Objectiviteit als journalistiek mantra
Begin deze maand vierde NRC Handelsblad het vijftigjarige bestaan. In 1970 fuseerden twee negentiende-eeuwse liberale dagbladen: het Algemeen Handelsblad en de Nieuwe Rotterdamsche Courant. NRC Handelsblad presenteert zich expliciet als vertegenwoordiger van deze liberale traditie, blijkt uit de jubileumeditie.
Hoofdredacteur René Moerland legt hierin omstandig uit waar de redactie voor staat. Volgens hem blijkt het liberale karakter van de krant uit een kritische en faire houding waarbij redacteuren open zijn over hun werkwijze. ‘Betrouwbaar, terwijl we feiten van commentaar scheiden.’ Uniek in krantenland. Toch?
Volgens mij zijn er geen krantenredacties die deze woorden niet zouden onderschrijven. Sinds kranten het algemene belang zijn gaan dienen, in plaats van het groepsbelang dat tot de jaren zestig het journalistieke uitgangspunt was, zijn ze steeds meer op elkaar gaan lijken. Dagbladjournalisten zijn allemaal kritisch, onafhankelijk en als je ze ’s nachts wakker maakt is ‘objectiviteit’ het eerste wat ze zeggen.
Het fascinerende is dat veel journalisten met deze bril naar het verleden kijken. Het gevolg is dat alle journalisten die niet werkten volgens hedendaagse opvattingen, geen ‘echte’ journalistiek bedreven. De grens ligt ergens rond 1970. Tot die tijd, zo lijkt het, zaten krantenmensen op schoot bij de bisschop of kleurden ze anderszins binnen de lijntjes. Schande!
Als historicus denk ik: in die tijd bestonden andere opvattingen over journalistiek
Zo ook in de jubileumeditie van NRC Handelsblad. Hierin noemt hoofdredacteur Moerland zijn dagblad zelfs ‘de eerste kwaliteitskrant van Nederland’. Wat volgens hem nieuw was in 1970: de krant diende ‘geen ander doel’ dan ‘de lezer voorzien van betrouwbare, veelzijdige informatie, zonder een oordeel op te dringen.’ Het eigen perspectief van de journalist gaat schuil achter deze journalistieke façade.
Het journalistieke mantra van onafhankelijkheid, objectiviteit en kritische distantie is dusdanig diep verankerd in de identiteit van journalisten, dat alle journalistiek voor 1970, die uitging van een eigen perspectief op de samenleving, als minderwaardig geldt.
Als historicus denk ik: in die tijd bestonden andere opvattingen over journalistiek. Opvattingen veranderen, zelfs die van journalisten. Stel dat opvattingen over journalistiek in de toekomst weer veranderen. Betekent dit dat het werk van NRC Handelsblad geen ‘echte’ journalistiek was?
Lees ook: Wat van waarde is, mag iets kosten
Hoe zou Moerland, tot slot, aankijken tegen het eigenzinnige dagbladwerk van het Nederlands Dagblad (ND) en het Reformatorisch Dagblad (RD) - de kranten die ik onderzoek? Volgens mij leidt zijn visie op kwaliteitsjournalistiek tot de slotsom dat deze kranten relicten zijn uit een andere tijd. Gedoemd om te verdwijnen of om tot ‘journalistiek’ inzicht te komen.
Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer respect ik krijg voor kranten als het ND en RD, die onbekommerd open zijn over hun perspectief op de samenleving én keurig nieuws en commentaar van elkaar scheiden.
Christoph van den Belt is docent Politieke Geschiedenis aan de Radboud Universiteit en promovendus aan de Vrije Universiteit