Kwetsbaarheid betekent niet minder waardevol
In tijden van corona worden de kwetsbaren van de samenleving nog kwetsbaarder, of het nu gaat om armoede, ziekte, leeftijd of iets anders. Dat geldt voor eenzame mensen, mensen (waaronder kinderen) die geen veilige thuissituatie hebben en voor mensen die slecht toegang hebben tot zorg en digitale technologie.
Corona heeft dan ook niet alleen gevolgen voor de gezondheid, maar grijpt ook diep in op ons sociale en maatschappelijk leven en op de economie.
Heeft een jongere meer recht op een plek op de ic dan een oudere? En heeft een chronisch zieke van dertig jaar minder recht dan een gezonde zestiger? En wie bepaalt dat?
In Nederland is veel discussie over de positie van mensen met een kwetsbare gezondheid in coronatijd. De universele rechten van de mens bieden een denkkader voor een antwoord op de ethische vragen over de plaats van kwetsbaren in onze samenleving.
Leeftijd, gezondheid, economische status, of welke eigenschap dan ook, bepalen niet de hele persoon en doen niets af aan de waardigheid van de persoon
Het uitgangspunt voor de universele rechten van de mens is de intrinsieke waardigheid van ieder mens. Leeftijd, gezondheid, economische status, of welke eigenschap dan ook, bepalen niet de hele persoon en doen niets af aan de waardigheid van de persoon. Ieder mens is waardevol - niet vanwege zijn gezondheid of leeftijd, maar omdat hij of zij mens is.
Een van de mensenrechten is het recht op gezondheidszorg. Kwetsbaren hebben hetzelfde recht op zorg als alle anderen. Met andere woorden: de samenleving kan niet vooraf bepalen wie een leven heeft dat waardevol genoeg is om zorg te ontvangen, en wie niet.
Rechten gaan gepaard met plichten en verantwoordelijkheden. De universele rechten van de mens wijzen op onze verantwoordelijkheden. Het is de verantwoordelijkheid van de samenleving om kwetsbaren te beschermen. Gezond of ziek, we kunnen allemaal een besmettingsbron voor anderen vormen. En we kunnen allemaal direct of indirect slachtoffer worden van corona, van de medische, sociale of economische gevolgen ervan.
Het afremmen van de verspreiding van het virus is belangrijk, maar evenzo de kwaliteit van het leven in de samenleving waarin dat virus rondwaart. Daarom moeten we niet alleen waarde toekennen aan sociale afstand, maar ook aan sociale nabijheid. Aan contact met naasten, onze ouders, kinderen, buren of vrienden, binnen de grenzen van wat verantwoord is. Juist dat draagt bij aan een waardevol leven, ook in coronatijd.
Melanie Peters is directeur van het Rathenau Instituut