
Meesterverteller W.G. van de Hulst kreeg kinderen aan het lezen
Bij veel mensen roepen de boeken van W.G. van de Hulst sr. (1879-1963), zoals Peerke en z’n kameraden, Rozemarijntje, In de Soete Suikerbol en Ouwe Bram, herinneringen op aan hun jeugd. In de Oudheidkamer Ridderkerk is momenteel een tentoonstelling te zien over W.G. van de Hulst, in samenwerking met het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht.
Hoe is deze tentoonstelling tot stand gekomen?
“Het idee hiervoor is ontstaan vanuit een samenwerking tussen Annemarie Fokker en de Oudheidkamer Ridderkerk. Ik ben gevraagd om te helpen met ideeën voor de tentoonstelling. Annemarie Fokker is een bekende verzamelaarster van boeken van W.G. van de Hulst sr. en de tekeningen die onder meer zijn zoon W.G. van de Hulst jr. daarbij maakte. Zij geeft ook lezingen over Van de Hulst en leest voor uit zijn boeken, onder meer in bejaardenhuizen. Af en toe organiseert zij een tentoonstelling, om het werk onder de aandacht te brengen.”
In welke mate 'leeft' W.G. van de Hulst nog anno 2020?
“Van de Hulst sr. wordt nog steeds gelezen. Er is een levendige handel op internet in tweedehands boekjes van zijn hand. Ook zijn er twee websites over zijn werk en de schrijver zelf, die goed worden bezocht. De boekjes roepen bij veel oude(re) mensen herinneringen op aan hun kindertijd. Om een nieuw lezerspubliek aan te boren, is iets anders nodig. Met name de sprookjes van W.G. van de Hulst sr, zoals 'De Pruikenkamer en de Prins', zouden interessant kunnen zijn voor jonge lezers. De kwaliteit ervan is in mijn beleving vergelijkbaar met de sprookjes van Grimm.”

Wat is het belang geweest van W.G. van de Hulst voor de Nederlandse kinderliteratuur?
“Zeer groot. Van de Hulst was in zijn tijd absoluut een vernieuwer. Hij schreef over ‘echte’ kinderen, die twijfelden en die bijvoorbeeld niet wisten hoe ze moesten bidden. Daarbij hanteerde hij een heel directe schrijfstijl, waarin niets werd geromantiseerd. Van de Hulst wilde schrijven vanuit het kind en wat kinderen aanspreekt.”
“Verder zag hij kinderboeken nadrukkelijk als literatuur. Een goed kinderboek schrijven kost tijd en moeite. Ook buiten de protestants-christelijke kringen werd hij als een vernieuwer gezien. In de jaren zeventig veranderde dit beeld, onder invloed van pedagogische vernieuwingen. Door het zondebesef dat uit de boekjes spreekt, ontstond er een sfeer van: dit laat je je kinderen niet lezen.”
Kinderen gingen meer lezen, omdat de boeken van Van de Hulst hen aanspraken
Kunt u de tentoonstelling beschrijven?
“De tentoonstelling toont een dwarsdoorsnede van de boeken van W.G. van de Hulst, zoals boeken over de Bijbel, kinderboeken en boekjes voor de allerkleinsten. Het is mooi zichtbaar dat de vormgeving van de boeken met de tijd meeging. De inhoud bleef hetzelfde, maar de omslagen veranderden door de jaren heen. De boeken werden namelijk zeer lang herdrukt, tot in de jaren zeventig. Ook zijn er illustraties bij de boekjes te zien van zoon W.G. van de Hulst jr. en foto's waar W.G. van de Hulst sr. op staat.”
Welke invloed had W.G. van de Hulst als onderwijsvernieuwer?
“Hij was bijna veertig jaar onderwijzer en hoofd van een school in Utrecht, die later naar hem werd genoemd en inmiddels onder een andere naam nog steeds op dezelfde plek bestaat. Hij was ook auteur van schoolboeken, zoals Toen en nu uit de jaren twintig van de vorige eeuw, waarin het vak geschiedenis in verhaalvorm werd behandeld, met gewone mensen als uitgangspunt.
“Deze lesmethode was minder feitelijk dan wat toen gangbaar was. De feiten konden worden onthouden door de sfeer van het verhaal. Deze lesmethode werd tot in de jaren zestig herdrukt. Van de Hulst schreef ook handleidingen bij de Bijbelse schoolplaten, die toen veel werden gebruikt, onder andere van J.H. Isings en Tjeerd Bottema, en boeken en artikelen over leesonderwijs, pedagogiek en didactiek. De gedachten achter deze methoden waren: wat kan een kind bevatten, wat kan een kind boeien, hoe kunnen ze de aandacht erbij houden?”
Waarom was het werk van W.G. van de Hulst in zijn tijd zo succesvol?
“Kinderen gingen meer lezen, omdat de boeken van Van de Hulst hen aanspraken. Dat de boekjes gratis werden uitgedeeld op christelijke dagscholen en op zondagscholen hielp natuurlijk mee. Van de Hulst droeg door de thema’s die hij koos bij aan het negentiende-eeuws Réveil van sociaal bewogen christenen, die mensen aan de rand van de samenleving een beter leven wilden geven.”
W.G. van de Hulst kreeg kinderen aan het lezen. Hoe zou je dit vandaag kunnen doen?
“Pedagogen als Hindericus Scheepstra en Jan Ligthart, uit de tweede helft van de negentiende eeuw, wilden dat kinderen leuke boekjes kregen die ze graag uit wilden lezen. ‘Door-ren-boekjes’ noemden ze die. Zulke boekjes sluiten nauw aan bij de belevingswereld van kinderen en zijn spannend. Zo leren kinderen dat lezen leuk is. We kijken nog weleens teveel naar het nut van lezen en te weinig naar plezier in lezen. Plezier kan juist leiden tot het zelf willen lezen van ander werk.”
Voor leesplezier bij kinderen zijn enthousiaste docenten nodig
W.G. van de Hulst wordt tegenwoordig niet veel meer gelezen. Hij wist hóe je een verhaal moet vertellen.
U schrijft een biografie over W.G. van de Hulst. Wat is uw uitgangspunt?
“Ik wil het werk van Van de Hulst in de context van zijn tijd plaatsen. In veel van zijn verhalen zit een boodschap, bijvoorbeeld wees aardig voor dieren, kwel ze niet; wees goed voor je medemens; bekijk dingen eens van een andere kant.”
“Hij zag bijvoorbeeld een ongehuwde moeder - een schande in de jaren twintig - ook als een kind van God, voor wie we moeten zorgen. Verder wil ik laten zien hoe zijn boeken tot stand kwamen, wat zijn relatie met zijn uitgevers was en hoe hij functioneerde als onderwijzer. Over zijn persoonlijk leven schrijven is helaas moeilijk, omdat er nauwelijks brieven van hem zijn uit zijn privé-sfeer. Er is ook geen dagboek. Van de Hulst was in ieder geval een heel sociaal bewogen man. Dat probeer ik te vertellen.”
De tentoonstelling ‘Ruim een eeuw leesplezier met W.G. van de Hulst’ is nog te zien t/m 14 november 2020.