
Jezus verbindt het joodse volk en de Kerk
Het is inmiddels wel geaccepteerd dat Jezus een joodse achtergrond heeft en behoort tot het joodse volk. Dit besef is misschien nog niet bij iedereen even goed doorgedrongen, maar het denkproces gaat door.
De nadruk op het feit dat Jezus een jood is, evenals de apostelen en de eerste leerlingen (vrouwen en mannen), heeft verregaande consequenties. Die worden langzaam duidelijker en roepen ook nieuwe theologische vragen op.
Om te beginnen: heeft Jezus afstand genomen van zijn godsdienstige afkomst? En hebben de apostelen hetzelfde gedaan? Als dat het geval is moeten we spreken van twee verschillende godsdiensten: jodendom en christendom. Als Jezus geen afstand genomen heeft, is Hij nog steeds jood. Wat betekent dat dan voor de relatie tussen jodendom en christendom? Is het christendom dan een stroming binnen het jodendom?
Heeft Jezus afstand genomen van zijn godsdienstige afkomst? En hebben de apostelen hetzelfde gedaan?
Het antwoord heeft grote consequenties. Het is als met familie. Je komt er nooit van los, hoe anders de weg ook is die je gaat.
Messiaanse jood
Het probleem van de verhouding tussen Israël en de Kerk komt scherper naar voren op het moment dat een jood Jezus als de Messias belijdt. De vraag doet zich dan voor wat hij of zij met het jood-zijn moet doen.
Afzweren? Dat was in de geschiedenis van de Kerk altijd het motto. Er zijn genoeg joden die dit hebben gedaan en die gebroken hebben met de eigen rabbijns-joodse gewoonten, tot in de twintigste eeuw aan toe. Maar als we belijden dat God het verbond met Israël niet heeft verbroken en dat Israël een blijvende status heeft in de heilsgeschiedenis (zie het document Nostra aetate van het Tweede Vaticaans Concilie), kunnen we dan zulke eisen nog stellen?
Deze en vele vergelijkbare vragen komen nu van joodse zijde naar voren in de publicaties van Mark Kinzer. Hij is een joodse rabbijn die in 1971 tot geloof in Jezus kwam (liever spreekt hij van Jesjoea, waarmee het jood-zijn van Jezus wordt benadrukt).
Kinzer woont in Ann Arbor, in Michigan, Verenigde Staten. Hij promoveerde in 1995 aan de universiteit van Michigan en is voorganger/rabbi van de Messiaans Joodse gemeente Zera Avraham (zaad/nageslacht van Abraham). Het boek van hem dat recent in het Nederlands is vertaald, heet Israël in het hart van de Kerk. Jezus in het hart van Israël.
Israël-christologie
Jezus wordt in de theologie van Kinzer gezien als vertegenwoordiger van Israël, het eerste door God gekozen volk. We noemen dit Israël-christologie. Dit is anders dan de christologie die we in het klassieke Europese christendom gewoon zijn en die geformuleerd is door de eerste concilies van de Kerk.
De luidt, kort samengevat: Christus is de Zoon van God, mens geworden uit de maagd Maria om ons mensen te redden. De ene persoon met een goddelijke en menselijke natuur: ‘God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God. Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader, en dóór wie alles geschapen is.’ In de klassieke christologie komt de joodse achtergrond van Jezus en de apostelen nauwelijks uit de verf.
‘Het Joodse volk mag dan met Hem worstelen en het mag proberen zich uit zijn greep te bevrijden, maar dat gaat nooit lukken’
Kinzer pleit voor een plaats voor het Messiaans jodendom in de Kerk. Daarmee bedoelt hij een plaats voor joden die Jezus als de Messias belijden én tegelijkertijd trouw blijven aan de joodse feesten, besnijdenis, spijswetten en andere praktijken. Dit is een moeilijke positie. Door het (orthodoxe) jodendom worden joden die in Jezus als de Messias geloven niet meer als joden beschouwd en christenen eisten in het verleden dat men de joodse gewoonten afzwoer.
De Kerk kan Jezus echter niet los maken van het jodendom en Israël kan zich niet losmaken van Jezus, omdat Hij zijn volk trouw blijft, schrijft Kinzer op pagina 39 van zijn boek. ‘Het Joodse volk mag dan met Hem worstelen en het mag proberen zich uit zijn greep te bevrijden, maar dat gaat nooit lukken. Al zou het volk van Hem wegvluchten, Hij vlucht niet weg van hen, Hij blijft in hun midden.’
Kinzer leest het Nieuwe Testament vanuit de Israël-christologie en analyseert Efeziërs 1-3 en Romeinen 9-11. Hij vindt voldoende aanknopingspunten om Jezus te typeren als iemand die zijn eigen godsdienst altijd trouw is gebleven en tot vertegenwoordiger ervan is aangesteld. De exegese van de teksten leidt tot een eigen vertaling, maar het wekt niet de indruk dat hij de tekst naar zijn hand zet. De argumentatie voelt aannemelijk aan.
Eenheid
Israël is het uitverkoren volk van God. In Christus zijn de andere volken ook toegetreden, maar dit heeft er niet toe geleid dat de eerste keuze is komen te vervallen. Dit hebben we in het verleden wel gedacht en dat heeft ertoe geleid dat reeds vanaf de tweede eeuw joden en christenen van elkaar afstand namen. Dat leidde tot een schisma waarbij met name de joodse volgelingen van Jezus tussen wal en schip vielen.
De Kerk ging zichzelf zien als vervanger van Israël, het nieuwe Israël, want het oude had afgedaan. De visie op Jezus was destijds het breekpunt. Zou Jezus nu niet de verbinding kunnen vormen, vraagt Kinzer zich af.
Als we de Messiaanse joden een plaats willen geven, zal dat nog een spannend en langdurig proces worden
De theologie van Kinzer - en dat is goed om op te merken - is een orthodoxe en geen liberale theologie. Hij gelooft in Jezus als degene die verrezen is uit de doden en hij belijdt Jezus als Zoon van God (Kinzer, p. 11).
Als joden Jezus als de Messias belijden, kunnen zij dan ook de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel onderschrijven? En de Apostolische geloofsbelijdenis? Verwachten wij van hen dat ze zich in de naam van de Drie-ene God laten dopen? Kunnen we samen het Avondmaal of de Eucharistie vieren? Welke plaats krijgen de Messiaanse joden ten opzichte van de bestaande kerkelijke structuren? Of moet de Kerk zichzelf anders gaan definiëren?
Als we de Messiaanse joden een plaats willen geven, zal dat nog een spannend en langdurig proces worden. Het gaat hierbij trouwens niet om een grote groep, maar wel om een principiële vraag.
Eerste schisma
Aan het kruis krijgt Jezus de titel mee ‘Jezus van Nazaret, Koning van de Joden’. Maakte dit louter deel uit van de spot die Jezus ten deel viel aan het kruis of raakte - onbedoeld voor de Romeinen en joodse gezagsdragers - de titel aan de waarheid? Als dat zo is, zouden we het ons meer ter harte moeten nemen deze titel theologisch een goede plaats te geven.
De aandacht voor messiaans jodendom is er in protestants-evangelicale kring al langer. De laatste tijd raken ook katholieken betrokken in deze materie. Kardinaal Christoph Schönborn van Wenen is een voorbeeld van een katholieke theoloog die hiermee bezig is. Het Vaticaan heeft een theologische studiegroep ingesteld die ressorteert onder de Congregatie voor de Geloofsleer.
Als christenen met elkaar naar eenheid zoeken, mogen ze niet voorbij gaan aan de gemeenschappelijke oorsprong in het jodendom. We zullen ons er rekenschap van moeten geven dat het uiteengroeien van joden en christenen het eerste schisma is. De messiaanse jood houdt de kerk een spiegel voor en daagt haar uit over de eigen identiteit na te denken.
Naar aanleiding van Mark Kinzer, 'Israël in het hart van de Kerk. Jezus in het hart van Israël', uitgeverij Scholten, Zwolle 2020 (vertaling en redactie door J. Bol).
Mgr. Ron van den Hout is bisschop van bisdom Groningen-Leeuwarden
Pesach en Ramadan in tijden van corona
Rabbijn Albert Ringer en Marianne Vorthoren schrijven elkaar over het vieren van Pesach en Ramadan, nu gelovigen door de coronacrisis niet bij elkaar kunnen komen.