
Ode aan het prakkiseren
We leven in snelle tijden. De tijd glipt door onze vingers. De sociale media worden overwoekerd door meningen en oordelen. Het lijkt wel of we steeds vaker en sneller over elkaar heen buitelen. Hebben we nog wel de rust en de tijd om eens stil te staan bij wat er gebeurt?
Als burgemeester heb ik de eer en het genoegen op bezoek te gaan bij jubilerende bruidsparen. Dat gebeurt zo’n dertig keer per jaar, bij stellen die 55, 60, 65 en soms 70 jaar getrouwd zijn. Persoonlijk vind ik dat een van de mooiste kanten van het burgemeestersambt.
Samen blikken we terug op het leven. We praten over de liefde. Gisteren zei een bruidegom bijvoorbeeld: “Zij is het beste wat mij ooit is overkomen!” Maar vaak gaat het ook over de oorlogsjaren, muziek, de kerk, belevenissen en verhalen, reizen, verzamelingen of andere hobby’s.
Levenswijsheid
Zo’n bezoek is vaak met een lach en een traan. In zo’n lange periode maakt een echtpaar natuurlijk hoogte- en dieptepunten mee, zoals het al of niet krijgen van kinderen, werken voor een baas of juist het starten van een eigen onderneming.
Samen blikken we terug op het leven. We praten over de liefde. Maar vaak gaat het ook over de oorlogsjaren, muziek, de kerk, belevenissen en verhalen, reizen, verzamelingen of andere hobby's
Maar vaak hoor je ook droevige dingen. Sommige mensen hebben veel pech en verdriet in het leven. Ze verloren een kind, zijn erg ziek (geweest) of ervaren onoplosbare conflicten in de familiesfeer. Of er was een faillissement, er waren grote schulden, psychische of fysieke kwalen.
Wat mij opvalt is dat deze bruidsparen over een grote dosis levenswijsheid beschikken. De echtgenoten respecteren elkaar en geven elkaar ruimte. Ze laten zien dat liefde een werkwoord is. Je moet er hard aan blijven werken en op gezette tijden ervoor vechten. ‘Geven en nemen’ komt eigenlijk in ieder gesprek voorbij.
Regelmatig zijn er ook kinderen aanwezig bij zo’n bezoek en het aardige is dat zij pa en ma dingen aan de burgemeester horen vertellen die zij zelf nog niet uit hun mond hebben gehoord. Dat ma eerst eigenlijk wel wat in de beste vriend van pa zag, of dat ze hem op het eerste gezicht maar een vervelend ventje vond. Of dat pa al een oogje op ma had, maar daarvoor wel steeds 35 kilometer per fiets of brommer moest afleggen om op bezoek te komen.
Prakkiserende beroepen
Misschien herkent u het wel. Lekker met je handen bezig zijn en tegelijkertijd ben je aan het mijmeren. Metselaars, timmerlui, loodgieters, het zijn allemaal mooie ambachten waarbij het erop aankomt zowel handen als hoofd te gebruiken. In ieder beroep zit wel een element van mijmeren of prakkiseren.
De echtgenoten respecteren elkaar en geven elkaar ruimte. Ze laten zien dat liefde een werkwoord is. Je moet er hard aan blijven werken op gezette tijden ervoor vechten
Jaap bijvoorbeeld: hij heeft een melkveehouderij en houdt van bestuurswerk. Hij heeft een jarenlange ervaring in agrarische belangenorganisaties en is sinds een tijdje ook hoogheemraad. Hij is dus dagelijks bestuurder van een waterschap en vormt samen met de dijkgraaf en enkele andere hoogheemraden het college van dijkgraaf en hoogheemraden.
Doordat Jaap iedere dag op de boerderij nog actief is, heeft hij de tijd om met zijn handen bezig te zijn. Maar tijdens het werken met zijn handen staat zijn hoofd niet stil. Wie heb ik ook alweer allemaal gesproken? Wat staat er vanavond op de agenda van het algemeen bestuur? Hoe zal ik dit nu eens verwoorden? Hij is de vergadering als het ware aan het ‘uitdenken’.
Naast ‘mijmeren’ en ‘uitdenken’ valt ook ‘piekeren’ onder de betekenis van prakkiseren. Tijdens de eerder genoemde bezoekjes aan bruidsparen hoor ik regelmatig de zin: ‘daar prakkiseerden we toen niet over.’ Bijvoorbeeld over een verre vakantie, een tweede auto kopen, of ook weerwoord geven tegen je strenge vader of moeder. Prakkiseren refereert dan aan piekeren of beslissen.
Betekenisvol
Voor vele beroepsgroepen is prakkiseren van grote betekenis. Samen met mijn vrouw en twee dochters woon ik in een onlangs opgeleverde woning. De tuin was tot een half jaar geleden nog een soort oerwoud in het polderlandschap. Grondwerkers, stratenmakers en tuinontwerpers hebben mijn vrouw en mij op weg geholpen om een ‘natuurtuin’ te creëren.
