
Houd de vlam van gerechtigheid brandend, juist nu
Vrede in de wereld is ver weg. In de donkere dagen voor Kerstmis ben je geneigd dat zo te zien.
Daar is ook reden voor. Wat er is opgebouwd aan internationale samenwerking, vrede en gerechtigheid, lijkt te worden ondermijnd. Politieke krachtpatsers als Vladimir Poetin, Donald Trump, Viktor Orbán en Recep Tayyid Erdogan lijken vooral uit op macht voor zichzelf en hun land. Desnoods ten koste van anderen.
Maar hebben zij het laatste woord?
Dat zal alleen gebeuren als wij – intellectuelen, politieke leiders, militairen, kiezers – zelf niet meer geloven in vrede en gerechtigheid. Als wij het niet meer de moeite waard vinden om ervoor op te komen. Het is ook aan ons.
Als je de vlam van de gerechtigheid niet kent, word je nooit een goed jurist
Eind november 1940 hield de Leidse hoogleraar Rudolph Cleveringa een protestrede tegen discriminatie van Joods universiteitspersoneel en meer in het bijzonder tegen het gedwongen ontslag van zijn Joodse collega Eduard Meijer. Cleveringa sprak op 26 november 1940, een tijd waarin Nazi-Duitsland oppermachtig was. En een tijd waarin de meeste Nederlanders zich aanpasten aan de nieuwe werkelijkheid en hoopten op een milde behandeling door de Duitse bezetter, als zij maar braaf bleven.
Cleveringa deed dat niet. Hij sprak zich in een schijnbaar uitzichtloze situatie uit voor gerechtigheid, toen onrecht overheerste. Later zei hij tegen zijn studenten: “Als je de vlam van de gerechtigheid niet kent, word je nooit een goed jurist.”
Geloven in eigen idealen
Net als Cleveringa moeten wij de vlam van de gerechtigheid brandend houden. Hier gaat het om in de donkere dagen voor Kerstmis.
Wat gebeurt er als je zelf niet meer in je eigen idealen gelooft? Dat hebben we kunnen zien in de jaren tachtig van de vorige eeuw. In 1989 viel de Berlijnse Muur en daarmee het communistisch systeem dat mensenrechten onderdrukte en van het begrip democratie een lachertje maakte.
Veel factoren droegen bij aan die val, maar het begon er allemaal mee dat de machthebbers zelf niet meer in hun eigen marxistisch-leninistische ideologie geloofden. Toen ging het alleen nog maar om behoud van macht en privileges. De mensen kregen dat in de gaten en grepen de gelegenheid aan om zich van het regime te ontdoen.
Autoritaire leiders en populisten
Daarmee komen we uit bij de vrede in de wereld van vandaag. Of ook wel: het gebrek daaraan.
We zien de opkomst van China als bijna machtigste economie in de wereld. Het land dat via cybernetwerken invloed probeert uit te oefenen op onze samenleving en dat militair zo sterk in opkomst is. China, dat minderheden zoals de Oeigoeren onderdrukt of de democratie in Hong Kong om zeep helpt.
Lees ook: #NietWegkijken, minister Kaag
We zien de druk die er van Rusland onder Poetin uitgaat op de buurlanden: Oekraïne, Georgië, Armenië en Wit-Rusland. We zien hoe computertrollen vanuit Sint-Petersburg hier actief zijn en hoe publieke opinies worden beïnvloed.
We denken dichterbij ook aan de opkomst van populistische leiders in Europa, van Erdogan in Turkije, Orban in Turkije tot de wat klungelige Boris Johnson in Groot-Brittannië. We zien hoe Donald Trump nog steeds de uitslag van de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten probeert te ontkennen.
We gruwen ervan hoe in eigen land de jongerenorganisatie van Forum voor Democratie racistische en homofobe apps verspreidt, terwijl de leider van die club zich er nauwelijks van distantieert. Dus ja, de weken voor Kerst zijn best wel donker.
Mensenrechtenverdragen
Hoe kunnen we het beste op deze ontwikkelingen reageren? Brandt de vlam van de gerechtigheid nog wel? Het gaat er maar om waar we kijken.
