
Evenwichtig opgroeien vereist een aantal voorwaarden
Tijdens mijn werk bij de EO werd ik steeds meer geboeid door kinderen. Hun ongecompliceerde directheid was een verademing. Zonder ze te idealiseren kun je zeggen dat ze nog niet zo zijn aangetast door weer en wind van het leven. Ze hebben echter wel een aantal voorzieningen nodig om geestelijk gezond te blijven. Net als volwassenen overigens.
Ontwikkelingspsychologen denken al heel lang na over de vereisten om evenwichtig op te groeien. Uit alles wat ik daarover in de loop der jaren ben tegengekomen heb ik mijn ‘essentiële elftal’ samengesteld: geborgenheid, zekerheid, bevestiging, vorming, vriendschap, identificatie, participatie, samenwerking, spel, spanning en informatie.
Privé
Te midden van de gevaarlijke dynamiek van een opstand en van represailles door de bezettingsmacht van zijn tijd biedt Jezus zijn volgelingen een troostvolle blik op de overkant van het bestaan. Hij heeft het over ‘een huis met veel kamers’ waarin Hij een plek voor ze zal vrijmaken.
Dat plekje in het hemelhuis spreekt tot de verbeelding. Kennelijk heeft een mens geborgenheid nodig: een privé-omgeving, een huls, een persoonlijk territoriaal gebiedje. Alleen daar kom je volledig tot je recht en vinden identiteit en waardigheid hun volle ontplooiing.
Waaraan moet een kind zijn zekerheid ontlenen als beloftes geen waarde hebben?
Zekerheid in het leven is gebouwd op een raamwerk van regelmaat, regels en afspraken. Een belangrijk element daarin is het houden van beloften. Tijdens een zelfbewustzijnstraining werd de opdracht gegeven om op te schrijven: ‘…alle beloften die je de afgelopen week hebt verbroken’.
We dachten snel klaar te zijn maar dat viel tegen. Beloften als: ‘ik stuur je een mailtje’ en ‘op de terugweg breng ik het even langs’ zijn even gemakkelijk gemaakt als verbroken. Al snel stonden er bij verschillende deelnemers meer dan twintig verbroken beloftes op papier! Dat is van groter belang dan we doorgaans denken. Waaraan moet een kind zijn zekerheid ontlenen als beloftes geen waarde hebben?
Ook bevestiging is noodzaak. Als je een compliment geeft, vindt er bij de ander meestal een miraculeuze verandering in gelaatsuitdrukking plaats, alsof de zon doorbreekt. Dat is niet alleen bij kinderen zo, voor een pluim zijn we allemaal gevoelig. Dit is wat de Bijbel ‘zegenen’ noemt: iets goeds over een ander zeggen tegen die ander.
Ik kende een predikant die tegen een gemeentelid zei: ‘U bent een bijzonder mens.’ Ze vertelde het in een groep. Een ander zei meteen: ‘Zoiets heeft hij ook tegen mij gezegd’, en dat gold voor meer mensen. Het was opvallend dat niemand teleurgesteld was. Men koesterde de herinnering aan dat ene zinnetje. Daarmee gaf de voorganger mensen terug wat ze even uit het oog waren verloren: hun waardigheid.
Levenslange cursus
En dan vorming. De dingen van het leven nemen ons doorgaans zo in beslag dat we het doel van het leven uit het oog dreigen te verliezen. Als in een gespreksgroep de simpele vraag wordt gesteld waarvoor we er eigenlijk zijn, dan is de kans groot dat er een stilte valt. Ik kan geen beter antwoord vinden dan dat we gevormd zullen worden tot wat we in aanleg zijn. Wij zijn ‘werk in uitvoering’. Ons aardse bestaan is een levenslange cursus ‘Hoe word ik mens?’
We vergelijken onszelf wel met anderen, maar vaak meer uit competitie dan om iets te leren
Wat veel volwassenen gaandeweg hebben verloren, is identificatie, het spiegelen aan rolmodellen. We vergelijken onszelf wel met anderen, maar vaak meer uit competitie dan om iets te leren. Kinderen spiegelen zich spontaan. Zij beheersen de kunst van de oprechte bewondering.
