
Goed leven door besef van sterfelijkheid
Een aantal jaren terug werd ik twee dagen voor Kerst gebeld door een man uit onze gemeente. Hij vroeg of ik langs wilde komen, het liefst meteen. Hij was eigenlijk niet zo betrokken bij onze gemeente, maar belde me toch.
Eenmaal bij hem thuis, werd duidelijk waarom hij gebeld had: hij had van de arts te horen gekregen dat hij nog maar kort te leven had. Onverwacht realiseerde hij zich dat zijn leven eindig was. Hij had mij nodig omdat hij niet wist wat hij nu moest doen.
In zijn jongste boek The End of the Christian Life stelt J. Todd Billings dat wij mensen van deze tijd onze eindigheid lang kunnen negeren en ons onsterfelijk wanen. We gaan daar pas over nadenken als wij er zelf mee geconfronteerd worden.
Todd Billings, hoogleraar Reformed Theology aan het Western Seminary in Holland (Michigan), kreeg op 39-jarige te horen dat hij ongeneeslijk ziek is. Sindsdien kan hij zijn eigen eindigheid niet meer uit de weg gaan.
Confronterend
In dit boek schrijft hij niet zozeer een ervaringsverhaal (dat staat in zijn boek Rejoicing in Lament, 2015). In dit boek wil hij laten zien dat besef van je eigen eindigheid kan helpen om het goede leven te vinden. Het boek gaat daarom niet alleen over het einde, maar ook over het doel van het christelijk leven.
Als de schaduw van de dood over het leven valt, is dat allereerst confronterend. Billings begint zijn boek daarom ook met de geloofsbeleving van de psalmen, waarin de ervaring verwoord wordt in de ‘groeve’, ‘het rijk van de dood’ terecht gekomen te zijn.
Hij kreeg oog voor de angst die erin verwoord wordt, de angst die je ook lichamelijk voelt, het gevoel van God afgesneden te zijn
In psalmen die over het dodenrijk gaan, wordt volgens hem niet zozeer het leven na dit leven bedoeld, maar de ervaring van de schaduw van de dood die over het leven valt. Kankerpatiënten verblijven in dat rijk van de dood, is zijn ervaring.
Billings is de psalmen vanuit zijn eigen ervaring gaan lezen: hij kreeg oog voor de angst die erin verwoord wordt, de angst die je ook lichamelijk voelt, het gevoel van God afgesneden te zijn, geen regie meer te hebben over de omstandigheden. Laatste zin van dit hoofdstuk: ‘Alleen degenen die hun ogen open hebben in deze plaats van duisternis kunnen genoeg zien om te hunkeren naar het licht van de opstanding.’
Twee visies
In het tweede hoofdstuk beschrijft Billings twee visies op het sterven binnen de christelijke traditie. De eerste is de visie dat het sterven iets goeds is, omdat je dan Gods heerlijkheid binnengaat. Todd Billings vertelt het verhaal van een oudere vriend, die na een leven met hoogte- en dieptepunten klaar was om te sterven.
De dood heeft niet alleen een mooie, maar ook een bittere kant. Dat is de tweede visie: de dood als irrationeel, als een kwade macht die het goede leven kapotmaakt.
Todd Billings vertelt over een begrafenis van een jonge zendelinge, waarbij geen ruimte was voor de schok en de bittere werkelijkheid van de dood. De dienst stond in het teken van de lofprijzing. Billings schrijft dat hij die lofprijzing niet kon meemaken. Hij wil beide visies overeind houden want ze zijn allebei waar: ook na een mooi en voltooid leven heeft de dood een bittere kant.
Gebedsgenezing
Als kankerpatiënt ziet hij dat veel christenen moeite hebben met de mogelijkheid dat ze sterven. Hij ziet dat er lang gebeden wordt om genezing, zelfs als genezing menselijkerwijs uitgesloten is. Hij duidt dat als een effect van het welvaartsevangelie: alle nadruk ligt op een goed leven in het hier en nu, waardoor er geen aandacht is voor een leven in Gods eeuwige heerlijkheid. Die christenen geloven in een wonder, omdat ze hopen dat dan Gods grootheid zichtbaar wordt en voor niet-gelovigen een reden wordt om te gaan geloven.
Gods kracht wordt vaak in en door de zwakke mens zichtbaar
Billings ziet die houding als vermijding van de eigen eindigheid en merkt dat nabestaanden na het uitblijven van een wonder in een diepe geloofscrisis terecht kunnen komen. De eigen eindigheid onder ogen zien is in de christelijke traditie altijd een manier geweest om het goede leven te vinden. Dat is niet alleen gericht op het leven na dit leven, maar is ook dienstbaar aan het leven hier en nu.
De eigen eindigheid onder ogen zien, opent de ogen voor onze beperktheid: wij zijn geen onsterfelijke goden. Gods kracht wordt vaak in en door de zwakke mens zichtbaar: in het sterfelijke lichaam, dat kan lijden onder gebrokenheid, kan de eeuwige God wonen. Dat lichaam kan in al zijn kwetsbaarheid een tempel zijn voor de allerhoogste God.
Er komt aandacht voor dat ook het fragmentarische leven, het leven in gebrokenheid, met hoop op God geleefd wordt. Wie zijn eigen sterfelijkheid niet onder ogen wil zien, leeft eerder voor zichzelf.
Het leven hier op aarde komt niet tot vervulling als alleen eigen wensen en behoeften worden bevredigd. Dat leven vindt vervulling in een leven in dienst van God en van anderen. Zo leven is bevrijdend.
N.a.v. J. Todd Billings, The End of the Christian Life. How Embracing Our Mortality Frees Us to Truly Live (Grand Rapids: Michigan, 2020).
Matthijs Schuurman is hervormd predikant in Oldebroek
Kleine goedheid maakt het verschil
Afscheid nemen van een stervende en rouwen is gecompliceerd geworden. Hoe vind je je weg tussen corona-protocollen en menselijke behoeftes?