
Jongeren staan onder druk. Hoe krijgt de samenleving meer rust?
Nederland wordt de laatste jaren geplaagd door een epidemie van burn-outs, vooral bij jonge mensen. Prestatiedruk is de oorzaak. Hoe kan daar, ook uit christelijk perspectief, iets aan worden gedaan?
Hoe zit het nou precies met de prestatiedruk van vooral jonge mensen in Nederland? Burn-outs lijken aan de orde van de dag, als je verschillende onderzoeken van (staats)instellingen als de Sociaal Economische Raad (SER) en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) mag geloven.
Maar er is veel meer onderzoek beschikbaar. Studentenorganisatie ISO kwam deze maand met een analyse van achttien grote onderzoeken die in de afgelopen jaren gedaan zijn naar studentenwelzijn. Het doel was om een landelijk beeld te schetsen van problemen waar studenten mee kampen.
Uit de vergelijking kwamen de volgende cijfers naar voren: meer dan 70 procent van de studenten ervaart vaak tot zeer vaak prestatiedruk, 32 procent heeft last van concentratieproblemen, bijna 53 procent kampt al met burn-outklachten zoals emotionele uitputting, en bij bijna 9 procent is een risico aanwezig op het plegen van suïcide.
Te oppervlakkige analyses
Het jongste nummer van Groen, het tijdschrift van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, staat in het teken van de prestatiedruk waarmee (jonge) Nederlanders kampen. De meest fundamentele bijdrage in het tijdsschrift komt van Robert van Putten. Naast onderzoeker bij het Wetenschappelijk Instituut van de partij, werkt hij ook aan de afronding van een proefschrift over maakbaarheid in politiek en beleid.
Een van zijn bevindingen is dat adviescolleges van de overheid meestal met een te oppervlakkige analyse komen als het gaat om prestatiedruk. Hij benadrukt dat het juist gaat om de culturele achtergronden die prestatiedruk veroorzaken.
Vaak worden technische oplossingen aangedragen om de prestatiedruk te verminderen (bijvoorbeeld de afschaffing van het leenstelsel of het aanpakken van de flexibilisering van de arbeidsmarkt), maar daarmee zijn we er niet, stelt hij. Dit soort voorstellen bevestigen juist dat er prestatiedruk bestaat en helpen slechts ten dele het fundamentele probleem op te lossen.
Rol van burgers
Hij benadrukt dat de oorzaak van prestatiedruk op een dieper, cultureel niveau ligt. Het heeft te maken met hoe we over onze samenleving denken en wat onze rol als burgers daarin is. En het moeten presteren en het leveren van productie heeft de hele maatschappij doordesemd. De prestatiemaatschappij is met andere woorden niet zozeer een kwestie van beleid, maar vooral van cultuur, stelt de auteur.
Hij wijst erop dat juist de christelijke politiek de achterliggende huidige culturele waarden kan blootleggen en kan meehelpen echt nieuw beleid te vormen om daadwerkelijk de tijdsgeest waarin presteren de boventoon voert te veranderen. En dan gaat het vooral om het nog steeds heersende neoliberale idee van zelfontplooiing als hoogste goed.
Pas als de samenleving dat doorheeft kan er echt iets veranderen. Mensen zijn volgens de joodse en christelijke visie meer dan productie-onderdelen. En je hoeft helemaal niet perfect te zijn.
Rust verdedigen
Als dat duidelijk is, kun je prestatiedruk bestrijden door actieve ‘instituties van rust’ te verdedigen en te bevorderen. Zoals zondagsrust. Maar ook in overig economisch beleid, onderwijsbeleid, infrastructuur- en erfgoedbeleid.
Plannen of voornemens kun je beoordelen vanuit christelijk perspectief met de achterliggende vraag: in hoeverre speelt rust hier een rol? Rust moet, met andere woorden, een publiek goed zijn.
Groen, tijdschrift van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie