
Mondkapjesmode kan vervuiling in de hand werken
In de actualiteit is er een prominente rol weggelegd voor een klein stukje stof: het mondkapje. Of, om precies te zijn: het mond- en neusmasker.
Helpt het nu wel of niet om jezelf en anderen te beschermen tegen eventuele besmetting? Beschermt het mogelijk ‘iets’ bij correct gebruik, of is het juist schadelijk bij incorrect gebruik? Welke afmetingen moet een mondkapje hebben en van welk materiaal kan het het beste gemaakt zijn? Wat is het verschil tussen medische en niet-medische mondkapjes en wie mag ze wanneer gebruiken?
Lees ook: De wisselwerking tussen mode en theologie
Het kabinet ging op aandringen van de Tweede Kamer over tot een ‘dringend advies voor gebruik in publieke binnenruimtes’ (waar mensen in beweging zijn) en onderzoekt nu de mogelijkheden om het mondkapje verplicht te stellen. Daar zitten wat juridische haken en ogen aan.
Een van de vragen die daarbij wellicht door juridische experts moet worden beantwoord, en die in ieder geval mij bezighoudt: als je een hoofddoek draagt en een goed aansluitend mond- en neusmasker, geldt dat dan als ‘gezichtsbedekkende kleding’, die volgens de in 2019 ingevoerde wet verboden is op een aantal plaatsen, waaronder het openbaar vervoer?

Fashion item
Intussen zijn we van de discussie over een dringend tekort aan (medische) mondkapjes in het begin van de coronacrisis terecht gekomen in een wereld waarin zich een ware mode-industrie rond mondkapjes heeft ontwikkeld. Je kunt voor een mondkapje natuurlijk een schattige kattenafbeelding kiezen, maar ook uitdragen wat je favoriete radiostation is of, in de Verenigde Staten, welke presidentskandidaat je bij de komende verkiezingen steunt.
Onlangs zag ik op een website een artikel voorbijkomen over ‘de mooiste mondkapjes’. Daaruit: ‘Elk zichzelf respecterend merk heeft tegenwoordig mondkapjes opgenomen in de collectie. Nooit verwacht, toch gebeurd: mondkapjes zijn een echt fashion item geworden. Nu we ze steeds vaker (moeten) dragen, is het toch handig om meerdere exemplaren in te slaan. Uitwasbare mondkapjes bij voorkeur en een aantal verschillende zodat je ze kunt matchen bij verschillende outfits. (…) Je kunt dus ook met een mondkapje nu super stylish en hip over straat.’1
Zeg dat wel: nooit verwacht… Duurzame mondkapjes van reststoffen, mondkapjes voor 43,50 dollar (‘maar wel met drie wegwerpfilters erbij!’) tot aan maar liefst 95 dollar.
Vervuilend
Natuurlijk hopen we allemaal dat de coronacrisis op afzienbare termijn bezworen kan worden en dat dan onder meer het dragen van een mondkapje niet meer nodig zal zijn. Maar wat gebeurt er dan met al die mondkapjes die nu aangeschaft worden?
Het is bekend dat de mode-industrie een van de meest vervuilende industrieën is, die dus een grote impact heeft op het milieu. Er worden enorme hoeveelheden water gebruikt in het productieproces, alsmede pesticiden. In de productieketen worden onderdelen over grote afstanden vervoerd, met de nodige CO2-uitstoot als gevolg, enzovoorts. En dan hebben we het nog niet over de arbeids- en leefomstandigheden van textielwerkers in landen als Bangladesh.
Reis van een t-shirt
Onlangs las ik een artikel over textiel recyclingbedrijf Gebotex in Dordrecht. Maar liefst 90.000 stukken textiel liggen er, verzameld in textielbakken in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Stapels textiel van tientallen meters hoog.
Het bedrijf stelt zich ten doel zoveel mogelijk kleding een nieuwe bestemming te geven. Of dat nu is door het doorverkopen van bijzondere stukken (het bedrijf heeft daarvoor een ‘superspeurder’) of, als het echt afgedragen is, vermalen tot snippers als isolatie van een vaatwasser of vulling van een hoedenplank. Dat alles om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk kleding de verbrandingsoven in gaat. In de afgelopen twintig jaar zijn we twee keer zoveel kleding gaan weggooien, stelt de directeur van het bedrijf.
Lees ook de column van Christ’l Dullaert: Een jaar lang zonder nieuwe kleren
Dochters van een vriendin van me maakten onlangs een presentatie voor school over ‘de reis van een t-shirt’. Alleen al voor de productie van de katoen benodigd voor één t-shirt is ongeveer 2700 liter water nodig.
Na een reis van de katoen van Amerika naar Singapore of India voor het maken van de stoffen en dan naar Bangladesh of Turkije voor het naaien van de kledingstukken, gaat het naar onze winkels. Naast het verbruik van water worden bij verschillende stappen giftige stoffen gebruikt en het vervoer tussen al die landen zorgt voor de nodige CO2-uitstoot. ‘Na die lange reis verdwijnt een t-shirt bij ons vaak al na drie keer dragen in de prullenbak’, besloten de meisjes hun presentatie.

