Niets zo christelijk als een studentenstad
Deze week was de opening van het academisch jaar. Voor veel studenten hopelijk het laatste jaar onder het leenstelsel. Wat mij en een meerderheid in de Tweede Kamer betreft stoppen we zo snel mogelijk met het opzadelen van jonge mensen met enorme schulden.
Een prominent CDA’er zei mij onlangs: “Hielke, je hebt helemaal gelijk, dat leenstelsel is vreselijk, maar vervolgens stemmen die jongeren toch niet op ons.” Dat is een gekke houding. Ze zijn niet onze kiezers, dus we hoeven er ook niet heel hard voor te lopen. Dan ben je snel gemarginaliseerd.
Het klopt ook niet. Voor zowel het christendom als de christendemocratie geldt dat de sociale praktijk ervan veel meer wordt gedeeld dan we zelf zien.
Een van de beste boeken die ik deze zomer heb gelezen was van Brits historicus Tom Holland, Dominion. Het boek raast door de geschiedenis van West-Europa en hoe verhaalt hoe door en door christelijk die is. Holland stelt krachtig dat steeds meer mensen het geloof van hun voorouders hebben verlaten en alle religies afwijzen, maar toch blijven ze er herkenbare erfgenamen van.
Voor zowel het christendom als de christendemocratie geldt dat de sociale praktijk ervan veel meer wordt gedeeld dan we zelf zien
Neem bijvoorbeeld steden. Specifieker: Amsterdam. De stad waar museum Ons' Lieve Heer op Solder niet divers genoeg voor was. Geen christelijk bolwerk zou je zeggen, maar misschien zien we dat verkeerd.
Edward Glaeser, hoogleraar aan Harvard op het gebied van de economie van steden, ziet de stad heel anders. In de podcast Betrouwbare Bronnen zei hij het onlangs erg mooi: “On our own we are puny creature. Collectively, we do miraculous things. Cities are machines for enabling us to collaborate. To buy and sell, to meet and to learn from one another. In a very deep sense, we are an urban species. We become more human when we are surrounded by other humans. And that’s what cities do.”
Steden als brandpunt van samenleving waar mensen elkaar opzoeken, creatief zijn en hun talenten benutten, voor elkaar. Dat is best een christelijk motief.
Ook jongeren zoeken elkaar op. Nog nooit hebben zoveel jongeren zich aangemeld bij een studentenvereniging. Die komen ook in veel meer hoedanigheden tegenwoordig voor dan het klassieke corps. Ze handelen daarmee geheel in de geest van pauselijke encyclieken als het Rerum Novarum, zonder dat ze het zelf doorhebben.
Steden als brandpunt van samenleving waar mensen elkaar opzoeken, creatief zijn en hun talenten benutten, voor elkaar
Nergens vind je zo’n sterke civil society als in studentensteden. Zij kenmerken zich als een sterke gemeenschap. Veel op universiteiten wordt door studenten zelf geregeld. Men helpt elkaar als iemand het lastig heeft thuis of in de studie. In de coronacrisis begonnen er nergens zoveel sociale projecten als daar.
Tegen die CDA’er die ik sprak over het leenstelsel zal ik daarom de volgende keer zeggen: u ziet het verkeerd. Er zijn ontzettend veel bewegingen gaande, ook onder jongeren waarbij christenen en christendemocraten zich kunnen aansluiten. Koester dat en bevorder dat.
Hielke Onnink is voorzitter van het CDJA