Want dan zien we op de eerste plaats dat nog steeds praktisch alle landen in de wereld de belangrijke mensenrechtenverdragen hebben ondertekend. Dat hoeft niet veel voor te stellen, zou je zeggen, als ze die verdragen toch niet naleven.
En toch: al die landen hebben het nodig gevonden om eraan mee te doen, om erover te praten, om eraan te refereren. Ze leven ze misschien in de praktijk wel niet allemaal na, maar ze kunnen toch niet zonder.

Demonstraties
Als we kijken, merken we ten tweede hoe er met regelmaat over de hele wereld grote demonstraties komen van overwegend jonge mensen die snakken naar vrijheid en democratie. Op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking in 1989. Op het Tahrirplein in Cairo in 2011. Op het Maydanplein in Kyiv in 2014. In het centrum van Hong Kong in 2019. Demonstraties in Caracas, Venezuela, in 2018 en verder. En dit jaar voortdurende protesten in Lviv in Belarus.
Maar al te vaak wordt de vraag naar democratie hardhandig onderdrukt. Maar dat zij telkens en overal weer opkomt duidt op een universeel verlangen. Het veelgehoorde argument dat democratie en vrijheid typisch westers zijn, is pure flauwekul.
Ten slotte, vluchtelingen en gelukszoekers die op zoek gaan naar een betere plek om te leven, kiezen voor Europa of Amerika. Niet voor China of Rusland. Voor velen is dat zorgelijk. Maar voor wie echt wil kijken, ziet dat vrijheid en democratie uitgerekend voor deze mensen de bestemming bepalen. Daarom is het ook weer niet zorgelijk.
Al te vaak wordt de vraag naar democratie hardhandig onderdrukt. Maar dat zij telkens opkomt, duidt op een universeel verlangen
Na de verovering van de Krim door Rusland zeiden veel deskundigen op het terrein van internationale betrekkingen: de geopolitiek is terug. Voor mij klinkt dat veel te fatalistisch: alsof het om dingen gaat die niet te veranderen zijn. Geef de hoop op een betere wereld maar op.
Universeel verlangen
In dat verband kan het geen kwaad het volgende hier nog een keer in herinnering te roepen: aan het begin van de jaren tachtig dacht iedereen dat we voor altijd te maken hadden met een zwaar bewapend communistisch regime in de Sovjet-Unie. Een regime dat voor ons een bedreiging was. Dat kernraketten op de havens van Rotterdam gericht had.
Op een gegeven moment was duidelijk dat het regime daar alleen maar bezig was met aan de macht blijven en dat het ideaal allang verdwenen was. Er was een wonderlijke combinatie van krachten aan het werk: de bevolking die langzaam maar zeker in opstand kwam. De Amerikaanse president Reagan die een wapenwedloop begon, die de Sovjet-Unie wel moest verliezen. De paus, die dissidenten uit Oost-Europa ontving en hen moed en kracht gaf en openlijk steunde.
En zo kwam een schijnbaar onoverwinnelijk regime ten einde. Dat kan altijd opnieuw gebeuren.
Advent is op weg zijn naar Kerstmis en naar vrede in de wereld. Er is een universeel verlangen naar vrijheid, democratie en recht. Als wij de vlam van gerechtigheid maar brandend houden. Als wij niet staan waarvoor we geloven, dan doen we dat verlangen onrecht aan.
Theo Brinkel is bijzonder hoogleraar Militair-maatschappelijke studies aan de Universiteit Leiden en Universitair Hoofddocent aan de Nederlandse Defensieacademie. Hij schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel.
De Leidse Universiteit hield op 25 november een online discussiebijeenkomst over dit onderwerp. Dit artikel is een uitwerking van de “pitch” die Theo Brinkel daar hield.
Trouw, maar aan wie en waaraan?
Kerken en christenen zouden zich veel meer moeten uitspreken voor rechtvaardigheid en barmhartigheid, zei Geert Mak in zijn lezing tijdens het Prinsjesdagontbijt. De Bijbel heeft een boel te zeggen over de zorg voor de zwakken en de kwetsbaren.