
Lopen op de gewelven van de Groningse Der Aa-kerk
Het initiatief kwam van de Kinderuniversiteit van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de Stichting Oude Groninger Kerken. Die dachten dat het aardig zou zijn om een aparte Kinderconferentie te houden in de monumentale kerk in het centrum van Groningen. De Kinderconferentie kon zodoende aansluiten bij de internationale conferentie Religious Heritage in a Diverse Europe die in juni in Groningen werd gehouden.
Zo’n zestig leerlingen van drie scholen zijn deze ochtend in de Der Aa-kerk. Ze zitten in de midden- en bovenbouw van scholen uit Kollum, Wehe den Hoorn en Groningen. De kinderen uit Kollum zijn gevraagd voor de Kinderconferentie omdat er eerder dit schooljaar een gastles (Wetenschapsdate) was door RUG-studente Marije Hoekstra. ,,Dit is nu ons slotuitje van het jaar”, aldus leerkracht Nyncke Boersma.
Eerst krijgen de leerlingen uitleg van Douwe van der Tuin van de Kinderuniversiteit. Hij vraagt of de kinderen wel eens een werkstuk maken. Enkele vingers gaan omhoog. Wetenschappers maken eigenlijk ook werkstukken en presenteren die dan later. ,,Jullie gaan vandaag ook aan de slag. Niet alleen luisteren maar vooral ook dóén, zoals echte wetenschappers dat ook doen.” Het onderwerp erfgoed is niet zomaar gekozen: ,,Omdat we dit willen doorgeven aan volgende generaties – en als het even kan aan jullie.”
De klas begint de ontdekkingstocht door de kerk helemaal boven, in de gewelven. Door een trap in een krappe pilaar moet de groep naar boven. Eerst moet er een rode helm op, want je loopt de kans om je hoofd boven aan de balken te stoten. Twee leerlingen vinden het toch wat spannend, en blijven met de juffen beneden. Wie het eng vindt, moet onderweg de treden gaan tellen als afleiding, zegt rondleidster Agmar van Rijn van SOGK. De trap naar boven brengt de groep eigenlijk aan de buitenzijde van de kerk. ,,Je kijkt hier tegen de vroegere, dikke buitenmuren aan.” Ze wijst op de galmgaten. En er zitten soms gaatjes in de eeuwenoude balken: houtworm. ,,Om te voorkomen dat de kerk wordt opgegeten, hangen hier speciale lampen.”
Dan gaat de tocht naar het hoogste punt in de gewelven van de Der Aakerk. Naar de bollen. ,,De ‘olifantenrug’ van de kerk.” In de Tweede Wereldoorlog bleek dit een schuilplaats te zijn voor Britse en Amerikaanse piloten, terwijl onder hen in de kerk de Duitsers zaten. De rondleidster wijst op ,,het oog van God”, een gat waarbij je recht naar beneden kan kijken, precíés op de preekstoel. De kinderen mogen schatten hoe hoog het is waar ze nu staan. Eentje blijkt er dicht bij te zitten: het is 26 tot 28 meter. Hidde Ebbing (10) die vooraf zei dat hij de ochtend ‘best wel spannend’ vond, is helemaal om. Hij vindt het prachtig boven. ,,Het is een heel mooie kerk. Groot ook.”
Even verderop is een groep bezig met het ontcijferen van de teksten op de grafzerken. Met papieren liggen ze op de grond. Vragen als ‘wie liggen hier en wat is het beroep van de man?’ moeten beantwoord worden. Uitleg volgt over het hiernamaals en waarom mensen eigenlijk in de kerk werden begraven. De klas doet het Sleutelbewaarderspel, een soort ‘escaperoom’ waarbij ze aan de hand van vragen over de Der Aa-kerk vier keer de juiste sleutel voor een eigen modelkerk moeten zien te vinden. Bijvoorbeeld met een vraag wat voor windwijzer er boven op de kerktoren staat. Een leeuw, een scheepje of een adelaar. Het is het laatste en komt ook terug in het wapen van Groningen. Het blauwe team blijkt de winnaar: Annelies, Itske, Thomas en Jan-André. ,,We hebben het hardst gerend en waren dus al eerste klaar”, zegt Jan-André glunderend.