
Funest, die infantiele toon tegen ouderen
Een betuttelende toon, denigrerend taalgebruik, ongeïnteresseerdheid. Nog veel te vaak voelt de oudere medemens zich niet voor vol aangezien door hun omgeving.
Dit kan en moet anders, vindt de Vlaamse logopedist Louis Heylen. Samen met collega’s schreef hij met het boek Respectvol communiceren met ouderen een pleidooi over hoe respectvol te communiceren met ouderen. “Het is de kunst de oudere te zien als mens met respect voor zijn karakter en persoon.”
“Ik kan er niet tegen als ze tegen mij praten alsof ik een klein kind ben. In het ziekenhuis is dat heel erg, maar er zijn ook winkels waar ze zo tegen me doen. Alsof ik dement of tureluurs ben.” Het is een uitspraak van Simonne Willems (93) uit het boek Grijsgedraaid van Ann Peuteman. Daarin laat ze ouderen aan het woord over ouder worden en de verandering van houding jegens hen.
Het is de kunst de oudere te zien als mens met respect voor zijn karakter en persoon
Ouder worden, het is een levenskunst op zich. Waar de filosoof Plato beweert dat het een proces van rijping en verdieping is, en wijsheid dus met de jaren komt, ziet Aristoteles ouder worden als een meer negatieve ontwikkeling. Ouderen klagen veel, en blijven vooral hangen in het verleden, stelt hij in zijn Retorica.
Vele honderden jaren later schreef Carmen Sylva (het schrijverspseudoniem van de Roemeense koningin Elisabeth zu Wied): ‘Witte haren zijn de schuimvlokken die de zee bedekken na een storm.’ Een ode aan de oudere mens en diens wijsheid, waarmee Sylva de visie van Plato wat warmhartiger verwoordt en de verhandeling van Aristoteles ver achter zich laat.
Houding is bepalend
Gehoorverlies, (spreek)ademhaling, de stem die instabieler wordt, het verminderen van taalbegrip: het zijn allemaal elementen die invloed hebben op de communicatieve vaardigheden van ouderen. Maar hoe mensen ook veranderen wanneer ouderdom intreedt, het zijn nog steeds personen met elk hun eigen verhaal die gezien willen worden.
“En dat is nu net de synthese van het boek Respectvol communiceren met ouderen”, licht Heylen toe. “Een oudere heeft een heel leven achter zich. Door bewust te zijn van onze omgang met hen, geven we senioren het gevoel dat ze gerespecteerd worden en meetellen.”
Maar juist daar wringt de schoen nogal eens, weet ook Heylen uit eigen ervaring. Als logopedist, voormalig bestuurder van diverse zorginstellingen, maar ook vanuit zijn eigen privéleven. Heylen maakte het zelf mee met zijn schoonmoeder die leed aan parkinson. “Toen een zorgverlener mijn moeder eens naar het toilet bracht, viel het ons op dat zij kinderlijk werd aangesproken. Dat vonden wij niet kunnen, die vrouw heeft altijd een verdienstelijk leven gehad. De manier waarop je een persoon benadert doet veel met hoe de laatste maanden van iemands leven worden gekleurd. Wij hebben onze verantwoording genomen en diegene erop aangesproken.”
Een oudere heeft een heel leven achter zich. Door bewust te zijn van onze omgang met hen, geven we senioren het gevoel dat ze gerespecteerd worden en meetellen
Natuurlijk hebben zorgverleners het druk en missen ze tijd en aandacht, maar dat is volgens de logopedist geen excuus voor een minder warme benadering. “De houding van iemand bepaalt voor een groot deel de manier van het contact. We communiceren met ons ganse lichaam, onze houding en uitstraling zetten de toon voor een gesprek. Ben je betrokken of autoritair? Dat pikken ouderen op, ook als ze dement zijn.”
Normale toon houden
De manier van communiceren van senioren verandert naarmate ze ouder worden. Ouderen verliezen vaker de draad van een gesprek, gaan trager spreken en kunnen lastiger hoofd- en bijzaken onderscheiden. Dat maakt dat niet zij, maar de omgeving zich dient aan te passen als het gaat om communicatie. Verkleinwoorden, toonhoogte: het heeft allemaal effect op hoe iemand zich behandeld voelt.
