
George Nypels doorzag Hitlers geraffineerde antisemitisme
Over de opkomst van Hitler in München in de vroege jaren twintig van de vorige eeuw zijn inmiddels veel ooggetuigenverslagen bijeengebracht. Nederlanders waren van die opkomst niet of nauwelijks getuige, met uitzondering van journalist George Nypels. Henk van Renssen schreef ooit een mooi boek over hem, getiteld De revolutieverzamelaar.George Nypels, reiscorrespondent tussen de wereldoorlogen.
Aan de hand van Nypels’ artikelen laat Van Renssen zien wat een geraffineerde demagoog Hitler was. De latere Führer bespeelde een heel register om zijn toehoorders te winnen voor zijn Jodenhaat: hij ging niet alleen tekeer tegen het ‘wereldjodendom’, hij maakte Joden ook op een laaghartige manier belachelijk en won zo de harten van de Beierse bevolking.
Over de opkomst van Hitler in München in de vroege jaren twintig van de vorige eeuw zijn inmiddels veel ooggetuigenverslagen bijeengebracht. Nederlanders waren van die opkomst niet of nauwelijks getuige, met uitzondering van journalist George Nypels. Henk van Renssen schreef ooit een mooi boek over hem, getiteld De revolutieverzamelaar. George Nypels, reiscorrespondent tussen de wereldoorlogen.
Aan de hand van Nypels’ artikelen laat Van Renssen zien wat een geraffineerde demagoog Hitler was. De latere Führer bespeelde een heel register om zijn toehoorders te winnen voor zijn Jodenhaat: hij ging niet alleen tekeer tegen het ‘wereldjodendom’, hij maakte Joden ook op een laaghartige manier belachelijk en won zo de harten van de Beierse bevolking.
Historici vertellen hun studenten achteraf dat grote historische gebeurtenissen zó en niet anders konden verlopen
Jaren geleden betoogde de Groningse historicus Eelco Runia in het Tijdschrift voor Geschiedenis dat hij tijdens zijn studie eigenlijk niets van historici had geleerd.
Sterker nog, Runia somde een reeks van bezwaren op tegen historici, die volgens hem doorgaans gemakzuchtig terugblikken op de geschiedenis. Ze vertellen hun studenten achteraf dat grote historische gebeurtenissen zó en niet anders konden verlopen en halen zo ‘het leven’ en het drama uit die gebeurtenissen. Dat het anders kon, bewees volgens Runia de schrijver Leo Tolstoi, die in zijn epos Oorlog en vrede de Russische veldtocht van Napoleon (1812) naar het leven tekende.
Straathonden
Runia had zijn voorbeeld van hoe het wel moet niet in de literatuur hoeven zoeken. Hij had ook kunnen verwijzen naar journalisten, die als nieuwsgierige straathonden hun neus in de lucht staken, roken waar de grote historische gebeurtenissen zich afspeelden of zich beloofden af te spelen.
Ze reisden af naar die haarden van opstand en verzet en deden er luid blaffend van dag tot dag verslag van in hun krant. Vooral de Angelsaksische wereld telde in de twintigste eeuw journalisten die met hun verslag van wereldhistorische gebeurtenissen faam verwierven.
Lees ook: Liever schaamtevol herdenken dan kerkelijke excuses
Neem de Amerikaanse journalist John Reed, die in Tien dagen die de wereld deden wankelen verslag deed van de Russische Revolutie van 1917. Dat Reed een partijganger van Lenins bolsjewieken was, deed weinig af aan de zeggingskracht van zijn observaties.
Of neem Martha Gellhorn, die vijftig jaar lang verslag deed van alle mogelijke historische gebeurtenissen, van de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) tot het proces tegen oorlogsmisdadiger Eichmann in 1961 in Jeruzalem.
Antiquariaat
Zo beroemd als Reed en Gellhorn is de Nederlandse journalist George Nypels (1885-1977) nooit geworden. Integendeel, als journalist Henk van Renssen Nypels niet bij toeval had ontdekt, was hij op de mestvaalt van de geschiedenis beland.
Van Renssen kocht jaren geleden voor (toen nog) een gulden in een Maastrichts antiquariaat een exemplaar van Inside Europe, een journalistieke bestseller waarin de Amerikaanse verslaggever John Gunther in 1936 verslag deed van de politieke ontwikkelingen in de jaren dertig.
