
Opstand in het paradijs
Wij leven in Nederland in een samenleving die vermoedelijk nooit eerder in de geschiedenis zo veel vrijheid, ontspanning en welvaart heeft geboden aan zoveel mensen. In die zin vormt ons land, in overdrachtelijke zin, een paradijs. Maar tegelijkertijd hangt er een zware sluier van onbehagen over ons land en de hele westerse wereld. Veel mensen voelen zich in de steek gelaten en leeft er breed een sfeer van opstandigheid.
Over dit verschijnsel sprak René Cuperus afgelopen zomer toen hij het in zijn laatste column voor de Volkskrant had over ‘opstand in het paradijs’. Cuperus is terecht bezorgd over het giftige discussieklimaat in ons land.
Op veel sociale media, helaas ook christelijke, wordt veelal op de mens gespeeld en niet op de bal. In mijn kerstboodschap van vorig jaar heb ik zelf ook op dit probleem gewezen en opgeroepen tot meer hoffelijkheid in het publieke debat. Alleen maar schelden beschadigt mensen en leidt inhoudelijk tot niets.
Onbehagen
Al jaren geleden publiceerde Ad Verbrugge een studie onder de titel Tijd van onbehagen. Dat onbehagen heeft sterk bijgedragen aan de opkomst van het populisme in veel westerse landen. Er is veel onzekerheid over de toekomst. Niet alleen materiële bestaansonzekerheid maar ook immateriële onzekerheid. Terecht wijst Cuperus op de doorwerking van de snelle secularisering en het economische en culturele liberalisme. Mensen kregen daardoor veel vrijheid, maar werden ook losgeslagen van hun ankers en tradities. Nieuwe vaste grond om op te staan is daarvoor niet in de plaats gekomen.
De materiële bestaansonzekerheid kan nader worden ingevuld. Ik denk aan de toename van het aantal flexwerkers en zzp’ers. Veel mensen hebben geen vaste baan. Meerdere studies wijzen op de toenemende kwetsbaarheid van de middenklasse. In de laatste decennia is onmiskenbaar het Angelsaksische model sterker geworden ten koste van het Rijnlandse model. In dat laatste model gaat het niet alleen om de belangen van de aandeelhouders maar ook om het welbevinden van de werknemers en een goede beheer van de schepping. Nu het economische liberalisme de wind in de zeilen heeft gekregen, is er vaak sprake van een blikvernauwing en ligt alle accent op de belangen van de aandeelhouders.
De onzekerheid over de toekomst heeft natuurlijk ook te maken met de instroom van migranten, de angst voor geweld door moslimextremisten en, niet in de laatste plaats, de zorgen over het klimaat en de uitputting van Moeder Aarde.
Ontkerkelijking
De onzekerheid is ook immaterieel van aard. De zestiger jaren van de vorige eeuw betekenden voor veel Nederlanders ook een afscheid van Kerk en geloof. De snelle ontkerkelijking en ontkerstening heeft bij niet weinigen geleid tot een levensbeschouwelijke ontworteling. Bekend is het spreken van Pim Fortuyn over de verweesde samenleving. Verhelderend is ook de analyse van de socioloog Zygmunt Bauman die in meerdere studies spreekt over de vloeibaarheid van de moderne cultuur. Door de snelle ontwikkeling van wetenschap en techniek is er ontzettend veel stabiliteit uit de samenleving verdwenen. Het gevolg is niet alleen veel vrijheid, maar ook onzekerheid en onbehagen.
Herbronning
Wat staat verantwoordelijken in maatschappij en kerk in de huidige culturele situatie te doen? Bekend is de opmerking van Wim Kok, lange tijd leider van de Nederlandse sociaaldemocratie, dat de PvdA de ideologische veren moest laten vallen. Maar ook de andere politieke stromingen die Nederland na de Tweede Wereldoorlog hebben vormgegeven, liberalen en christendemocraten, hebben in de laatste decennia hun eigen bronnen verwaarloosd. Cuperus spreekt in zijn column over leiders in politiek en economie die een technocratisch en materialistisch beleid voeren. Dat schept morele verlegenheid.
De politieke stromingen die Nederland gestalte hebben gegeven, moeten dan ook gaan werken aan een herbronning. Recent heb ik daar in dagblad Trouw ook aandacht voor gevraagd. Het is van belang dat liberalen opnieuw gaan nadenken over de relatie tussen vrijheid, verbondenheid en verantwoordelijkheid. Voor sociaaldemocraten is de vraag wat waarden als bestaanszekerheid en verheffing in ons huidige digitale tijdperk betekenen. En hoe kunnen de christendemocraten hun uitgangspunten van rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en solidariteit op een geloofwaardige manier actualiseren? Als dat gaat lukken hebben zij goud in handen.
Op sociaaleconomisch terrein is het belangrijk dat het Rijnlandse model terrein terug wint. Recent meldde het Financieele Dagblad op dit punt op de voorpagina boeiend nieuws. Een aantal belangrijke topfiguren uit het Amerikaanse bedrijfsleven heeft verklaard niet alleen te streven naar goede dividenden voor aandeelhouders. Zij beschouwen investeren in medewerkers en de gemeenschap als enige garantie voor succes. Profit blijft belangrijk voor de continuïteit van het bedrijf, maar altijd in verbondenheid met people en planet. De recente Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer suggereren dat de politieke partijen in het brede midden de weg terug naar het Rijnlandse model inderdaad hebben gevonden. Vanuit christelijk-sociaal perspectief is dat pure winst.
Uitdaging voor de kerken
Onmiskenbaar hebben de kerken in Nederland terrein verloren. Maar wij moeten ons ook niet kleiner maken dan wij zijn. Nog steeds zijn er duizenden parochies en kerkelijke gemeenten waar wordt gevierd, geleerd en gediend. De kerken zijn geroepen om zoveel mogelijk christelijk leven te consolideren maar ook om te missioneren. Hoe kunnen wij mensen weer gevoelig maken voor Gods onvoorwaardelijke liefde in Christus? Maar ook: hoe kunnen wij Bijbelse waarden en deugden als naastenliefde, solidariteit, vergeving en verzoening maar ook geloof, hoop en liefde indragen in onze huidige samenleving? Opdat mensen opnieuw grond onder de voeten krijgen en het onbehagen in onze paradijselijke delta wordt getemperd.
Mgr. dr. Gerard de Korte is bisschop van ’s-Hertogenbosch.