
‘Ik hoop op een Willy Brandt-gebaar van de Turkse president voor de Armeniërs’
Vanwege de coronacrisis gaan de Armeense Genocide-herdenkingen in Assen en Almelo op 24 april dit jaar niet door. In Almelo worden er wel kransen gelegd bij het genocidemonument.
De massamoorden van 1915, die aan ongeveer 1,5 miljoen Armeniërs en aan zo’n 300.000 Syrisch-orthodoxe christenen het leven kostte, definiëren de Armeense, Aramese en Assyrische gemeenschappen in Nederland nog steeds. Ze willen dat Turkije rekenschap aflegt van dit verleden, de genocide erkent. In de Turks-Nederlandse historicus Tayfun Balçik, die over de Armeense Genocide zijn masterscriptie schreef, vinden zij een medestander.
Vermoord
24 april is een belangrijke dag voor de Armeniërs. Op die dag in 1915 werden zo’n 135 vooraanstaande Armeniërs in Istanbul gearresteerd, om vervolgens te worden vermoord. In de daaropvolgende weken en maanden werden er honderdduizenden Armeniërs en andere christenen in het Ottomaanse Rijk vermoord.
Volgens de officiële Turkse geschiedschrijving zijn deze gebeurtenissen geen genocide
Weerbare mannen werden ontwapend, gedeporteerd en vervolgens vermoord; vrouwen, kinderen en ouderen van dagen werden ‘geëvacueerd’ en naar de Syrische woestijn gedreven, deze marsen kostten aan velen het leven.
Volgens de officiële Turkse geschiedschrijving zijn deze gebeurtenissen geen genocide. Het Ottomaanse Rijk was in oorlog met Rusland, er was een grote Armeense opstand uitgebroken en de enige manier om die te neutraliseren was het deporteren van de Armeense bevolking naar een ‘veilig’ gebied.
De meeste historici - waaronder ook Turkse historici als Taner Akçam, Ugur Ümit Üngör en Tayfun Balçik - vinden echter dat de gebeurtenissen van 1915 wel degelijk een genocide zijn. De Ottomaanse leiders, verenigd in het Comité van Eenheid en Vooruitgang, hadden de intentie om de Armeniërs uit te roeien.

Verrader
Historicus Tayfun Balçik is projectcoördinator bij The Hague Peace Projects, een non-profitorganisatie die de dialoog tussen verschillende bevolkingsgroepen wil stimuleren. Balçik houdt zich voornamelijk bezig met de Turks-Armeense en Turks-Koerdische dialoog. Vorig jaar haalde hij het NOS-nieuws, toen hij samen met een groep Turkse, Koerdische en Armeense Nederlanders een krans legde bij het Armeense Genocide-monument in Assen.
‘Er zijn genoeg Turkse Nederlanders die de Armeense genocide erkennen, maar die dat nog niet in het openbaar durven te doen. Er moet niet meer een collectieve ontkenning, maar juist collectieve erkenning zijn’, stelde hij toen.
Het grote gebaar van Balçik leidde tot haatreacties op sociale media. ‘Tientallen mensen scholden mij uit en maakten mij uit voor verrader. Ook werd ik bedreigd. Ze zouden mij aangeven, als ik Turkije zou bezoeken. Gelukkig kreeg ik ook veel hartverwarmende reacties, onder andere van schrijver Özcan Akyol, die mij verdedigde.’
‘Er zijn genoeg Turkse Nederlanders die de Armeense genocide erkennen, maar die dat nog niet in het openbaar durven te doen'
Aanvankelijk zat Tayfun Balçik in het andere ‘kamp’, vertelt hij. ‘Ik kom uit een nationalistisch nest. Ik wilde over de Armeense Genocide mijn afstudeerscriptie schrijven, om de ‘Westerse propaganda’ recht te zetten met historische feiten. Maar dankzij dit onderzoek ontdekte ik dat ik ongelijk had. Uit de Turkse bronnen bleek duidelijk dat hooggeplaatste Ottomaanse bestuurders wisten dat het ging om een doelbewuste massamoord.’
Turkse helden
Toen Balçik aan de slag ging voor The Hague Peace Projects vergrootte hij zijn netwerk en kwam in contact met veel Armeense Nederlanders. Een van hen, Tato Martirossian, deed vorig jaar mee aan de gezamenlijke kranslegging in Assen. Ze is een groot voorstander van de Turks-Armeense dialoog.

