Goed afscheid nemen
Onlangs beëindigde ik na vijftien jaar mijn werkzaamheden bij Verus met een mooi afscheidsfeest. Inhoudelijk sterke sprekers, goede woorden en veel handen onderstreepten de dankbaarheid zoals ik die zelf voelde voor de vele jaren dat ik in dienst van het christelijk onderwijs mocht werken.
Natuurlijk heb ik ook de fasen van verwerking gekend in de laatste maanden, waarbij loslaten een belangrijke uitdaging vormt. Toch mag ik me gelukkig prijzen met het afscheid, want juist ook in de afgelopen maanden sprak ik verschillende goede bekenden, die met veel minder positieve ervaringen hun oude werkkring hadden moeten verlaten. Of dat nu een school of een andersoortige onderwijsorganisatie was, hun verhalen leken verdacht veel op elkaar.
Twee verhalen blijven vooral bij mij hangen, omdat het vertrek zonder afscheid tot op de dag van vandaag voor hen negatief doorwerkt. De ene bekende - toch alweer meer dan een jaar geleden vertrokken na een succesvolle periode op een school - vertelde dat hij de volgende dag een bijeenkomst had waar de bestuurder van die school bij aanwezig was. Die had hij de afgelopen tijd zorgvuldig gemeden, dus hoe moest dat nu de volgende dag?
De ander was gevierd geweest als medewerker in een onderwijsorganisatie, maar alweer enige maanden geleden met een arbeidsconflict vertrokken, nadat hij enige tijd ziek thuis was. Nu was hij als zelfstandige aan de slag, maar nog elke week waren er gesprekken met een therapeut nodig. De boosheid kwam in ons gesprek direct weer naar boven.
In de afgelopen jaren heb ik dit soort verhalen te vaak gehoord. Te veel mensen die zich met hart en ziel hebben ingezet om een school of organisatie op te bouwen, vertrekken met stille trom na een pijnlijke periode, die al het mooie daarvoor lijkt te overschaduwen.
Afscheid nemen is dus moeilijk. Het vergt van beide kanten zorgvuldigheid. Natuurlijk kan het nodig zijn dat iemand vertrekt. De vraag is: laat de organisatie die persoon voelen dat-ie te bedreigend is, door hem of haar te mijden en niet in de ontwikkelingen te betrekken? Of durf je het eerlijke gesprek aan te gaan?
En van degene die er werkt vraag het relativeringsvermogen om te beseffen dat niemand onmisbaar is. Met de erkenning dat een medewerker in een bepaalde periode van betekenis is geweest, en de wens die de school of organisatie heeft om een nieuwe stap te maken… Daarover zou je toch met elkaar moeten kunnen spreken?
Overigens was het mooie dat degenen die ik sprak het met me eens waren dat de nieuwe levensfase waarin we terecht gekomen zijn fantastisch is en ongekende mogelijkheden kent.
Dick den Bakker is in verschillende functies in het onderwijs werkzaam geweest en heeft kennis van de identiteit van het christelijk onderwijs