Zijn exemplaar bevatte een handgeschreven opdracht van Gunther aan Nypels, van wie Van Renssen tot dan toe nooit had gehoord. Nypels is zonder meer van het kaliber van Reed, Gellhorn en Gunther. Met de laatste twee had hij een onbeperkte nieuwsgierigheid gemeen, met Reed de vaart waarmee zijn verslag is geschreven. Maar Reeds engagement was Nypels vreemd.
Brandhaarden
Als verslaggever van het liberale Algemeen Handelsblad reisde hij alle mogelijke brandhaarden in Europa in het Interbellum af, sprak met Gabriele d’Annunzio, Benito Mussolini en Mustafa Kemal Atatürk, en deed verslag op een cynische toon. Waarbij wel moet worden aangetekend dat zijn cynisme meer de linkse dan de rechtse revolutionairen betrof, die na de Eerste Wereldoorlog de macht in de diverse Europese landen naar zich toe probeerden te trekken.
Toen in Beieren anno 1919 getracht werd een anarchistisch getinte radenrepubliek in het leven te roepen, was Nypels er als de kippen bij. Maar vleiend was zijn verslag over de provisorische, onbeholpen regering allerminst.
De anarchist Gustav Landauer beschikte over een ‘dictators-air’, de zich volkscommissaris noemende minister van Buitenlandse Zaken omschreef hij als een ‘bij vergissing ontslagen “krankzinnigen-gestichtspatiënt”’.
‘In de vergaderingen waar Hitler spreekt zit ontegenzeggelijk datgene wat het succes van alle massavertoningen uitmaakt: stemming’
Vergelijk dit eens met de manier waarop hij in 1923 ene Adolf Hitler gadesloeg, die in München de bevolking opzweepte tegen de Republiek van Weimar. ‘In de vergaderingen waar Hitler spreekt zit ontegenzeggelijk datgene wat het succes van alle massavertoningen uitmaakt: stemming.’
Hitler, aldus de goed observerende Nypels, bracht de stemming erin door als een ‘zeldzaam massapsycholoog’ geen donderspeeches te houden, maar zijn tegenstanders met grappen belachelijk te maken. Het effect was volgens Nypels veel effectiever en zelfs ‘dodelijk’.
Laatdunkende grappen
Wie wel eens redevoeringen van Hitler heeft gelezen of gehoord (er zijn talloze redevoeringen op de plaat bewaard gebleven), weet hoe waar deze waarneming is: met laatdunkende grappen, vooral over Joden, kreeg Hitler de lachers op zijn hand en creëerde hij een hatelijke sfeer tegen de ‘buitenstaanders’ die de nationale eenheid verstoorden.
Vijftien jaar later, in maart 1938, was de verslaggever op de Heldenplatz in Wenen getuige van Hitlers grootse onthaal als Führer van ‘alle Duitsers’ in zijn geboorteland Oostenrijk. De Führer maakte bij die gelegenheid de Anschluss van Oostenrijk bekend.
Nypels aanvankelijke fascinatie voor Hitlers oratorische talent had plaatsgemaakt voor afschuw van het anti-Joodse geweld in de straten van de Oostenrijkse hoofdstad. ‘Wenen 1938’ was Nypels’ laatste grote verslag voor het Algemeen Handelsblad.
Vervlogen roem
In de Tweede Wereldoorlog trachtte hij het verzet middelen toe te spelen via een ingewikkelde en duistere handel. Die knakte zijn loopbaan, waarna Nypels na 1945 teerde op allang vervlogen roem. Henk van Renssen heeft hem van de vergetelheid gered met dit boek, dat ook historici wat leert.
Door het lezen van Nypels’ verslagen besef je hoe chaotisch revolutie en oorlog zijn. Geschiedenis verloopt niet volgens de wetten van de logica. Om dat te beseffen hoeven historici niet naar Tolstoi te grijpen, maar kunnen ze terecht bij de boeken van scherpzinnige waarnemers, wat goede journalisten doorgaans zijn. George Nypels was één van hen.
Wim Berkelaar is historicus en verbonden aan het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit
Oom Leo ligt in Vak C, nummer 172
Oom Leo werd opgepakt en gefusilleerd. Voor welk recht strijd ik? Voor welke wereld leer ik mijn kinderen vechten?