer interesse in het pensioendossier. Over mijn pensioenuitkering heb ik heb niks te klagen, maar al die discussies laten je niet onberoerd. Mijn eerste pensioen krijg ik 27 november, word ik dan meteen per 1 januari gekort?
De rendementen van veel Nederlandse pensioenfondsen zijn op dit moment te laag, vooral omdat zij van renteopbrengsten afhankelijk zijn. Er is een nieuw pensioenakkoord dat in de toekomst de rendementen van diezelfde pensioenfondsen anders berekent en beter spreidt. De uitwerking van dat mooie nieuwe pensioenakkoord is zeker niet klaar per 1 januari 2020. En wat gaan we nu doen met die frictie?
Opmerkelijk is dat je daar als gepensioneerde niet direct iets over te zeggen hebt. Je bent grotendeels afhankelijk van wat de ‘werkenden’ erover afspreken. Dat zullen kabinet, werkgevers, werknemers en de SER ongetwijfeld goed doen, maar toch.
Kijk naar beleggingsopbrengsten
Nu zijn een aantal grote Nederlandse pensioenfondsen een alternatief plan aan het opstellen. Dat komt kortgezegd hierop neer: kijk niet alleen naar onze renteopbrengsten, maar ook naar onze beleggingsopbrengsten. En die beleggingsopbrengsten zijn de afgelopen jaren enorm gestegen. Ik vind het helemaal geen gekke benadering om die diverse opbrengsten te middelen om daarmee de vermaledijde dekkingsgraad weer op te krikken. Maar dit vraagt wel om snelle actie.
Dit kabinet heeft een verstandig pensioenakkoord gesloten, maar de uitvoering, laat staan invoering ervan laat op zich wachten. We leven in een zwaar gejuridiseerd poldermodelland, waarbij met iedereen overlegd moet worden en de juridische gevolgen (te) nauwgezet worden afgewogen. Dat kost veel tijd. Uitvoering is sowieso niet de sterkste kant van dit kabinet en het stikstofdossier zal dit najaar ook veel tijd vergen.
Toch zou het te gek voor woorden zijn als de pensioenen per 1 januari gekort worden, voor wellicht meerdere jaren en dat die dan later waarschijnlijk niet meer gerepareerd worden omdat iedere tijd zijn eigen problemen heeft: een economische crisis zal immers de beleggingsopbrengsten weer doen dalen. Ondertussen moeten de gepensioneerden maar afwachten, ondanks de inspanningen van de sociale partners.
Ouderen kunnen alleen maar afwachten
In de discussie is er terecht veel aandacht voor de jongeren: hoe zal hun pensioenontwikkeling zijn? Wij als (late) ‘babyboomers’ hebben alle rijkdom naar ons toegetrokken, zo luidt de kritiek. Maar er is één groot verschil: iemand die nu als twintigjarige op de arbeidsmarkt komt, kan onder het nieuwe stelsel zelf zijn of haar pensioen opbouwen, weliswaar met een grote eigen verantwoordelijkheid. De huidige generatie gepensioneerden, zeker die met een klein aanvullend pensioen, kan dat niet. Hij of zij mag enkel afwachten of de opgebouwde rechten worden gerespecteerd of niet. Kortom, het wordt een heel spannend najaar voor ons.
Wim van de Camp is voormalig Tweede Kamerlid en Europarlementariër voor het CDA.