Het aangaan van duurzame vriendschappen vond bij kinderen ook altijd spelenderwijs plaats, maar in onze tijd staat zelfs deze natuurlijke loyaliteit onder druk. Tieners hebben al een volle agenda en helemaal geen tijd meer voor kinderlijke aandacht. Dat is later lastig terug te draaien. Wie heeft nog een echte vriend of vriendin, in wie hij tijd en energie wil investeren?
Eigenwaarde
Alle mensen hebben een ego, een gevoel van eigenwaarde. Dat zit in het standaardpakket van de mens. Elk van ons heeft grote waarde in de ogen van de Schepper, en het is niet vreemd dat we ons daar enigszins bewust van zijn. Maar ego’s kunnen botsen. Participatie streelt het ego, samenwerking bedwingt het ego. Iedereen wil meedoen, als volwaardige deelnemer geaccepteerd worden. Het ego roept om erkenning.
Maar van wie deelneemt wordt groepsbesef verwacht. Dat is een innerlijk conflict. Zelfhandhaving is iets wat alle mensen gemeen hebben, ook kinderen. Een vruchtbare samenwerking is dan ook niet vanzelfsprekend. Maar beheersing van het ego kan alleen plaatsvinden in de confrontatie met andere ego’s. Voor evenwichtige groei is samenwerking essentieel.
De Bijbel is vol spel. Er wordt gespeeld met poëzie, met raadsels en woordspelingen, met beelden en bloemrijke taal
De historicus Johan Huizinga schreef in 1938 het boek Homo ludens, Spelende mens. Hij betoogt daarin dat de mens eerst en vooral een spelend wezen is en dat elk maatschappelijk gebeuren voldoet aan de voorwaarden voor wat Spel is, tot aan rechtspraak en religie toe. Spel is een breed begrip. Iedereen is creatief, zo zijn we gemaakt.
God is zelf de grote Creator, die houdt van het spel. Van de Wijsheid, die zich in het Spreukenboek ontpopt als een persoonlijkheid, staat dat zij speelde voor Gods aangezicht, tot diens grote vreugde. De Bijbel is vol spel. Er wordt gespeeld met poëzie, met raadsels en woordspelingen, met beelden en bloemrijke taal. Ook wij spelen, fantaseren, bouwen, acteren, scheppen omdat het ons in het bloed zit. We hebben het van geen vreemde.
Conflicten
Van spanning zou je je kunnen afvragen of het erbij hoort. Maar spanning dient zich vanzelf aan op allerlei gebieden van het leven. Deelnemen en samenwerken geeft spanning. Spel kan om competitie gaan, of avontuur. Dilemma’s, conflicten, tests en risico’s leveren spanning op. Maar we kunnen ook niet zonder. Zoals een tiener recalcitrant moet zijn om zijn eigen weg te vinden, heeft ons karakter spanning nodig om gevormd en gekneed, geschuurd en gepolijst te worden.
We hoeven er niet naar te zoeken, het komt wel op ons af, en stelt ons in staat te volharden, moedig te zijn, een rechte koers te varen. Zolang het niet leidt tot overspanning, komt het altijd weer tot ontspanning.
Een kind is gulzig naar kennis. De natuur, de techniek, ze zijn een grote opslagplaats van duizend wonderen. In onze tijd worden we er echter onder bedolven. Hoe vind je zinvolle informatie onder de dikke lagen nonsens? Elk kenniskompas wordt ontregeld door de reuzenmagneet van de ontspoorde meningsvorming, zoals het verwerpen van de wetenschap - ook maar een mening - en het volgen van absurde complottheorieën.
Het gidsen van kinderen door deze chaos, waarin waarheid ook nog eens een relatief begrip is, is een opgave. Maar het is nodig, de mens is een leeg vat dat gevuld wil worden en waar heel veel in kan.
Leo de Vos is voormalig kinderprogrammamaker bij de EO