We communiceren met ons ganse lichaam, onze houding en uitstraling zetten de toon voor een gesprek. Ben je betrokken of autoritair? Dat pikken ouderen op, ook als ze dement zijn
In het boek van Heylen en collegae staan onder meer tips voor de omgang met ouderen met een niet-aangeboren hersenletsel, anderstalige ouderen, ouderen met dementie en met een gehoorstoornis. De gemene deler: leef je in in de achtergrond van de ontvanger van de boodschap, houd rekening met eventuele (geheugen)beperkingen, let op of je begrepen wordt, praat langzaam en met korte en duidelijke zinnen.
Maar ook: blijf wel op een normale toon praten. Van een kinderlijke toon moet je ver weg blijven, die is zelfs funest. Heylen: “Onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat senioren die men infantiel behandelt letterlijk ziek kunnen worden.”
Geen troetelnamen
Het boek beschrijft dit gedrag als elderspeak of secondary baby talk. Dit houdt niet alleen de overdreven toonhoogte in die mensen wel eens tegen baby’s kunnen aanslaan (zo’n hoog aah-koesie-koesie-toontje), maar ook het gebruik van de aanspreekvorm ‘we’ (‘we gaan in bad’) en troetelnamen.
Als je een oudere flauw of betuttelend behandelt, dan begraaf je hem
In het boek wordt ouderenpsycholoog Luc van de Ven aangehaald die het volgende over deze paternalistische houding zegt: ‘Als je een oudere flauw of betuttelend behandelt, dan begraaf je hem.’
Dit wil niet zeggen dat het troosteloos is gesteld met de benadering van ouderen door hun sociale omgeving. Wel voelt Heylen een urgentie dit onderwerp meer in de kijker te spelen. “Respectvol communiceren met ouderen is een verantwoordelijkheid voor iedereen. Het is de taak van de familie om hun naaste als een volwassen mens te blijven zien. En de taak van de zorg om respect voor de totale persoon te hebben en van opleidingen om meer te investeren in taal en omgangsvormen. Juist in de levensfase waarin de oudere meer en meer geconfronteerd wordt met bijkomende beperkingen.”
Praat mét ouderen
Een daarvan is dementie, een ziekte waar in het boek veel aandacht aan wordt besteed. Cognitieve functies vallen bij deze aandoening in grote getale uit. Dit heeft gevolgen als vaak dezelfde vragen stellen, weinig besef hebben van tijd en omgeving en snel de draad kwijt zijn.
Door het dementeringsproces wordt het gevoel van autonomie en identiteit minder, waardoor mensen met dementie steeds kwetsbaarder worden. Dit maakt dementie niet alleen een neurologische ziekte, maar ook een existentiële: het raakt de zin van het bestaan.
Respectvol communiceren met ouderen is een verantwoordelijkheid voor iedereen. Het is de taak van de familie om hun naaste als een volwassen mens te blijven zien
Volgens Heylen is juist voor deze doelgroep zorgvuldig en respectvol taalgebruik van groot belang. “Mensen voelen het wanneer ze niet als volwaardig worden behandeld.”
Tips uit zijn boek: zorg voor een positieve sfeer, laat mensen voelen dat je betrokken bent, en zorg voor een prikkelarme ruimte. “En praat mét ouderen, niet over hen.”
Zelf heeft Heylen, nu 72, nog weinig ervaring met een andere benadering door zijn leeftijd. “Af en toe merk ik dat ik op feesten op de eerste rij word geplaatst, of er staat iemand voor mij op in de tram. Het doet nog niet zoveel met mij, het zijn vooral anderen die zien dat we ouder worden en ons anders gaan behandelen.”
De tien gouden communicatieregels volgens Respectvol communiceren met ouderen zijn:
1. Respecteer de totale persoon
2. Sta open voor de ander
3. Toon empathie en neem tijd
4. Zorg voor een rustige omgeving
5. Luister aandachtig en spreek duidelijk
6. Gebruik hulpmiddelen (bril, hoortoestel)
7. Let op je non-verbale communicatie
8. Houd rekening met emoties
9. Betrek de persoon bij de dagelijkse activiteiten
10. Zorg voor een voldoende sociaal netwerk