Hoe normaal was het oude normaal?
En toen bleek het leven toch niet zo maakbaar als we dachten. We zijn de grip erop verloren. Nooit hebben we dit eerder meegemaakt. En hoe lang het gaat duren, weet niemand.
De impact van de crisis is enorm. Voor de mensen in de zorg, die zich dag en nacht bekommeren om zieke medemensen in het ziekenhuis of verpleeghuis. Voor opa’s en oma’s, die hun kleinkinderen niet meer kunnen ontmoeten. Voor mensen die een dierbare moeten missen. Voor ouders, die ineens thuisonderwijzers zijn geworden, en voor kinderen die hun klasgenootjes niet meer zien. Voor ondernemers die vrezen voor het voortbestaan van hun bedrijf. Voor wie niet eigenlijk?
En juist nu zijn we beperkt in onze sociale contacten, mogen we onze dierbaren niet vasthouden. Dan is het zo moeilijk om te delen. We zijn letterlijk op onszelf aangewezen.
We zijn de grip op het leven verloren. Nooit hebben we dit eerder meegemaakt. En hoe lang het gaat duren, weet niemand
Dat het lang gaat duren voordat we ons normale leven weer kunnen oppakken, daarover bestaat geen twijfel. Terwijl we aan zoveel ‘normaals’ nu juist behoefte hebben: ontmoeting, interactie, tijd voor elkaar.
Tegelijkertijd vraag ik me in deze tijd wel steeds meer af wat dat ‘normaal’ eigenlijk was, vóór deze crisis. Overvolle treinen en files, luchtvervuiling, stress. Is dat normaal? Een oververhitte samenleving waarin we draaien in de hoogste versnelling, waarin ontmoeting, interactie en tijd voor elkaar eigenlijk voortdurend sluitstuk zijn van een hyperintensief leven. Is dat het ‘normale leven’ waar we naar terugverlangen?
Of zien we te midden van deze donkere crisis lichtpuntjes van dat wat we écht willen? Tussen alle narigheid in onze ‘samenleving op afstand’ ontstaan namelijk ook mooie initiatieven. Zo zijn de kerken samen met christelijke organisaties (waaronder ook de ChristenUnie) #nietalleen gestart, een platform waar mensen die hulp vragen en bieden elkaar kunnen vinden.
Ik vraag me in deze tijd wel steeds meer af wat dat 'normaal' eigenlijk was, vóór deze crisis. Overvolle treinen en files, luchtvervuiling, stress. Is dat normaal?
Andere mensen startten ‘supportyourlocalsNL’, waarmee iedereen een boodschappenpakket kan bestellen, gevuld met producten van lokale boeren en tuinders die normaal aan restaurants worden geleverd - een deel daarvan komt bij de voedselbanken terecht.
De zwaar getroffen sierteeltsector organiseert samen met Ali B., Nederlands bekendste rapper, een actie om een bloemetje bij eenzame ouderen thuis of in het verpleeghuis te brengen. Al deze initiatieven zijn prachtig en nodig. Nu, en misschien ook wel na de crisis.
Het is belangrijk dat de overheid, maar ook de samenleving als geheel, gaat nadenken over het leven ná het coronavirus. Het is nu de tijd om ons voor te bereiden. Hopelijk houden we het omzien naar elkaar langer vol dan de coronamaatregelen gelden en blijven we ook daarna kaarten en bloemen sturen, voor elkaar koken, de hond uitlaten of een boodschap doen.
En hopelijk gaan we niet alleen nu, maar ook na de crisis eens wat vaker naar de boerderijwinkel, viskraam of buurtsuper, zodat onze lokale voedselproducenten gesteund worden.
Hopelijk houden we het omzien naar elkaar langer vol dan de coronamaatregelen gelden en blijven we ook daarna kaarten en bloemen sturen, voor elkaar koken, de hond uitlaten of een boodschap doen
Onlangs was het Stille Vrijdag. Niet eerder was het lijden zó dichtbij. We lijden met de mensen die ziek zijn en we treuren om de overledenen. Maar het werd Pasen, en er zal ook een tijd ná het coronavirus komen.
In wat voor wereld leven we dan; hoe ziet ons leven er dan uit? Wat vinden we dan ‘normaal’? Ik hoop en bid allereerst dat deze tijd mensen dichter bij God brengt. Maar naast God liefhebben, is dat toch ook ‘je naaste liefhebben, als jezelf’.
Laten we hopen dat ons land straks een stukje menselijker is: ontmoeting, interactie, tijd voor elkaar. Dat is het ‘normaal’ waar ik - en ik denk wij allemaal - uiteindelijk naar verlangen.
Carla Dik-Faber is lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie