Op naar een kiesdrempel?
In het stemhokje zie ik als kiezer een panoramische lijst van 37 partijen en honderden kandidaten. De kieswijzer geeft een vergelijkend inzicht in de programma’s en de planbureaus rekenen door wat voor effecten de programma’s hebben op economie en leefomgeving.
Maar ik overzie echt niet het hele inhoudelijke speelveld van de politiek en ik heb niet overal een mening over. Dus komt het er ook op aan welke partij ik vertrouw, beter gezegd: welke persoon ik vertrouw. En zo stem ik dus op een partij, een machtsblok(je). En zo ontstaat een veelkleurige Tweede Kamer, met bij de laatste verkiezingen dertien partijen.
Die diversiteit heeft twee kanten. Enerzijds is het goed dat de Tweede Kamer een afspiegeling is van de kiezers. Anders dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten is geen partij of president dominant. Partijen zijn aangewezen op samenwerking. Maar de keerzijde is dat iedere partij zijn zegje moet doen, ‘de stem van de kiezer’ moet laten horen.
Ik vind vrijheid van meningsuiting een groot goed, maar dat kan op andere manieren. We hebben een vrije pers en sociale media. Want meningen uiten is iets anders dan het volk vertegenwoordigen bij de taken waarop het parlement het monopolie heeft: wetten maken en de regering controleren. De veelheid van partijen resulteert in de Kamer in eindeloze debatten die meewaaien met de waan van de dag.
De keerzijde is dat iedere partij zijn zegje moet doen, ‘de stem van de kiezer’ moet laten horen
Ook de verkiesbare personen staan op een drempel, om al of niet de Tweede Kamer in te gaan. Ze moeten de kiesdeler halen, dat is rond de 70.000 stemmen. Komen er weer dertien partijen?
Het kan ook anders. In Duitsland kent de Bondsdag (709 zetels) zeven partijen. Dat komt door de kiesdrempel van 5 procent. Als die in Nederland ook zou gelden, hadden wij ook zeven in plaats van dertien partijen in de Kamer - of acht, als ChristenUnie en SGP zouden samengaan. Minder partijen, minder diverse geluiden van achterbannen en achterbannetjes, maar meer tijd en aandacht voor wetten maken en de regering controleren.
Voor een kiesdrempel moet de grondwet gewijzigd worden. Dat zal er niet snel van komen. Want ja, na de verkiezing moet er een coalitie gevormd worden, en in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer (met daar na afsplitsingen nu vijftien fracties) zit er altijd wel een kleine partij in de coalitie, die niet door een kiesdrempel buiten spel gezet wil worden…
Aart Jan de Geus is bestuursvoorzitter van de Goldschmeding Foundation