Hoop doet wonderen
De Bistkapel is een kerkje met een geschiedenis die teruggaat tot 1606. Toen ik er in 2019 langs wandelde, lag het er verlaten bij. Niemand leek meer aan het kapelletje te denken, alsof het in deze seculiere en gejaagde tijden zijn functie was verloren.
Mijn oog viel op het huis ernaast. Het lag er al even troosteloos bij als het kapelletje. Voor het raam hing een affiche: Te koop.
Terwijl ik doorliep, nam ik me voor de plek te vergeten. Dat probeerde ik ook de dag erna, en de dag daarna. Maar alsof het huis een eigen wil had, bleef het terugkeren in mijn gedachten. Uiteindelijk sprak ik er met mijn man over, in de hoop dat hij zou zeggen: “Natuurlijk gaan we ons leven niet omgooien. We zitten hier prima.” Maar dat zei hij niet. In plaats daarvan stelde hij voor het huis te gaan bekijken.
Het huis bleek in optie te zijn, maar twee weken later kregen we toch een telefoontje. Of we nog altijd geïnteresseerd waren? Diezelfde week leidde de zoon van het echtpaar dat er gewoond had, ons rond. Dwars door het loshangende stucwerk en de spinnenwebben heen gloorde een prachtig trappenhuis. De kinderen waren al bezig de kamers te verdelen. Het was duidelijk: het huis had voor ons gekozen.
Weken later zou ik van de districtsburgemeester de sleutel van de kapel ontvangen. Een oude bron werd ontsloten
Pas later hoorden we dat we het van de sloop hadden gered. En weken later zou ik van de districtsburgemeester de sleutel van de kapel ontvangen.
Een oude bron werd ontsloten. De gemeente liet de kapel renoveren en de mensen begonnen te komen. Ze lieten lichtjes achter, bloemen, geld, en soms een klein beeldje of een crucifix. Maar bovenal verrijkten ze de ruimte met hun gebeden, hun diepste zielenroerselen, en zochten ze het kerkje op om weer hoop te putten voor alle uitdagingen van het leven.
Er gebeuren soms dingen waarvoor ik geen verklaring heb. Zoals met de grote led-kaars die ooit door iemand werd achtergelaten. Hoewel de kaars bij het sluiten van de kapel steevast uit is, treffen we haar elke ochtend brandend aan. Al weken achtereen flakkert ze in het donker, zonder dat iemand haar aansteekt of we de batterijen vervangen. Bij het aanbreken van de dageraad dooft ze gewoonlijk weer.
Vanochtend liet een jonge vrouw lentebloemen achter in de kapel. Twee oranje sterorchideeën in een potje, die me herinnerden aan de joodse schrijver Arnon Grunberg. Hij stelt dat de hoop onuitroeibaar is, zelfs al lijkt ze hopeloos onrealistisch en naïef. De hoop is als een teer onkruidbloemetje dat dwars door het asfalt heen haar kopje opsteekt.
Het was de hoop die Edith Eger in staat stelde Auschwitz te overleven. En Corrie ten Boom, die in Ravensbrück een licht was voor haar medegevangenen, zei: ‘Er is geen put zo diep, dat Gods genade niet nóg dieper is.’
Dat is waar het vastberaden kaarsje ons aan herinnert. Hoop doet leven. Doorbrekend door de diepste duisternis, stelt ze ons in staat wonderen te zien.
Kelly Keasberry is theoloog, journalist en redacteur van tijdschrift Tertio