‘Natuurlijk kreeg ik als kind al veel mee van de Armeense Genocide, maar het onderwerp begon voor mij pas echt te leven toen ik sprak met de Britse journalist Robert Fisk’, zegt ze. ‘Fisk vertelde mij over Turkse helden die tijdens de genocide met gevaar voor eigen leven Armeniërs hebben geholpen. Hun daden worden uiteraard niet erkend door Turkije, maar ook niet door Armenië. Ik ben helemaal voor verzoening. Dan moet je juist oog hebben voor deze mensen, deze verhalen.’
Fisk vertelde mij over Turkse helden die tijdens de genocide met gevaar voor eigen leven Armeniërs hebben geholpen. Hun daden worden uiteraard niet erkend door Turkije, maar ook niet door Armenië
Martirossian is van mening dat Turkije de Armeense Genocide moet erkennen, maar ze is tegelijkertijd kritisch op haar eigen gemeenschap. ‘Armeniërs wentelen zich soms te veel in slachtofferschap. Ik vind het jammer dat je je identiteit hierdoor laat bepalen. Ik wil graag dat de maand april, de maand waarop we de Armeense Genocide herdenken, de maand aprel – dat is Armeens voor leven – wordt.’
Dialoog
Als je wilt dat de Turks-Armeense dialoog succesvol zal zijn moeten beide partijen bereid zijn om met elkaar te praten, zegt Balçik. ‘Armeniërs willen dat de Armeense Genocide erkend wordt door Turkije, dat kan alleen als Turken betrokken worden in het proces van erkenning. Turken op hun beurt moeten geconfronteerd worden met de zwarte bladzijden uit hun geschiedenis, hier rekenschap over afleggen.’
Daarnaast is het belangrijk dat de Nederlandse overheid beseft dat de Armeense Genocide ook een Nederlands probleem is, legt Balçik uit. ‘Net als de Holocaust moet de Armeense Genocide aandacht krijgen in de geschiedenislessen op het voortgezet onderwijs, maar een gemakkelijke opgave is dit niet. Ik vind het onverstandig om alleen vanuit een afstand Turkse Nederlanders hiermee om de oren te slaan, en dan wachten op erkenning. Zo werkt het helaas niet. Je moet wel in die gemeenschappen investeren, het gesprek aangaan, bijvoorbeeld door een veilige omgeving te creëren, een soort safe space, waar je veilig kunt discussiëren. Op deze manier komt er een echte dialoog op gang, en kunnen we ook werken aan een nieuwe vreedzame generatie.’
Ik vind het onverstandig om alleen vanuit een afstand Turkse Nederlanders hiermee om de oren te slaan, en dan wachten op erkenning. Zo werkt het helaas niet.
Balçik benadrukt dat het erkennen van de Armeense Genocide door Turken heilzaam is. ‘We hebben deze donkere episode uit onze geschiedenis niet goed afgesloten. De genocide is een open wond. Je kunt die wond alleen helen door de genocide te erkennen. Turkije lijdt aan een dadertrauma, wat heeft geleid tot een verwrongen zelfbeeld. Daar moeten we van worden verlost.
Je moet op een gezonde, eerlijke manier naar jezelf kijken. Dat betekent dat je ook kritisch moet kijken naar de zwarte bladzijden uit je eigen geschiedenis. Zoals Nederland zich moet verhouden tot het slavernijverleden en de gewelddadige koloniale bezetting van Indonesië.’
Nagorno-Karabach
Niet alleen de Armeense Genocide zorgt voor spanningen tussen Turken en Armeniërs. Een andere belangrijke splijtzwam is de kwestie Nagorno-Karabach. Turkije heeft om deze reden de grens met Armenië nu zo’n dertig jaar gesloten.
Nagorno-Karabach is een regio in de Zuidelijke Kaukasus die officieel tot Azerbeidzjan behoort, maar feitelijk in handen is van de internationaal niet erkende Armeense Republiek Artsach. Azerbeidzjan en Turkije vinden dat Armenië een einde moet maken aan deze, in hun ogen, illegale bezetting.
‘Dat zal echter nooit gebeuren’, zegt CDA-raadslid Robin Gelici uit Almelo. Volgens hem heeft Nagorno-Karabach altijd bij Armenië gehoord. ‘De republiek Armenië is een stuk kleiner dan het historische Armenië’, legt hij uit. ‘Turkije bezet nu het westen van Armenië, waaronder de berg Ararat. Dit is een Armeense berg.’
