Ons leven is niet maakbaar
Twee jaar geleden voltrok zich een ramp. Een groep kleuters kwam in botsing met een trein en overleed. Het staat nu bekend als het Stint-drama.
En dan is het 10 juli. Het programma Op1 doet verslag van een nieuw drama, gelukkig van een heel andere orde. Persofficier van Justitie, mevrouw Kramer, vertelt over het onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk met de Stint.
Wat blijkt, en zij noemt dat “een verschrikkelijke conclusie”, er is geen oorzaak aan te wijzen. Uitgebreid onderzoek heeft niets opgeleverd. De bestuurder van de Stint treft, tot ieders opluchting, geen blaam. Ook de fabrikant kan niets verweten worden. De Stint vertoont geen aantoonbare gebreken die het ongeluk kunnen verklaren.
De interviewers hebben het er zichtbaar moeilijk mee. Welke vragen nu nog te stellen? Bijna wanhopig en vol ongeloof: Hoe hebben jullie dat onderzoek dan aangepakt? De persofficier herhaalt de ins en outs van het onderzoek maar, sorry, sorry, sorry, de eindconclusie blijft: geen oorzaak gevonden. Geen oorzaak, geen schuldige, geen aansprakelijkheid, geen verbeterplan, geen nieuwe richtlijnen en geen aangepaste wetgeving.
De presentator vat het samen: dus geen aanbevelingen die herhaling van dit drama in de toekomst moeten voorkomen. Triest.
Wat verklaart dit zichtbare ongemak? Zijn we zo in de ban gekomen van het maakbaarheidsideaal, dat we lijden zonder causaliteit niet kunnen verdragen? Confrontatie met zoiets ongrijpbaars en onvoorspelbaars als het noodlot brengt ons blijkbaar in verlegenheid.
Als het kwaad goede mensen treft, was ooit de titel van een boek. In de medische praktijk komt deze titel regelmatig bij mij boven. Goede mensen, getroffen door ziekte, getroffen door noodlot. En ook dan wordt de vraag naar de oorzaak vaak gesteld.
En juist nu, met de toenemende aandacht voor preventieve geneeskunde, komt ook de schuldvraag pregnant naar voren. De alcoholiste met haar leverziekte, de roker met zijn longprobleem, de dikke patiënt met zijn verhoogd risico op een ernstig verlopende Covid-19-infectie, het zijn voorbeelden waarbij een causale relatie tussen gedrag en het lijden eenvoudig aanwijsbaar lijkt.
Comfortabel in ons maakbaarheidscocon vellen we ons oordeel: eigen schuld. De mens krijgt wat hij verdient, de mens wordt wat zij eet en alle andere varianten met steeds dezelfde boodschap: je had het kunnen voorkomen.
Preventieve geneeskunde is belangrijk en we moeten er zeker op inzetten. Leren van fouten, zeker. Maar het aanwijzen van schuldigen is lang niet altijd mogelijk, zo blijkt maar weer uit het Stint-verhaal. Meestal is dat beschuldigen onbarmhartig en niet zinnig als het gaat om de individuele patiënt. We doen er beter aan te accepteren dat de maakbaarheid z’n grenzen kent, dat kwetsbaarheid een gegeven is en dat het noodlot bestaat.
Berend Jansen is huisarts in Swifterbant