Dat ging niet vanzelf. Het vergt denkwerk, dingen proberen maar vooral ook doen. Mijn vrouw en ik genieten ervan om in de tuin bezig te zijn. Dat varieert van het kruien van grond en zand, het graven van een gat voor de trampoline voor onze dochters tot het trekken van onkruid, gras maaien en grind harken.
Onder het gras maaien herhaal ik de afgelopen raads- of collegevergadering of denk ik terug aan een hulpvraag van een inwoner
Dit soort activiteiten doet mij goed. Enerzijds omdat ik zo mijn hoofd leegmaak en ‘echt iets uit mijn handen krijg’. Immers, een burgemeester is vooral bezig met vrij abstracte dingen zoals het organiseren van (besluitvormings)processen en oplossingen. Wat krijgt een burgemeester nu echt uit zijn handen, anders dan het knippen van een lintje of het hanteren van de voorzittershamer?
Anderzijds zet het tuinieren mijn hoofd in de ‘reflectie-stand’. Onder het gras maaien herhaal ik de afgelopen raads- of collegevergadering of denk ik terug aan een hulpvraag van een inwoner. Prakkiseren is heilzaam, nodig, nuttig en menselijk.
Gemeenteraad
Ook groepen kunnen prakkiseren, zoals mijn eigen gemeenteraad. Een groep van vijftien betrokken mensen die gekozen zijn door de inwoners van onze gemeente en de grote verantwoordelijkheid op zich hebben genomen aan te geven welke de richting de gemeente op moet gaan.
Onder het gras maaien herhaal ik de afgelopen raads- of collegevergadering of denk ik terug aan een hulpvraag van een inwoner. Prakkiseren is heilzaam, nodig, nuttig en menselijk
De gemeenteraad is aan de ene kant een politieke arena, waarin die volksvertegenwoordigers op basis van de ideologie van hun politieke partij de wereld een beetje beter proberen te maken. In die politieke arena hopen de raadsleden door middel van debat elkaar te overtuigen.
Aan de andere kant is de gemeenteraad ook een assemblée, een vergadering van het hoogste orgaan van de gemeenschap. In die hoedanigheid reflecteert de gemeenteraad op de vraag: wat is wijs? Wat is rechtvaardig? Wat voor democratie willen we zijn? Het zijn vragen van een bijna filosofisch niveau. Het verschilt per gemeente welke hoedanigheid (de politieke arena of het assemblée) de betreffende gemeenteraad het beste in de vingers heeft.
Ook in Lopik merken we dat we er steeds meer taken van het rijk bij gekregen hebben. De knaken die bij die taken horen, blijken echter ontoereikend. Dit betekent dat het financieel steeds kritischer wordt. Het betekent ook dat een gemeenteraad die onder meer over de verdeling van geld gaat (het budgetrecht) zich de vraag moet stellen: wat is nog een rechtvaardige verdeling van de groeiende ongelijkheid? Welke waarden vinden wij het belangrijkste?
Buikpijn
Sinds een klein jaar zijn we dan ook aan een traject begonnen waarin het dagelijks bestuur (het college van B en W) en het algemeen bestuur (de gemeenteraad) intensief en regelmatig met elkaar in gesprek zijn over de vraag hoe we een waardevol Lopik kunnen zijn.
Dat levert interessante gesprekken op, maar het zorgt ook voor buikpijn. We voelen de urgentie dat er iets moet gebeuren, maar merken dat dit niet eenvoudig is. We bevragen elkaar. We bekijken hoe de dingen nu lopen en kijken wat er nu ‘uit de handen’ van de gemeente komt, en we brainstormen samen.
We zijn in een collectief proces van prakkiseren beland. Dat is een mooi proces
In feite zijn de leden van het gemeentebestuur, ondersteund door ambtenaren, met elkaar aan het piekeren en mijmeren. We zijn in een collectief proces van prakkiseren beland. Dat is een mooi proces. We blijken in staat te zijn ons kwetsbaar op te stellen, constructief vooruit te kijken en woorden te vinden om elkaar en de ontwikkelingen beter te begrijpen. Dit collectieve geprakkiseer levert nieuwe verbindingen op.
Voor de komende tijd wordt het vooral de uitdaging hier ook met onze inwoners over te spreken. Ik kijk dan ook uit naar een mooi vervolgtraject waarin de dorpen en gemeenschappen prakkiseren over de toekomst. Ik wens ons toe dat we dit doen met de levenservaring en -wijsheid van de jubilerende bruidsparen in ons achterhoofd.
Laurens de Graaf is burgemeester van de gemeente Lopik