Rentmeesterschap en verspilling
Langzaam maar zeker zie ik een toenemend bewustzijn over de impact van ons handelen, inclusief onze kledingconsumptie, op onze leefomgeving. Ook ik zelf probeer mijn ecologische voetafdruk te verkleinen. Zo heb ik me voorgenomen zeker een jaar geen nieuwe kleding te kopen, want ik heb genoeg kleding in de kast hangen.
Als moslim voel ik me daartoe mede geïnspireerd vanuit mijn geloof. Twee begrippen wil ik in dit verband noemen: ‘chalifa’ en ‘israaf’.
‘Chalifa’ (ook wel uitgesproken als ‘kalifa’) is een islamitisch concept dat vergelijkbaar is met het christelijke begrip ‘rentmeesterschap’. Op een gegeven moment is het in de geschiedenis ook de titel geworden voor een wereldlijk leider van een - of de - moslimgemeenschap. Maar van oorsprong is het een breder concept dat de mens als zaakgelastigde van God op aarde beschouwt.
De islamitische ethiek legt een sterke nadruk op het bewust omgaan met natuurlijke bronnen
Aan de mens is het beheer van de aardse schepping toevertrouwd. Dat betekent dat wij zorg moeten dragen voor mensen, dieren en de natuur om ons heen. Niet alleen in onze directe omgeving, maar in het geheel van de aardse schepping. Wanneer onze keuzes en gedragingen dus effect hebben op bijvoorbeeld de natuur in India, hebben we ons daar ook rekenschap van te geven.
‘Israaf’ betekent zoveel als verkwisting of verspilling en in de Koran wordt duidelijk gesteld dat God niet van verkwisting houdt. Daarentegen legt de islamitische ethiek een sterke nadruk op het bewust omgaan met natuurlijke bronnen. Overigens heeft dit ook betrekking op onze tijd en talenten: zetten we ze bewust en met maat in voor het goede of verspillen we ze aan onnodige of kwalijke zaken?

Verantwoorde keuzes
Er is mijns inziens niet altijd eenduidig een grens te trekken tussen genieten van het leven, wat ook wordt gestimuleerd in de islam, en het verspillen van tijd en/of natuurlijke hulpbronnen. Het kan per persoon en situatie verschillen. Waar het om gaat, is ons er steeds van bewust te zijn hoe we met alle giften die God ons ter beschikking heeft gesteld omgaan en hoe dat doorwerkt in het leven van andere delen van de schepping, of dat nu mensen, dieren of planten zijn.
Lees ook de column van Aart Jan de Geus: Fashion. Tijd voor een kijkje in de kast?
Als we onze leefwijze met dat bewustzijn van tijd tot tijd onder de loep nemen, kunnen we denk ik vaak concluderen dat het wel iets minder kan of dat we verantwoordere keuzes kunnen maken. Bijvoorbeeld door onze kleren wat vaker te dragen of door ze weg te geven in plaats van bij het vuilnis te gooien wanneer ze niet meer passen of we erop uitgekeken zijn.
Nu staat bij het gebruik van een mondkapje natuurlijk hygiëne voorop. Maar ook hierin zal ik proberen om keuzes te maken (bijvoorbeeld voor een wasbaar en herbruikbaar exemplaar) die zo min mogelijk negatieve impact hebben op de schepping. Zodat de lucht die we met z’n allen delen in alle opzichten zo gezond mogelijk blijft.
Marianne Vorthoren is voorzitter van de stichting Veelkleurige Religies in Rotterdam