Kerk en politiek kunnen leren van elkaar
De onoverzichtelijkheid van de coronapandemie roept in de politiek heftige emoties op. In de eerste plaats het gevoel van controleverlies. De hardnekkigheid van het virus gaat het beheersingsvermogen te boven. En steeds blijken er onvoorziene gevolgen te zijn. Politici kunnen dan ook vaak niets anders doen dan improviseren, zoekend en tastend doen wat hun goed dunkt.
De tweede emotie is dat onze morele schema’s door de war raken. Hoe ingewikkelder de werkelijkheid, hoe lastiger het is daarover een moreel oordeel te vellen. We weten niet wat goed en fout beleid is, we weten in een crisis überhaupt niet altijd wat goed en fout is.
De kerken weten dat ze nooit in control zijn. De kerk belijdt immers dat mensen het leven lang niet altijd zelf leiden, maar dat ze worden geleid
Veel politici reageren op het gevoel van controleverlies door daadkracht te eisen. Dat is zichtbaar tijdens coronadebatten in de Tweede Kamer. Aan de ene kant van het spectrum staan de progressieve partijen die meer overheidsmaatregelen willen (PvdA, GroenLinks, SP). Aan de andere kant staan de populistische partijen die juist minder maatregelen willen (FvD en PVV) omdat het wel mee zou vallen met het virus. Beide standpunten zijn uitingen van hetzelfde verlangen naar een cultuur van daadkracht.
Het contrast tussen de politiek en de kerk kan niet groter zijn. Ga maar na. De kerken weten dat ze nooit in control zijn. De kerk belijdt immers dat mensen het leven lang niet altijd zelf leiden, maar dat ze worden geleid. En dat ze de werkelijkheid mogen ontvangen en hun plek erin mogen vinden, in plaats dat ze de regie erover proberen te nemen.
De kerken hebben altijd hun vaste morele anker, hoe onoverzichtelijk de werkelijkheid ook is. ‘Vaste rots van mijn behoud’, luidt het oude gezang van Jacqueline van der Waals.
En de kerken hebben ook geen behoefte aan een daadkrachtcultuur als antwoord op onbehagen. Ze weten immers dat ze niets hebben en niets aan te bieden hebben. Kerken hebben alleen maar een verhaal te vertellen, het verhaal van Iemand anders, die hoop voedt. En precies daar ligt de bijdrage van de kerk aan de hedendaagse cultuur: mensen helpen om ‘arm van geest’ te worden, opdat ze weer kunnen zien en horen wat werkelijk van waarde is.
Lees ook: Staphorst in de bocht? Welnee
Toch kunnen politiek en kerk misschien wat van elkaar leren. De politiek zou je om te beginnen meer geloof gunnen. Geloof in verantwoordelijke mensen. Niet alleen kerken, ook theaters en bedrijven blijken uitstekend in staat om corona-proof bijeenkomsten te organiseren. Maatwerk dus, zoals dat in beleidsjargon heet.
En de kerk? Misschien iets meer zelfbewustzijn? Niet met ‘Yes, we can’. En niet met die hang naar daadkracht meteen roepen om landelijk beleid, zodra een Staphorster kerk - die zich keurig aan de regels houdt - wat onhandig zeshonderd mensen laat zingen. Maar misschien wel het zelfbewustzijn dat kerken vindplaatsen zijn van hoop, troost en perspectief, en dat dat in verwarrende tijden meer betekenis heeft dan ze zelf soms lijken te beseffen.
Pieter Jan Dijkman is directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA