
Leiderschap en idealen houden ons jong
Het is een oud cliché dat kinderen en jongeren je weer jong doen voelen. Zij vertegenwoordigen de hoop, hoop op een mogelijkheid anders, beter te leven.
Het is dezelfde hoop (en niet alleen maar zorg) die jongeren aanzet om mee te lopen in klimaatmarsen, om minder of geen vlees meer te eten en om onrecht aan de kaak te stellen. Zij zijn geraakt en komen in beweging, niet om wat er in het verleden was, maar wat er in de toekomst kan zijn.
De klimaatmarsen en protesten gaan echter gepaard met een flinke dosis maatschappelijk cynisme. Zijn dit niet dezelfde jongeren die het vliegtuig nemen voor een weekje Ibiza? Groeien zij niet op in een welvaart die het mogelijk maakt armoede aan de kaak te stellen? Wacht maar tot ze volwassen zijn en verlangen naar een baan, huis en gezin. Van de idealen die hen nu de straat op drijven zal door de toetssteen van het echte leven weinig meer overblijven. Eenmaal ouder en verstandiger zullen veel van hun idealen verdwijnen als sneeuw voor de zon.
De praktijk haalt de idealen in
Veel bevlogen en inspirerende leiders ondervinden hetzelfde als jongeren. Zij herkennen de praktijk: als je net bent begonnen aan een nieuwe opdracht vol idealen en vérstrekkende ambities, komen pragmatisme, cynisme en praktische bezwaren op je pad. Vaak verdwijnen de idealen dan naar de achtergrond, terwijl de handen bezig zijn met procedures, protocollen en plannen. De dagelijkse praktijk inspireert niet alleen, ze is ook weerbarstig. Veel leiders worden snel oud en grijs.
Soms is er weer ruimte en ontvankelijkheid voor idealen. Jammer dat dit alleen af en toe gebeurt, door een dagje op de hei, met een inspirerende begeleider en goed eten. Dan kun je weer even toegeven aan het verlangen naar de oorspronkelijke bevlogenheid en idealen. Heel even maar, want de harde plicht van de dagelijkse praktijk roept alweer. Over tot de orde van de dag.
Leiderschap zonder idealen is geen leiderschap
Waar gaat het mis tussen leiders en idealen? Idealen gaan over wat van waarde is, waar het uiteindelijk om te doen is. Ze zijn niet zozeer uit te drukken in termen van doelen, maar verwijzen eerder naar de bedoeling. Waartoe leven we? Wat is de zin van werken, rusten, liefhebben of in beweging komen? Waar doen we het allemaal voor?
Steeds meer organisaties willen het gesprek aangaan over motivatie, maar die weg is niet zonder obstakels. Dat komt onder andere omdat we van elkaar verschillen en daarom het gesprek over idealen liever vermijden. Misschien zijn we het wel niet eens.
Bovendien zijn we geïnfecteerd met eenzijdig economisch denken. Dat geldt niet alleen voor het bedrijfsleven, ook de politiek, de zorg en het onderwijs zijn inmiddels vertrouwd met vragen als: Wat levert dit op? Wat voor nut heeft het? Welke rendementen worden voorzien?
Zonder dat we ons ervan bewust zijn, leiden economisch-materiële idealen onze gesprekken, interpretaties en keuzes. Over deze idealen lijken we het immers wel eens te kunnen worden. Geen wonder dat veel leiders zich dikwijls hiervan bedienen.
Nieuwe horizonten
Leiderschap, schrijft de Vlaamse ethicus Johan Verstraeten, begint met opnieuw leren ‘zien’, met het doorbreken van de enge interpretatie-horizon, en met het ontwikkelen van het vermogen de werkelijkheid anders te interpreteren. Wie durft er leiderschap te tonen door het economisch-materiële denken te doorbreken en ruimte te scheppen voor de bredere horizon van het goede leven en goede samenleven? Aan deze bredere horizon zijn idealen verbonden die een toekomst mogelijk maken van een ander, beter leven en samenleven. Het gaat om een leven waar mensen echt gekend en gezien worden, mensen mogen worden wie ze zijn, welvaart eerlijk en rechtvaardig verdeeld wordt, mensen zich inzetten voor het grotere goed dat ze samen delen, mensen worden ingesloten, en de aarde een veilige en duurzame plek is om te wonen.
Dit moedige leiderschap brengt het gesprek op een ander, dieper en verbindend niveau dan het vaak oppervlakkige spreken vanuit economisch-materiële idealen. Kun je in een oppervlakkig gesprek als persoon nog buiten beeld blijven, spreken vanuit het brede spectrum aan idealen laat dat niet toe. Wij worden aangesproken op al onze idealen. Wij zijn aan zet. Wij maken het verschil.
Persoonlijk leiderschap
Leiderschap is iets anders dan management. Het laatste ziet toe op het kennen en hanteren van de juiste procedures, protocollen en plannen. Dat is óók belangrijk, net zoals het economisch-materieel denken niet louter slecht is. De samenleving en haar toekomst vragen echter om meer.
Leiderschap is bij uitstek verbonden aan de persoon van de leider. Leiders staan borg voor de mensen, de organisatie en de idealen die hen leiden. Hun handelen staat niet in verbinding met protocollen, maar met hun wezen: ‘Hier staan wij voor. Hier willen we op aangesproken worden.’ In dit leiderschap wordt de persoon zichtbaar die leidinggeeft, met al zijn kennis, deskundigheid, ervaring én idealen.
Het zijn idealen die leiders in hun leven en werken op het spoor zijn gekomen en waarvan zij zeggen: ‘Hierdoor laat ik mij leiden. Dit is mijn kompas.’ Dat kan bijvoorbeeld gebeuren aan de hand van biografische gesprekken die ze met ons voerden. Door deze idealen kun je professionele ruimte en vrijheid ervaren om gesprekken te voeren, gebeurtenissen en ontwikkelingen te duiden en keuzes te maken. Idealen beperken niet, ze breken enge en gesloten horizonten open en geven daarom richting, ruimte en vrijheid.
Idealen en toekomst
Leiders met idealen blijven hun leven lang jong. Juist omdat idealen verwijzen naar een toekomst van hoop dat het anders, beter kan. Ze leggen hun idealen niet op aan hun mensen of de organisatie, maar zijn in staat de idealen, waarden en perspectieven te herkennen in de gebeurtenissen en ontwikkelingen die zich voordoen. Zij herkennen de toekomst die zich aandient. Wat gebeurt hier? Wat wil zich hier voltrekken, ontkiemen en groeien? Leiders met idealen hebben een sensitiviteit ontwikkeld voor wat zich aandient, wat het hen te zeggen heeft, wat het van hen vraagt en zo zijn ze in staat het goede te doen. Met tientallen schoolleiders oefenden we in deze sensitiviteit.
Leiderschap en idealen gaan prima samen, sterker nog: ze kunnen niet zonder elkaar. Ze geven beide uitdrukking aan de mogelijkheid om het leven anders, beter te leven. Iedere dag opnieuw.
Theo van der Zee is adviseur bij Verus en onderzoeker bij het Titus Brandsma Instituut. Van zijn hand is onlangs het boek ‘Leidinggeven aan wat komt. Een contemplatieve benadering van leiderschap’ verschenen.
Mark Buck geeft leiding aan het team Organisatieadvies van Verus en is kerndocent in de Verus Academie.