Tato herkent die emoties. ‘De Ararat speelt een grote rol in het Armeense zelfbeeld. Er zijn ook allemaal liedjes over geschreven. De Ararat is de Armeense bruid, die door de Turken geschaakt is. Armeniërs krijgen vaak vochtige ogen als ze over de Ararat spreken.’
Turkije bezet nu het westen van Armenië, waaronder de berg Ararat. Dit is een Armeense berg
Robin Gelici is voor verzoening tussen Turken en Armeniërs, maar vindt dat Turkije de eerste stap moet zetten. ‘Dit zal nog wel even duren, vermoed ik, maar Turkije komt wereldwijd steeds geïsoleerder te staan, vanwege de politiek van president Recep Tayyip Erdogan. Dankzij zijn optreden in Syrië hebben het Amerikaanse Congres en het Syrische parlement nu ook de Armeense Genocide erkend.’
Gelici noemt daarnaast het bezoek van Stef Blok aan Armenië in januari dit jaar, waarbij de minister van Buitenlandse Zaken ook het Armeense Genocide-monument in Tsitsernakaberd bezocht en namens Nederland een krans neerzette. ‘Een mooi gebaar.’
Exodus
De Armeense Genocide zorgde voor een exodus van Armeniërs naar West-Europa, vooral Frankrijk, en de Verenigde Staten. De meeste Armeense Nederlanders zijn hier echter gekomen in de jaren zestig van de vorige eeuw, samen met de Turkse gastarbeiders. Het gaat hier om zogenoemde West-Armeniërs.
Ook Robin Gelici, die in Twente geboren is, behoort tot deze groep. Zijn ouders en grootouders emigreerden naar Nederland. Tato, die in Rotterdam woont, is in Armenië geboren. Zij vluchtte begin jaren negentig naar Nederland, vanwege de bloedige oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan om Nagorno-Karabach. In het Westen van Nederland wonen ook veel Armeniërs, maar in tegenstelling tot de Armeniërs in Twente vormen ze niet zo’n superhechte gemeenschap.
Tato lachend: ‘Ik ben mij op 24 april meer bewust van mijn Armeense identiteit dankzij niet-Armeniërs, zoals Robert Fisk en Tayfun Balçik.’
Repressie
Op dit moment is er een nieuwe Armeense exodus aan de gang. Het gaat om mensen uit Syrië en Irak, die gevlucht zijn voor het oorlogsgeweld in deze landen, en Armeniërs uit Turkije die zijn gevlucht zijn voor de repressie van Erdogan. Sayat Tekir, die nog geen twee jaar in Nederland woont, behoort tot die laatste groep. Hij is een mensenrechtenactivist verbonden aan de Turks-Armeense Nor Zartonk (New Awakening), die samen optrekt met de Koerdische HDP, een linkse oppositiepartij in het Turkse parlement.
‘In Turkije wonen nu zo’n 50.000 Armeniërs, vooral in Istanbul’, vertelt hij. ‘Net als de Koerden zijn de Armeniërs geen volwaardige burgers. Voor de HDP, die voor gelijke strijdt, heb ik verschillende acties gevoerd. Maar het werd ons heel moeilijk gemaakt, omdat het Turkse regime steeds repressiever werd.’
Ik ben mij op 24 april meer bewust van mijn Armeense identiteit dankzij niet-Armeniërs, zoals Robert Fisk en Tayfun Balçik
Volgens Tekir is er een verband tussen de Armeense Genocide toen en de onderdrukking in Turkije van nu. ‘1915 was niet de eerste misdaad tegen de Armeniërs, en is helaas ook niet de laatste. In Turkije worden nog steeds Armeniërs vermoord. Deze hate crimes blijven vaak ongestraft, omdat Turkije de Armeense Genocide niet erkent. Het vermoorden van Armeniërs is blijkbaar geen misdaad.’
Van Erdogan verwacht Tekir niets, maar hij hoopt dat Turkije in de toekomst de weg van erkenning en verzoening kiest. ‘Turkije zou een voorbeeld moeten nemen aan Duitsland. Heel indrukwekkend was de knieval van bondskanselier Willy Brandt bij het monument voor de Joodse slachtoffers van de opstand van het getto van Warschau. Ik hoop op een Willy Brandt-gebaar van de Turkse president voor de Armeniërs.’
Ewout Klei is historicus