Katholieke tolerantie
Zondag nam ik deel aan de videoconferentie van de Tilburg School of Theology over de biografie van Karim Schelkens over kardinaal Willebrands: Johannes Willebrands. Een leven in gesprek.
Een van de sprekers was minister Sigrid Kaag. Haar was gevraagd te spreken over de kardinaal als katholiek en diplomaat. Zij zei zij erg getroffen te zijn door de manier waarop de kardinaal blijk gaf van een diep gewortelde openheid en interesse voor de ander, voor de mens met andere opvattingen. Zij acht die houding essentieel voor een goed functionerende samenleving.
Op de vraag of het gedachtegoed van de kardinaal mensen nog aanspreekt in de huidige geseculariseerde wereld, antwoordde Kaag dat zij zijn houding een verrijkend tegenwicht biedt voor onze samenleving, die ze oppervlakkig vindt, waar mensen een mening geven voordat ze kennis hebben opgedaan.
Dat er een kennis-lacune is in onze samenleving over religie en over katholieke kardinalen als Willebrands, leidt tot een moeizaam gesprek. Er worden vooroordelen en meningen geuit zonder dat genuanceerde kennis is opgedaan omtrent de jaren zestig, deze periode van oecumenische toenadering en baanbrekende interkerkelijke verzoening.
Wie de bijdrage bestudeert van Willebrands, een van de belangrijkste kardinalen van de katholieke kerk, ontdekt een katholieke tolerante wereld die zeker voor die tijd revolutionair was, maar die de katholieke kerk voor altijd midden in de moderne wereld heeft geplaatst.
Nadenkend over wat Sigrid Kaag zelf uit deze biografie meeneemt, komt bij mij de gedachte naar boven dat veel mensen de begrippen ‘katholicisme’ en ‘tolerantie’ niet of nauwelijks combineren. Katholieken worden in het huidige spreken niet beschouwd als tolerante mensen.
Willebrands heeft de oecumene verder gebracht door zich in de ander te verdiepen
Waar is dat tolerante, open, nieuwsgierige katholicisme gebleven? De houding die in het Vaticaans Concilie de kerkvaders heeft geïnspireerd om, puttend uit de rijkdom van de traditie, geheel vernieuwde standpunten in te nemen, heeft generaties katholieken beïnvloed. Ik denk dat Kaag zelf daar een boeiend voorbeeld van is: in haar politieke en maatschappelijke stellingname lijkt zij mij gevoed door die katholieke tolerantie die we ook bij kardinaal Willebrands zien.
Ik meen dat die open houding gefundeerd is in het evangelie, dat een dialoog van God met mensen is: Jezus stelt vragen aan zijn leerlingen en aan de mensen die Hij ontmoet. De boodschap van het Rijk Gods helpt de mens zijn eigen roeping te verstaan en verantwoordelijkheid te nemen.
Het katholieke besef dat in Gaudium et Spes (Tweede Vaticaans Concilie, 1965) wordt uitgediept, leert ons dat de kerken in en niet naast de samenleving moeten opereren. Voor een vruchtbare samenwerking is kennis over de ander van wezenlijk belang.
Willebrands heeft de oecumene verder gebracht door zich in de ander te verdiepen. Hij legde daarbij getuigenis af van zijn katholieke overtuiging, die echter ook gevoed werd door de dialoog. Willebrands verzette zich tegen de typering van zijn leven als diplomaat: hij was en bleef priester. Het diplomatieke aspect - luisteren, kennis over de ander verwerven, je eigen standpunt trouw blijven en toch zoeken naar gemeenschappelijke grond - hoort bij het wezen van het priesterschap dat open staat en tolerant is voor de mensen die de priester ontmoet.
Het is voor mij een onmisbare karaktertrek van katholiek zijn, die helaas de laatste decennia in Nederland nogal eens in de schaduw is komen te staan.
Ad van der Helm is priester van het bisdom Rotterdam en docent kerkelijk recht aan de KU Leuven; voorzitter van de interreligieuze en interlevensbeschouwelijke stichting Prinsjesdagviering.